Sean Carey maakt bepaald geen enge muziek. Eerder babybilletjeszacht. Hij past daarmee perfect in het spectrum van de hedendaagse indiepop. Ik kan hier zonder problemen aansluiten op Stoneheads recensie van The Go Find. Carey drumt – als hij niet solo bezig is – bij Bon Iver, en met hem deelt de singer/songwriter een voorliefde voor bloemrijke arrangementen. IJle vocalen vormen de basis van tintelende songs. Alsof je op een bergweide ligt en de wind met je haren speelt. De emotionele beklemming van Bon Iver blijft wel achterwege. Sterker nog ik heb het gevoel dat Carey vergeleken met zijn vorige album wat conservatiever en saaier is geworden. Geen DM Stith-puzzeltjes, maar de ambachtelijkheid van Patrick Watson. Het heeft klasse, maar het is ook een beetje kitscherig, net even te feeëriek. Het Lord of the Rings-achtige “Fleeting Light” had bijvoorbeeld niet gehoeven. Deze lichte ergernis ontstond echter pas na vele luisterbeurten. Daarvóór had ik een heel ander theorie. Je kan Range Of Light prima zien als een songsuite, culminerend in “Neverending Fountain”. Het slotnummer is met afstand het hoogtepunt van de plaat, een transcendente track die langzaam naar de hoogste toppen opstijgt. De frisse lucht zorgt eíndelijk voor kippenvel, met dank aan een productie van Jon Hopkins-allure. Ook zo’n man die helemaal van nu is.
mij=Jagjaguwar/Konkurrent
4 reacties