Zo op het eerste gehoor zou Jesca Hoop best in de Mega Top 50 kunnen staan. Het eerste deel van het derde album van de Amerikaanse, maar inmiddels in Manchester wonende, singer-songwriter begint met het catchy “Born To” en daarna volgen er nog drie zeer hitgevoelige liedjes. Maar schijn bedriegt, want dit voormalige kindermeisje van de kinderen van Tom Waits en Kathleen Brennan en de gewezen achtergrondzangeres van Peter Gabriel is te eigenzinnig om muziek te maken voor de massa. Haar teksten zijn allesbehalve simpel en nietszeggend en het tweede deel van het album laat de wat meer grillige kant van Jesca Hoop horen. Het titelnummer, “The House That Jack Built”, is een mooie ballad die nog wel aardig binnen de lijntjes kleurt, maar daarna vliegt ze in “Ode To Banksy” en “Dig This Record” alle kanten op. Spannende arrangementen zorgen ervoor dat het nergens voorspelbaar wordt. Jesca Hoop heeft een lekker ruisje in haar stem, wat vooral zeer aangenaam klinkt in de wat lagere stukken. Toch breekt al die grilligheid en inventiviteit me op den duur een beetje op. Overdaad kan ook schaden en sommige nummers zitten te vol met ideeën, tempowisselingen en geluidjes. Op haar best vind ik Jesca Hoop dan ook in de prachtige ballad “Deeper Devastation” waarin ze laat horen dat ze al die drukte eigenlijk niet nodig heeft. Dit zal een kwestie van smaak zijn, Jesca Hoop heeft genoeg talent in huis om zich aan te sluiten bij collega's die ook lekker hun eigen ding doen, zoals Feist, Cat Power en Lykke Li.
mij=Bella Union
Leuk plaatje inderdaad. Bedankt voor de tip 🙂