Elke jongen van mijn leeftijd moet het een keer met z’n maten hebben gedaan op een schooldisco. Precies, gelijk goed geraden: het menselijke Madness-treintje. De impact van de skagolf met Madness vanuit Camden, Londen en stijlgenoten als The Specials en The Selecter vanuit Coventry op mijn generatie ten tijde van de brugklas was immens. We spreken hier over 1979, 1980, en die springerige ska was toen overal te horen. Tot ver in de jaren tachtig bleef het genre onverminderd populair, ook al waren de vaandeldragers allang serieuzere muziek gaan maken (Madness) of gestopt (The Specials). En hoewel ik The Specials altijd het allerbeste bandje uit die tijd ben blijven vinden is Madness mij ook altijd erg lief gebleven. Zanger en boegbeeld Suggs (echte naam Graham McPherson) heeft in de loop der jaren zijn carrière ook naast Madness aardig op peil gehouden door TV-presentatiewerk, een paar aardige soloplaten en zelfs twee boeken: Suggs and the City (over zijn geliefde Londen) en de autobiografie That Close. Naar eigen zeggen weet Suggs ook een aardig feestje te kunnen bouwen op de vrijdagavonden en om ons een beetje mee te laten genieten heeft hij nu The Suggs Selection samengesteld met de plaatjes die hij op zo’n avond de revue laat passeren. Nu zijn er al vaker dat soort albums verschenen. Wie herinnert zich van eerder deze eeuw niet series als Under The Influence met hele fijne bijdragen van Paul Weller en Morrissey. Of wat te denken van Back To Mine met o.a. Faithless en New Order die hun smaak met de goegemeente deelden. Wat Suggs ons voorschotelt is bijzonder smakelijk en licht verteerbaar. Niet gehinderd door enige chronologie hobbelen we aan Suggs’ hand door vier decennia popmuziek. Van de aalgladde Northern Soul van Freda Payne’s “Band of Gold”, via de klassieke pop van The Kinks met “Victoria”, langs de stampende skinheadreggae van Harry J Allstars’ “Liquidator” en de zoete reggae van Ken Boothe’s soulvolle “Everything I Own”, komen we uit bij new wave pop van The Cure met hun hit “Close to Me” en het springerige “Beat Surrender” van The Jam. Ook hits van de al eerder genoemde Specials en zelfs zijn eigen bandje staan er keurig tussen. Het is echt een paar uur topvermaak zonder ook maar ergens al te diepgravend te werk te gaan. Precies wat je op een vrijdagavond thuis of in de pub zou willen horen. Enige omissie is het ontbreken van één of twee liedjes van Prince Buster, de reggae-grootheid die Madness haar naam gaf en die door Suggs te pas en te onpas als grote inspiratie wordt genoemd. Wellicht kregen ze dat met de rechten niet voor elkaar, maar het blijft jammer. Al met al een heerlijke set voor de vrijdagavond maar ook voor de langere autoritten een hele fijne compilatie.
mij=Universal
4 reacties