Jay Smith staat ontzettend stoer te zijn op de hoes van King Of Man. ‘Watmoetjevanme’-blik, blote bast, plakplaatjes, bestudeerd nonchalante sigaret in de mond, de hele mikmak. Maar ondanks zijn naam is Jay Smith een Zweed, en ondanks die stoerheid was hij gewoon winnaar van de Zweedse Idols. Daarmee wil ik niet meteen zeggen dat ‘ie een complete nepperd is, maar wel dat de eerste indruk misschien niet helemaal de juiste is, ook muzikaal niet. “Cowboys From Hell” is nog een lekkere bluesrocker waar hij wel iets van een ingetogen Zakk Wylde heeft, maar op andere momenten hoor je meer Joe Cocker of Kid Rock (“Keeps Me Alive”) en bij “Sanctuary” is mijn associatie dan weer vooral Serj Tankian. In het navolgende “Keep Your Troubles At Bay” zijn dan weer blazers en ‘wap-wap-waoeeee’-koortjes te horen en zit hij dicht tegen het bigbandgeluid van Brian Setzer aan. U ziet ‘m al aankomen, Jay Smith gaat als een kameleon door allerlei dat-vindt-iedereen-leuk-stijlen heen, maar een keuze wordt er niet gemaakt. Wat ‘ie doet doet ‘ie goed en zijn stem is meer dan aangenaam, met een fijn rauw randje, maar om nou te zeggen dat hij een eigen stijl heeft…. nou nee. Eerlijk gezegd is hij nog steeds een typische Idols-artiest, die zich met gemak stijlen van anderen eigen maakt – zelfs nu het eigen songs betreft en geen covers. Daar kom in het begin van je carrière nog mee weg, maar je moet oppassen dat je geen veredelde jukebox wordt. King Of Man is vermakelijk, maar niet méér dan dat. Het zal mij benieuwen of ‘ie de volgende stap kan maken.
mij=Gain/Sony
4 reacties