Larkin Grimm maakt er op haar debuutalbum geen geheimpje van dat ze een voormalig lid is van The Dirty Projectors, een band wier albums op File Under in het verleden genuanceerde woorden als “een praktisch onbeluisterbare CD” en “Bah! Kutplaat.” losmaakten. Geheel volgens Projectors-trademark schuiven zang en muziek overal op Harpoon in perfecte nietkloppendheid over elkaar heen en brengt de muziek net zo makkelijk het beeld van een verlaten ziekenhuisafdeling met mysterieus wapperende klapdeuren naar boven als dat van een kleurrijk Burger King-interieur met een kledder honing/mosterdsaus op de muur. Een andere te trekken vergelijking is die met Kevin Blechdom: het praatzingen, de meerdere stemmen die elkaar voortdurend wegduwen, de teksten over het wanhopig snakken naar een man en een bepaalde lelijkheid van stem die vreemd genoeg eerder ontroert dan irriteert zijn allemaal stukken fruit waar mevrouw Blechdom ook mee op de markt staat. De verschillen zijn echter veel groter: het instrumentarium van Larkin bevat geen goedkope keyboardjes en haar teksten gaan nergens over tieten op de barbecue. Dat vind ik een beetje jammer, want dit soort onvoorspelbare, speelse muziek leent zich juist heel goed voor oppervlakkige raarheid, en veel minder voor Larkins bloedserieuze poëzie. Haar ernst heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat ze in een familie vol zangers en fluitspelers is opgegroeid, tussen de voetheuvels van de Appalachen. Dat soort mensen heeft natuurlijk geen barbecue.
mij=Secret Eye / Clearspot