Voor Saxon heb ik altijd al een zwak gehad. Op mijn vijftiende was Saxon een van de bands waarvan ik een patch op mijn spijkerjack had zitten en wat er daarna ook gebeurt, zo’n band blijft iets voor je betekenen. Ze hebben behoorlijke dieptepunten gekend en hun tournees spelen zich doorgaans af in relatief kleine zaaltjes, maar de sound heeft hooguit licht productionele wijzigingen ondergaan. Zanger Biff Byford is dan ook nog altijd de spil van Saxon, met een stem die ik alleen als sirene kan omschrijven. En dat is dan niet zo’n mythologische zingende juffrouw, maar zo’n herrieding. Prettige herrie, dat dan wel, en zo herkenbaar als de Union Jack. In deze eeuw hebben ze hernieuwde inspiratie gevonden en daarmee ook nieuwe aandacht. Into The Labyrinth is hun nieuwste album en het is wederom een album dat de moeite waard is. Titels als “Battalions Of Steel”, “Live To Rock” en “Valley Of The Kings” maken duidelijk dat er nog steeds weinig veranderd is, maar zeg nou zelf, een compleet nieuwe richting voor Saxon zou ongeloofwaardig zijn. De huidige line-up speelde tien jaar geleden ook al samen en dat hoor je. Bovendien blijkt Biff Byford nog steeds alles moeiteloos aan te kunnen. Wat je helaas ook hoort is dat er met Charlie Bauerfeind een Duitse producer aan het roer stond. De productie is regelmatig wat te glad, met teveel echo, teveel distortion en vooral te weinig pure rauwheid. Daardoor zijn de tragere songs op dit album de beste, simpelweg omdat er daarbij nog voldoende lucht tussen de instrumenten zit. Een van die rustiger tracks is trouwens een oude bekende: “Coming Home”, oorspronkelijk in 2001 op Killing Ground verschenen, staat er hier op in een fraaie slidegitaarversie die er Southern Rock-blues van maakt. Qua songs en uitvoeringen is dit album zeer de moeite waard. Het is jammer dat de productie daarbij achterblijft.
mij=Steamhammer / SPV / CNR