Verdraaid, hij flikt het dus toch. Calvin Harris was voorbestemd om een eendagsvlieg te worden met zijn hit “Acceptable in the 80’s” uit 2007 (die het overigens nooit zo ver geschopt heeft als de eerdere en nog flauwere ‘lol, internet’-internetmeme rondom “Running in the 90’s”). Maar Harris’ tweede album is een stuk leuker en breder dan dat. Het is typisch zo’n dancepopplaat die net zo makkelijk wegluistert tijdens je werk als op een dansvloer, en waar toch een handvol potentiële hits op staan. Om je een idee te geven: het kan zich uitstekend meten met de Basement Jaxx. Als je Ready For The Weekend op de millimeter gaat bestuderen, zou je echter kunnen zeggen dat Calvin Harris een soort imitatiemuziek maakt. Diverse tracks klinken als een schijnbaar willekeurig achter elkaar geplakte collectie van elementen die een nummer ‘grappig’ of ‘interessant’ maken, maar echt originele invalshoeken zitten er niet in. Net niet retecommercieel, maar toch ‘intelligent plat’. Voorbeeld. Neem een intro met rare piepjes, dan een loeiende saxofoon, dan een zompige beat, dan nog wat game-achtige zoembliepjes en een meezingrefreintje dat op je gevoel speelt (“These are the good times in your life, so put on a smile and it’ll be allright”), herhaal dat allemaal nog een keer, gooi er op het eind nog een extra synthje overheen, en presto, je hebt “The Rain”. Het knappe is dat het opvallend vaak toch werkt. Dat ritme en die koebellen die opeens in “Yeah Yeah Yeah La La La” tevoorschijn komen, die break in “Stars Come Out”, de snoepdoos van Calvin Harris is rijkgevuld en tamelijk verslavend. Dat meneer zijn composities handig bij elkaar sprokkelt, en dat “Worst Day” een oervervelende track is waar de skipknop zo ongeveer voor is uitgevonden, zien we voor dit keer maar door de vingers.
mij=Sony