Geen grap, het concept Omega Male bestaat werkelijk. Het verwijst naar het laagst geklasseerde mannetje in een roedel. Volgens Askmen is het een aanwijzing wanneer je 'stripboekencollectie' je identiteit bepaalt. Daar zul je vast wel een platenkast voor in de plaats mogen denken… Enige zelfspot kan dit Engelse electropop-duo dus niet ontzegd worden, al geven ze wel wisselende signalen af. 'Why try when we just won't fail?' zingen ze bijvoorbeeld in de naar henzelf vernoemde opener. Zowel muzikaal als qua gevoel voor humor bevindt Omega Male zich in de hoek van Don Turbolento. Krautrock met een dikke electronische saus, al is die hier nog gladder geroerd. Net als hun Italiaanse collega's geven de mannen in de muziek zelf duidelijke hints waarmee ze vergeleken willen worden. In een van de leukste nummers “Testosterone” (dat het mannenthema dus continueert) fluistert men ritmisch een onverstaanbaar woordje waar ik altijd 'anarchy' in heb gehoord, net zoals Underworld dat deed op “Jumbo'. Na de dancy openingsfase vervolgt men het album met wat meer op rock georiënteerde tracks. Echt bijzonder van niveau zijn die niet, maar dat geldt plotseling wél voor de afsluiter. “Buildings Like Symphonies” doet wat het belooft en bouwt via een Jon Hopkinsachtige-synthlijn en symfonische strijkers (zing er zachtjes 'drive boy drive boy digital angel boy' bij) aan de grandeur van David Byrne. Een heuse kers zonder taart, maar ik had 'm niet graag gemist.
Steve Marion lijkt me ook geen alfamannetje. Hij noemt zichzelf al delicaat, en zijn gitaarspel is iel en melodieus. Als een klein meisje dat giechelend naar school huppelt. Delicate Steve gaat op Positive Force verder waar hij op zijn fantastische vorige album Wondervisions was gebleven. Ook letterlijk, want de eerste melodie die hij speelt komt me verdraaid bekend voor. Ik floot 'm zo mee. Sowieso is het gevoel van dit album nóg wat melodieuzer en vrolijker. Dit keer krijg ik minder het gevoel van een onvermijdelijke psychedelische trip, maar elf losse en ritmische deuntjes waar iedereen blij van zou kunnen (en moeten) worden. Hoewel het instrumentale gevoel overheerst wordt er stiekem ook vrij veel gezongen. Veel 'oohs' en 'aahs', die ingenieus en meerstemmig achter de gitaarpartijen zijn verstopt. In dé hit van de ambitieuze plaat (“Two Lovers”) klinken er zelfs heuse woorden. Die van de titel. Delicate Steve haalt de John Frusciante in zichzelf boven, en speelt na een Afrikaans klingelend intro een heuse 'under the bridge'-riff. Ik denk dat langharige positivo Frusciante het hippie-gevoel van de rest van de track wel zou waarderen. Een andere uitschieter is de titeltrack, die opnieuw een vaag te omschrijven wereldmuziek-gevoel heeft, met een prachtige krakende en zoekende solo. En of die veranda waarop Steve 'm speelde nou in Nairobi of het diepe zuiden van de VS heeft gestaan, doet er eigenlijk niet toe. Zijn muziek is tijdloos escapisme, met een positieve kracht.
mij=Full Time Hobby & Luaka Bop
4 reacties