Met haar uitdagende, omvangrijke programmering is Incubate bij uitstek hét festival waar de connoisseurs en cultuurfetisjisten elk jaar reikhalzend naar uitkijken. Van Immortal tot Kurtis Blow, van Built To Spill tot Biosphere, van Cocorosie tot Tim Hecker – bijna alle denkbare genres en stijlen zijn ruimschoots vertegenwoordigd. Daar is ook de tijd voor, want we beginnen op maandaag en gaan door tot zondag. File Under zou File Under niet zijn als er niet ook iedere dag verslag gedaan werd van het festival.
Het startschot van Incubate wordt gegeven door Lambchop. En daar is Lambchop blij mee, laat Kurt Wagner met regelmaat weten. Bij Wagner kun je aan zijn hoofddeksel zien wat je gaat krijgen. Is het een cowboyhoed, dan gaan we de countrykant op, met een baseballcap gaat het meer americana worden. Hij heeft zijn baseballcap op, een hoofddeksel dat ik prefereer bij Wagner. Met een zeskoppige band weet hij zijn verstilde nummers prachtig neer te zetten. Uitbundig weet het nooit, maar in alle kalmte wordt toch nog veel kracht ontwikkeld. Een hoofdrol is er voor de blazer die met alles waar maar geluid uit komt, (klarinet, diverse saxofoons, dwarsfluit) de accenten op die juiste plek weet te leggen waarmee Lambchops muziek naar een hoger plan getrokken wordt. Wagner heeft er ook overduidelijk zin in en dat merk je, als het tussen de nummers door ineens over masturbatie gaat, een van life’s simple pleasures. Speciaal voor dit optreden heeft VJ Michelle van Mil beelden gemaakt. Dat werkt als er groot uitgepakt wordt, met een veel schermen. Al zijn niet alle beelden even goed gekozen. Wat deed die uitvergrote geit daar ineens?
Het Britse Still Corners mag de spits afbijten in Paradox: zwierige synthpop in het verlengde van Chromatics, Goldfrapp en Austra, zo nu en dan aangesterkt door een aanzwellende shoegaze-trip. Zangeres Tessa Murray staat op het podium met een enigmatische air, de helft van haar gezicht bedekt onder haar lokken als een soort blonde Jessica Rabbit. De rest van de bandleden lijkt vooral gefixeerd door hun effectenbakken en apparatuur. Tijdens dit uurtje grijpt Still Corners nét iets te makkelijk terug naar de gewenning. Het viertal zoekt zelden interactie met het publiek. Door die kloof zie je mensen al na het derde liedje verveeld turen in de programmaboekjes en smartphones.
Bij dit soort bands hoop je dat er iets misgaat, om te zien met wat voor schepsels we te maken hebben. Ondergetekende staat oog in oog met Murray en is bijna geneigd om gekke bekken te trekken om de zangeres uit haar sleur te halen. Maar nee hoor: elk liedje grijpt ze meteen naar haar flesje water. Slokje nemen, volgend liedje, weer slokje nemen… etcetera. Uiteindelijk wordt de gezapigheid eventjes doorbroken als Murray in de zaal vraagt naar ene Mart, die blijkbaar had beloofd om naar Tilburg af te reizen om Still Corners vanavond te zien. Niemand steekt een vinger op. Met nerveuze lach doorbreekt Murray de pijnlijke stilte: “We were gonna dedicate this next song to him…but now we’re not.” Yowch. Goed, meneer Smeets praat zichzelf weleens vaker voorbij, dus misschien was dit wel terecht. Afgezien van een grillig slotstuk, waar een wilde Greg Hughes zijn gitaar mishandelt, bekoort Still Corners hier net te weinig om zich van genregenoten te onderscheiden.
Als we 013 binnenlopen, wordt één ding meteen duidelijk. White Hills neemt geen gevangenen. In het café van 013 is de herrie al aanzienlijk. De band rond gitarist Dave W. en bassiste Ego Sensation speelt voor een Dinosaur Jr.-achtige muur van versterkers die amper op het podium van 013 past. De drummer is ervoor naar de zijkant van het podium verdreven. Ook de psychedelische stonerrock van de band wordt met veel energie gebracht. Niemand voor het podium kan blijven stilstaan. Sterker: het begrip ‘powertrio’ wordt hier geherdefinieerd! Lange elektronische intro’s worden afgewisseld met krautiaanse tempowisselingen en het dynamische basspel van de platinablonde Sensation legt een puike basis voor Dave W. om simpel doch effectief te soleren. De oordoppen zijn nodig en de uitstekende lichtshow laat zien dat hier een BAND staat die de ROCK nog serieus neemt. Heerlijk! Dat staat nogal in contrast met de indie shoegaze van The Sweet Release of Death. Niet dat het minder was deze Rotterdammers brachten. Alleen rammelt dit bandje op een prettige aangename manier. Ook The Sweet Release of Death zijn met zijn drieën, maar dit noemen we geen powertrio. Wel aangenaam, dat dan weer wel.
Bleekneusje DM Stith durft het intussen aan in zijn uppie de Paradox te verstillen, nog voordat zijn The Revival Hour aantreedt. Stith heeft zich met zijn solo-album Heavy Ghost al bewezen als geestdriftig koorddanser van geluid, zijn breekbare falset fungerend als teder bindweefsel tussen weemoed en triomf. Emoties die Stith moegestreden met zich meesleepte als een bal met ketting. Vanavond slaan die pieken en dalen beduidend minder hard in de maag dan we tijdens zijn solo-optredens gewend zijn. Nu heeft Stith namelijk de nodige versterking die de bal voor hem draagt. We zien hierdoor een behaaglijker artiest die veel meer als muzikant op het podium staat dan als troubadour. Als de rest van de bandleden het podium op sluipen om zijn laatste solo-liedje feilloos over te laten vloeien tot de “officiële” The Revival Hour-set, zie je Stith wild naar de geluidsdame gebaren dat zijn PA opgeschroefd moet worden.
Die overgang pakt overigens tamelijk geniaal uit. The Revival Hour maakt dreigende, onheilspellende psychfolk, doorspekt met subtiele elektronische geluiden; op plaat heerlijk geraffineerd, live weet het kwartet haar momentum helaas niet lang vol te houden. Juist die elementen die op het debuut Scorpio Little Devil pure nostalgie oproepen (zoals de prachtige doo-wop piano van single “Hold Back”) komen gewoon rechtstreeks uit de laptop. Hoe slim deze muzikanten het verder ook spelen, dit is een ongelooflijke spelbreker. Waar de band haar geluid slim doseert op plaat, blijkt het songmateriaal niet overeind te staan in een live-omgeving. The Revival Hour bijt maar niet bijtend genoeg, huilt met enkel krokodillentranen. Een groot verschil het optreden van Angel Olsen vorig jaar, weliswaar zonder het muzikale vernuft van Stith, maar mét een net zo geraffineerd repertoire wél wist te beroeren. The Revival Hour hangt vanavond net iets te veel de intellectuele muzikantenband uit en blijft hierdoor steken in Het Voorgeborchte.
Jesu, uit Wales, maakt, bij binnenkomst in de kleine zaal, de gearhead in mij wakker. Eerst maar eens snaren tellen. Twaalf in dit geval. Zeven voor Justin Broadrick, nog van Godfleshfaam en vijf voor de bassist. Dat noopt dan meteen ook de drummer maar eens te checken. Eeeh, drummer? Die is er dus niet. De beats worden geleverd door de laptop van Broadrick en dat is meteen de makke van Jesu. Door de elektronische basis komt de industriële postrock eigenlijk nooit tot leven. Jesu verkent de trage donkere apocalyptische kanten van de (post)rock, maar dat is een kant waar je de muziek ook wilt voelen. Iets dat een band als A Place To Bury Strangers, die later deze week nog zal optreden, goed begrijpt. Maar halverwege het optreden van Jesu gaan de oordoppen zelfs uit, om de gitaar goed te horen. En dat is zonde, want de nummers zijn er goed genoeg voor. Een optreden van Jesu zou gebaat zijn met de toevoeging van een drummer, een toetsenist en een dove geluidsman. Nu kunnen ze de aandacht niet lang genoeg vasthouden.
Raketkanon, Raketkanon, Raketkanon! Ja, dat is een band waar ondergetekende zich sterk op verheugde. Vooral omdat de taferelen van zanger Pieter-Paul Devos altijd garant staat voor de nodige oproer. Helaas pindakaas, de Cul de Sac staat prop en propvol met bezeten fans. Zijn het hoofdzakelijk ramptoeristen of liefhebbers van de meest originele bak herrie die de Benelux in jaren heeft geteisterd? We kunnen helaas niet zien of Devos dit keer eindelijk met een verdovende prik en dwangbuis wordt afgevoerd naar het gesticht. Het lijkt slechts een kwestie van tijd.
En zo opent Incubate 2013 geheel in stijl met de subtiele pracht van Lambchop, en kunnen we de maandag met de ongebreidelde chaos van Raketkanon afstrepen. Wij zijn alvast aangenaam ontregeld.
4 reacties