Het leek of er iets minder bezoekers waren dan vorig jaar, maar dat kan ook aan de gewijzigde indeling van het grote Wilminktheater en de zalen van Atak liggen. Feit is dat de aankleding van de tweede Enschedese editie van Crossing Border luxer was met meer aandacht voor eten en drinken. Het aardigste blijft dat je in de thuisstad van Grolsch mensen met een groene beugel bier door de zalen en gangen ziet dwalen of als in een nachtclub vooraan een podium ziet zitten aan een tafeltje met kaarslicht en als decoratie een stapeltje boeken.
Op de eerste Crossing Border-avond speelde Glen Hansard de rol van publiekstrekker. Hij kreeg de meeste tijd toebedeeld en de grootste zaal en dat is met reden. Want de Holland Casinozaal liet zich makkelijk meeslepen door de galmende en expressieve zang van de voorman van The Frames. Het heet hier solo-plaat en soloproject, maar verdient die naam niet: Glen Hansard heeft een grote band meegenomen die meer lawaai maakt dan zijn reguliere makkers. Het ligt er allemaal dik bovenop, maar is uiterst vermakelijk, helemaal wanneer hij zich laat verleiden door als Bruce Springsteen nummers af te sluiten.
mij=Door: DubbelMono. Foto’s: Storm
De fantastisch spelende, maar voorzichtig en houterig bewegende Matthew Houcke stal eerder op de avond onder zijn nom de plume Phosphorescent de show. Met twee toetsenisten, een pedal steel en toegevoegde drummer en bassist werkte hij zich door een mooie staalkaart van zijn oeuvre. Niet iedereen in de half gevulde Grolsch Zaal hield het geknepen stemgeluid van Matthew Houcke het hele optreden vol, maar wie bleef hoorde een prachtig optreden.
Vrijwel tegelijkertijd liet Nico Dijkshoorn horen, begeleid door het geweldige Ocobar en met een gastoptreden van Wilfried de Jong, dat muziek liefhebberij is. En dat bedoel ik in de meest posititeve zin van het woord: zelden iemand op het podium gezien die zo duidelijk laat blijken hoe gelukkig hij is daar te mogen staan. En dat kwam over: het publiek was dolenthousiast. Terecht, als het niet door Dijkshoorn en zijn rare hoedje was, dan wel door zijn fantastische begeleiders.
Eerder op de avond speelde Villagers (Conor O’Brien) met een uitgebreide band van veertien man. Blazers, inclusief popvreemde instrumenten als dwarsfluit, klarinet, trombone – ook in de band van Glen Hansard dook dit koper op – en strijkers vulden zijn reguliere band (‘the Village People’) aan. stargaze – geen hoofdletter – heet het klassieke combo dat zijn band aanvulde. Conor O’Brien speelde, nerdy als een Britse kostschooljongen, een slimme mix van bijna pastoraal aandoende stukken en publieksfavorieten als “The Bell”, waarin hij en het publiek zich konden laten gaan.
Mighty Oaks speelde in de kleine, goedgevulde Saxion Zaal. (Andere zalen heten Grolsch Zaal, Holland Casino Zaal en in een andere stad in Twente heb je een Rabotheater: gesponsorde theaters betekenen lelijke namen). Het trio (of waren ze toch met z’n vieren?) speelt folk alsof hun leven er vanaf hangt en de archetypisch hippe folkzanger met lang haar, muts en baard vertelde dat de band in Berlijn woont en dat ze dus regelmatig in de buurt speelt.
In het tot Club de Ville omgedoopte Atak Café worden niet alleen schrijver geïnterviewd, maar speelt ook celliste Lori Goldston. Ze spreekt niet of nauwelijks met het publiek – dat laat ze aan haar instrument over – en trekt zich niets aan van het rumoer dat soms door een open- en dichtslaande deur binnendringt. Ze is ongetwijfeld de onbekendste muzikante van deze editie en toch hebben miljoenen mensen haar gehoord en gezien: ze speelt mee op Nirvana’s Unplugged in New York. Haar rol bij dat optreden is ingetogener dan het expressieve spel dat ze hier laat horen.
De samensteller van het literatuurprogramma heeft willen laten zien dat er veel goede regionale interviewers zijn: de Enschedes uitgever Paul Abels spreekt met Marente de Moor, journalist Theo Hakkert – standplaats Goor – interviewt onder meer Amity Gaige en met een vette knipoog is Deventenaar Enno de Witt gekoppeld aan cult-auteur Patrick DeWitt. Het publiek lijkt het hier een beetje te laten afweten. Dat doet men niet bij het college van Joost Zwagerman. In zijn lezing-met-lichtbeelden (ouderwetse dia’s) zweept hij zichzelf zo op tijdens zijn verhaal over Amerikaanse beeldende kunst dat de aanwezige boekhandel op één na alle vijftig meegenomen exemplaren van Zwagermans Americana verkoopt.
Vrijdagavond passeren nog een aantal schrijvers de revue (en regionale interviewers) en is er bovendien een klein filmprogramma. Maar verheugen we ons vooral op Warpaint, Shovels & Rope en John Grant.
Mooie reportage. Dat er geen recht evenredige relatie is tussen kwaliteit en publieke belangstelling wisten we al, maar bij het -vond ik- fabuleuze optreden van celliste Lori Goldston bleek het wel heel duidelijk.