We schrijven 16 december 1773, de dag waarop het bekendste protest tegen belastingverhoging in de geschiedenis plaatsvindt. De kolonisten zagen niets in de belasting die de Britse troon had doorgevoerd, en in de haven van Boston beklimmen zestig als indiaan verklede kolonisten een drietal Britse handelsboten en gooien alle handelswaar als protest overboord. The Boston Tea Party is geboren, en de Onafhankelijkheidsoorlog tussen de Britse kolonisator en haar eigen kolonisten was een stap dichter genaderd. De zonen van de vrijheid (zo noemde de groep kolonisten zich) hadden hun stempel gezet op het grote blad van de wereldgeschiedenis, eentje met vele gevolgen. Of het Belgische noisepop-duo dat deze naam heeft geadopteerd als de vaandel waaronder zij varen hetzelfde zal doen, is maar de vraag. Hoewel de elf nummers op Little Trouble Kids los allemaal lekker kraken, de stem van de zangeres niet anders dan prachtig mag heten en de productie erg puur is, ontstaat halverwege de plaat de indruk dat het duo vaak dezelfde metronoom gebruikt bij het schrijven van hun muziek. Eentje waarvan het gewicht vast gelast is op een standaard tempo. Tim VanHamel, die de productie op zich nam, is razend enthousiast over dit muzikale koppel, en ergens is dat ook wel te begrijpen gezien de eerlijkheid van geluid en nummers. Maar de eentonigheid slaat even hard toe, ondanks leuke overdubs, vette riffs en fraaie zanglijnen. In een tijd waar de tweemansbands bijna de standaard lijken te worden, is Boston Tea Party een leuk tussendoortje, weinig originele edoch fijn vuige en lichtelijk gestoorde garagepop. Maar morgen stap ik wel op mijn fiets naar mijn lokale platenpusher om de heruitgave van de eerste twee EP’s van Japandroids te kopen. En tijdens die vijftien minuten fietsen luister ik naar een random mix van Carusela, TV Buddhas, Moi Non Plus en The Black Box Revelation. Allemaal tweetallen met net iets meer variatie en ballen.
mij=Kinky Star / Munich