Je hebt artiesten die nooit van de gebaande paden afwijken (‘Couplet, refrein, couplet, refrein, bruggetje, refrein, refrein met uithalen, klaar!’) en artiesten die er juist veel te ver vanaf slenteren (‘Als ik de opname van die stervende meerkoet nou eens over die van de pruttelende pan macaroni heenplak… oh god ik ben geniaal.’), en je kan daar maar het beste ergens tussenin zitten. Je moet alle regels die er bestaan in de muziekmakerij altijd volledig negeren, maar ondertussen ook niet zo veel lef hebben dat je een anderhalf uur durende opname van een sofinummers oplezende clown durft uit te brengen. Iemand die het snapt is SJ Esau, die op zijn laatste album Small Vessel iets heeft gevonden dat van onschatbare waarde is: precies de goede mate van schijt hebben aan. Het nummer What Happened begint als een krakerig akoestisch liedje dat langzaam wint aan nieuwe lagen geluid (zanglaag, drumcomputer, nog een zanglaag, fluit, brommende wasmachine, zanglaag), die uiteindelijk in elkaar versmelten en resulteren in een onverwacht prachtige minuut van witte ruis. Zo gaat het over het hele album: je vindt als luisteraar steeds schoonheid op onverwachte, smerige plekjes. Liedjes als Frustrating of Depth Perception Lack zijn van begin tot eind prachtig georkestreerd, maar er hangt toch een soort ochtendurinegeur om de nummers heen die elke vergelijking met Sufjan Stevens en zijn gladjakkerviolen op een afstand houdt. Gelukkig maar. Al had Sufjan Stevens misschien een album als Small Vessel kunnen maken als hij meer dan één bal had.
mij=Anticon / Konkurrent