Lowlands, ‘s nachts. Lang nadat je het festivalterrein hebt verlaten en op de camping je slaapzak hebt opgezocht, hoor je nog de ‘oempf oempf’ stampklanken uit de Bravo. Prettig hoe rustgevend dat ritme kan werken, ook om simpelweg naar te luisteren en uiteindelijk in weg te zinken. Techno als basis waarnaar alle muziek terugkeert. Net zo kun je Efdemin’s derde album Decay beschouwen als een ultiem technowerkstuk, waarbij de diepe 4/4-bass eigenlijk niet varieert, maar het hele ambientlandschap erboven als spannende wolken aan je voorbijtrekt. Om de tien minuten hoor je een mooie uitspraak, een radiofragmentje of een spaarzame vocal, en natuurlijk zijn er wat synths, maar dat is het dan wel. Efdemin, alias de Duitser Phillip Sollmann, gaat weliswaar niet zo extreem ver als bijvoorbeeld de Engelse dj NX1, die alleen nog maar wat percussie boven de diepe beat zet (check diens plaat PR1), maar je moet geduld hebben voor Decay. Het is weer een stapje abstracter dan pakweg Underworld of Daniel Avery. Daardoor wordt het saaier, maar ook puurder. Voer voor technoclubs, lastig om erover te schrijven; ik zou bijna vervallen in geneuzel over Detroit waar behalve muzieksnobs echt niemand op zit te wachten. Van het in drie maanden in Japan opgenomen Decay zijn inmiddels ook wat al even stijlvol minimale remixes uit (Decay Versions, o.a. Asusu, The Borderline State (spacexylofoons!) en Vid), die ook de moeite waard zijn.
mij=Dial Records
4 reacties