Het Noorse viertal 120 Days verkeert tijdens het interview met File Under in een joviale bui: de adrenaline van het optreden in Rotown stroomt nog volop door de aderen. In het leeggelopen restaurant wordt er onderling gelachen, flauwe grapjes gemaakt en pilsjes gedronken. Ook ondergetekende krijgt een flesje Hertog Jan in zijn handen gedrukt. Een groot verschil met de gemoedstoestand van de heren vóór de show: stalen gezichten, zakelijke uitstraling en weinig overleg tijdens de soundcheck. Als de show begint zien wij vier muzikanten met een gelijkwaardige rol: iedereen voegt iets substantieels toe aan de stuwende, hypnotiserende geluidsjuxtaposities. Op eerste gehoor klinkt 120 Days als een willekeurige mélange van verschillende stijlen rock en techno. In perfecte harmonie en tot in de puntjes ingecalculeerd, zoals bijvoorbeeld bij Kraftwerk, is het niet te noemen.
Nee, dit 120 Days voelt meer als een evenredige, onderlinge krachtmeting – een soort van jazz-fusion mentaliteit in technojasje – waarbij vier muzikanten gelijktijdig de muziek op explosieve wijze naar een hoger plan tillen. Zanger/gitarist/toetsenist Ådne Meisfjord beschrijft 120 Days als een goed functionerende anarchie. 'Het staat nooit helemaal vast wie wat gaat spelen. Bij muziek – of kunst in het algemeen – moet je een democratische mentaliteit mijden. Het werkt niet praktisch, omdat jij dan gedwongen wordt compromissen te sluiten.'
Mij=Interview: Jasper
Is die anarchistische houding ook de reden waarom de band na de gelijknamige voorganger uit 2006 toe was aan een uitgebreide pauze? Ådne: 'Twee jaar na het opnemen van 120 Days gingen wij non-stop op tournee. In die periode leefden wij zo'n beetje op elkaars lippen. Toen we na afloop nieuwe muziek gingen schrijven, waren wij door onze creativiteit heen. Maar…er zijn meerdere redenen waarom het moeilijk op gang kwam…' Ådne, Kjetil Oveson (synths), Arne Stöy Kvalvik (percussie, effecten) en Jonas Dahl (bas) kijken elkaar met kwajongensachtige blik aan. Plots barsten ze gelijktijdig in lachen uit. Ådne pikt na de laatste lachsalvo's de draad weer op: ‘Er is altijd veel onderlinge spanning in de band, wij bekvechten regelmatig. Niemand gaat vrijuit in 120 Days: als een van ons een foutje maakt, dan wrijven de overige drie dat de rest van de dag bij die persoon in de neus. Zo is het altijd geweest.'
Op de vraag of die onderlinge spanning een bewuste functie heeft, knikt Ådne – de 'woordvoerder' van de band – zelfverzekerd. Hij vertelt dat het van groot belang is geweest om tijdens de zesjarige pauze andere projecten na te streven, met als belangrijkste doelstelling muzikaal verder te groeien. 'Het werd tijd om met andere mensen te spelen om verder te kunnen ontwikkelen. We willen door alle constellaties geïnspireerd raken, maar er was geen twijfel dat er nog veel muziek mogelijk was in deze constellatie.' Met 'deze constellatie' refereert Ådne uiteraard naar 120 Days. Wellicht een prelude tot het laatste hoofdstuk? Volgens Wikipedia zijn er in totaal 88 constellaties ontdekt, om maar aan te geven op welke schaal 120 Days opereert binnen het stramien aan diverse muzikale projecten van elk individueel bandlid.
De muziek van de Noren laat zich – zoals eerder gezegd – moeilijk vangen binnen slechts een genre. Het lijkt op een amalgaam van de experimentele krautrock uit de jaren zeventig, de drive van Detroit-techno en de hooks van eighties synthpop, opgenomen met analoge apparatuur: trouw aan de werkwijze van 120 Days' muzikale voorbeelden. Bij het nieuwste album 120 Days II blikt de band echter in de toekomst door een vollere, meer dance-gerichte gedaante aan te nemen. Ook maken de bandleden een volgens hen noodzakelijke overgang van analoog naar digitaal. 'We komen van een leerschool die de ouderwetse idealen van het analoog opnemen toekent. Maar we beseften dat het voor 120 Days niet de beste richting was', aldus Ådne. 'Het was niet meer dan een logische stap. We hebben (analoog opnemen) tot nu toe altijd omarmd. Zo van 'laten wij doen wat al die coole Duitse bands uit de jaren zeventig deden, door onze platen op tape vast te leggen.' Maar die bands deden dat juist omdat het destijds de meest geavanceerde technologie was.' Kjetil: 'En de meeste praktische!'
120 Days kiest bij 120 Days II voor originaliteit boven authenticiteit. Is originaliteit echter nog haalbaar in een tijdperk waarin muziek steeds verder verzadigd? 'Zeker weten', antwoordt Ådne. 'Je hoort tegenwoordig steeds vaker dat het onmogelijk is om iets nieuws te proberen. Dat zeg ik in alle bescheidenheid. Wij vinden het wiel absoluut niet opnieuw uit, maar de mogelijkheden nieuwe frisse geluiden te verkennen zijn nog altijd aanzienlijk.' Diverse zijprojecten hadden grote invloed op deze nieuwe invalshoek: met name de band Bygdin – waar zowel Arne als Kjetil deel van uitmaken – is doorslaggevend geweest voor de toename aan bombast en pathos. Arne: 'In die band leerden wij omgaan met laptops.' Ådne: 'Jullie maakten daar de overstap van honderd procent analoog naar digitaal.' Arne: 'Bygdin was wat dat betreft essentieel. Reizen met drummachines is simpelweg niet praktisch, omdat die zo makkelijk kapot gaan. We hadden Bygdin nodig om te overleven als 120 Days.'
Kjetil klampt zich nog in zekere mate vast aan het retro-ideaal waar de voorgaande platen op gebroed werden. 'Wij hebben die tape sound relatief goed vastgelegd toch?' Ådne schudt zijn hoofd. 'Dat is niet honderd procent waar, hoor. Misschien was het in het verleden zo. De musicscène in Noorwegen is heel erg retro. Het gaat vaak om het herleven van de gouden jaren in de rock-'n-roll. Maar dat is onze doelstelling nooit geweest. Wij willen de muziek maken van het heden.' Hij grinnikt olijk. 'Maar géén dubstep!' Hij beschrijft een verband tussen het muziekklimaat en sociaal-economische situatie in Noorwegen. 'Wij zijn een kleine, doch welvarende populatie. Daardoor ontstaat een grote middenklasse, sterker nog, Noorwegen is bijna uitsluitend middenklasse. Als gevolg ontwikkelt de gemiddelde muziekliefhebber een verfijndere, hipster-achtige muzieksmaak. Dat heeft zowel voordelen als nadelen.' Beschouwt 120 Days zichzelf als een symptoom van die liberale, rijke, doch traditiegetrouwe (denk aan de veelvoud aan invloedrijke metalbands) muziekcultuur in Noorwegen? 'Absoluut!', geeft Ådne toe. 'Maar door die cultuur ontstaat het gevaar dat muziek in middelmaat blijft hangen, omdat niemand een zware lijdensweg hoeft te ondergaan bij het produceren van kunst.'
Ik vertel Ådne dat veel linkse Nederlanders regelmatig tegen Noorwegen opkijken als een ruimdenkend, liberaal land, waar extremere ideologieën in zekere mate worden onderdrukt. De hypothese dat een rechts-extremist als Anders Behring Breivik door die onderdrukking zich juist genoodzaakt voelde een bloedbad aan te richten, verwerpt Ådne. 'Als je inhoudelijk kijkt naar de thematiek die oude Noorse blackmetal-bands toepassen, verschillen die in zekere zin niet eens zoveel van Breiviks manifest. Het ging bij hen net zo goed om het bewaren van de Noorse cultuur en traditie, een anti-marxistische visie. Maar in Breiviks geval, vind ik dat de nadruk meer gelegd moet worden op wat hij daadwerkelijk dééd, in tegenstelling tot wat zijn persoonlijke opvattingen zijn. Zolang je niemand pijn doet mag een persoon wat mij betreft geloven wat hij wil: zelfs al is het iets absurds, iets wat totaal het tegenovergestelde is van wat ik zelf geloof. Het is niet gevaarlijk…ténzij er mensen in koelen bloede worden vermoord.'
Als het Noorse muziekklimaat zo representatief is als Ådne beschrijft, is het dikwijls treffend dat de band in 2004 hun naam veranderde van The Beautiful People naar 120 Days, een referentie naar The 120 days of Sodom, de beroemde novel van Marquis de Sade uit 1785. Zelfs tot vandaag de dag roept het verhaal controverse op: verkrachting, moord, marteling en andere perversiteiten worden tot in de kleinste detail beschreven. Om het boek uit te kunnen lezen moeten fascinatie en zelfreflectie het winnen van pure afschuw. Kjetil: 'Ik heb het geprobeerd, maar ik moest op een gegeven moment toch stoppen.' Ook Arne en Jonas geven toe 120 Days of Sodom niet te hebben uitgelezen. Ådne steekt zijn hand op. 'Ik was volgens mij 20 of 21 jaar oud. Het heeft een enorme impressie op mij achtergelaten. Het dwingt jou om bepaalde vragen proberen te beantwoorden over onze menselijkheid, waar deze precies vandaan komt. Waarom voelen mensen zich überhaupt geamuseerd anderen te laten lijden? Ik weet niet of ik het boek aan kan raden…ik weet niet eens zeker of ik het een goed boek vind! Het is zeker niet De Sades beste boek: ik ben groter fan van Philosophy In The Bedroom. (pauzeert) Het nuttigste wat je uit het lezen van 120 Days of Sodom kunt halen, is te kijken hoeveel je als persoon daadwerkelijk kunt verdragen zonder jouw zelfbeheersing te verliezen.'
Helaas: ook voor 120 Days zelf is het boek dit jaar definitief gesloten. Of dit nu te wijten is aan een interne krachtmeting tussen vier gelijkwaardige, doch verschillende persoonlijkheden, het huidige dilemma tussen authenticiteit en originaliteit of de jeuk om in nieuwe, frisse bezettingen verder te gaan is slechts gissen. De meest veilige inschatting is een combinatie van de zojuist genoemde factoren. Een hiërarchie met chaos als belangrijk fundament is wellicht gezond een creatief proces, het staat nooit te nimmer garant een lange houdbaarheidsdatum. De 'functionele anarchie' van 120 Days bracht dit viertal tien jaar lang op enerverende wijze naar nieuwe muzikale hoogtes. Begin juni plaatste de band noodlottig de volgende verklaring op Facebook:
Dear friends: After a decade of playing music together, we've now decided to end 120 Days. We would like to thank everyone that has supported us by listening to our music and dancing at our shows. We still have some more live shows to play this summer/autumn with a final gig at Rockefeller September 8th.
120 Days has always been based on the feeling that we needed to make music -not for anyone else, but for ourselves. The four of us are still good friends, but as a musical constellation we've said what we needed to say, and rather than continuing for the sake of continuing, we'll end the journey here. We're very proud of what we've achieved, but everything must come to an end.
Thanks Ådne, Arne, Kjetil, Jonas
4 reacties