Als twee erkende genieën als Dangermouse en Shins-frontman James Mercer de handen ineenslaan voor een samenwerkingsverband, dan schept dit huizenhoge verwachtingen. Misschien zelfs wel ridicuul hoge. Zo hoog dat het resultaat bijna bij voorbaat tegenvalt. Ik wil niet beweren dat wanneer twee (relatief) onbekende artiesten de plaat die deze twee mannen nu onder de naam Broken Bells uitbrengen de hemel in geprezen zou worden, maar ik denk wel dat de cd enthousiaster zou worden ontvangen. Laat ik eerlijk zijn, mij viel Broken Bells in eerste instantie ook tegen. Wat wreekt is dat je als vanzelf vergelijkingen gaat maken met de eerdere projecten van de twee. Dit roept het gevoel van restjesmateriaal op, wat me onterecht lijkt. Daarom liet ik de plaat na meerdere draaibeurten even rusten. Toen ik ’em zondag weer oppikte was de smaak in eens een stuk beter. Was dat omdat de plaat ondertussen gerijpt had, of omdat mijn verwachtingen onbewust bijgesteld waren? Want een liedje als de eerste single, “The High Road”, is toch gewoon een heel fijn popliedje waarin de balans tussen de productionele kwaliteiten van Dangermouse en Mercer perfect in evenwicht is? En is het niet fijn dat de cd vaak een soort melancholieke mix tussen Air en The Beatles laat horen, zoals in songs als bijvoorbeeld “Your Head Is On Fire”, “Sailing To Nowhere” of “October”. Je kunt het ze volgens mij moeilijk kwalijk nemen. Geinig is ook wanneer Mercer een bijna Robert Smith-achtige stem opzet in daardoor ietwat donkerder klinkende “Trap Doors”. Oké, de verwachtingen worden dan misschien nog niet geheel ingelost en één plus éém resulteert op Broken Bells niet in twee of meer, laat staan anderhalf, maar heel ontevreden zijn met het resultaat is ook onterecht.
mij=Columbia / Sony
Mooie interactieve 3D-animatie bij “October” in je browser op http://www.brokenbells.com/october/ (via @harmpy)