Waar het aanvankelijk een eenmalig project leek te zijn, krijgt Black Country Communion met Afterglow waarschijnlijk zijn afscheid bij het derde studio-album. Met name tussen de heren Hughes en Bonamassa zijn de nodige irritaties gegroeid, die vooral voortgekomen lijken uit verschillende verwachtingen bij de start van het project. Maar wat die verwachtingen ook waren, dat dat drie zúlke goede platen zouden worden had ik niet durven hopen. De eerste twee eindigden weliswaar niet in m'n jaarlijstje, maar dat had vooral te maken met het feit dat er maar tien cd's in zo'n top-10 passen. Net zo'n luxeprobleem als dit jaar. Maar wat is ook Afterglow is weer een waanzinnig lekkere plaat geworden! Het is wel merkbaar dat het meeste materiaal in eerste instantie van Glenn Hughes kwam, want het lijkt wat meer op zijn solowerk dan de eerste twee albums. Hij zingt deze ronde ook vrijwel alles. Bonamassa deelt alleen de leadvocals met Hughes op “Cry Freedom”. De andere drie heren drukken overigens evengoed hun stempel op het materiaal. Vanaf opener “Big Train” is het weer één groot feest, met de prachtige stem van Glenn Hughes en de meesterlijke gitaarpartijen van Joe Bonamassa, bovenop een basis van Hughes' speelse baslijnen en rotsvast drumwerk van Jason Bonham, omzoomd door sfeervolle, veelal ingetogen toetsen van Derek Sherinian. Hoogtepunten? “Confessor”, “Midnight Sun”, “The Giver”? Eigenlijk kun je ze weer allemaal noemen. Het knappe is dat BCC met drie studioplaten (en een live-album) een volstrekt eigen geluid heeft weten neer te zetten, ondanks ieders opvallende geschiedenis. Afterglow is daarmee deel van een unieke trilogie van een uniek kwartet. Of er een vervolg komt of niet, Black Country Communion heeft in drie jaar tijd iets bijzonders neergezet. Ook Afterglow misstaat weer in geen enkel jaarlijstje.
mij=Mascot
4 reacties