‘Wat je van Matthew Dear vindt, hangt waarschijnlijk ervan af hoe je precies met hem kennismaakt’, schreef Stonehead in zijn recensie van Matthew Dears vorige album Asa Breed uit 2007. Welnu, mijn kennismaking met deze via Michigan naar New York verhuisde techno-Texaan was kort geleden pas, toen ik Black City onbeluisterd in mijn iPod had geperst en later in de auto het nummer “Little People (Black City)” voorbij kwam geshuffeld. Om precies te zijn reed ik op dat moment bij het vallen van de nacht op de A2 bij Utrecht. Een lange stroom witte koplampen trok aan me voorbij terwijl ik zelf deel uitmaakte van een stoet rode achterlichten. Naast me de glooiende vormen van winkelcentrum The Wall, een fabriekspijp, een groep hijskranen, de kabels tussen elektriciteitsmasten golvend op en neer, met daar achter de donkere stad. De duistere, zuigende glamfunk van Matthew Dear vormde de perfecte soundtrack bij dit beeld. Ik speelde het album in zijn geheel af en hoorde Talking Heads‘ Remain In Light, David Bowie en Brian Eno op multigelaagde repeterende trage technotracks en funky discoritmes, vervormd praatzingend door Dear in grimmig lage regionen. Op Black City versmelt de avant-garde van dik dertig jaar geleden met de klikkende technobeats en microhouse van nu. Een track als “You Put A Spell On Me”, met toenemend snerpende electrosynths en bliepjes had niet misstaan op LCD Soundsystems laatste. Maar er wordt niet alleen gedanst in de krochten van de donkere stad. Opener “Honey” en met name afsluiter “Gem” gaan de lucht in, meer richting ambient, daar waar het ochtendgloren de duisternis langzaam maar zeker verdringt. Een atmosferische reis door de stad op een compleet en perfect geproduceerd album, vol met sonische details. Matthew Dear komt hier tot een perfect samengaan van alternatieve pop en techno. Een prachtplaat. Aangenaam zo kennis te maken.
mij=Ghostly / Pias