Hoewel zangeres Satomi Matsuzaki niet vanaf het prilste begin lid was van Deerhoof, geloof ik niet dat de band zonder haar zou zijn wat ze nu is. Want de schots en scheve gitaren, alle kanten opstuiterende synthesizers, bizarre drums en ontregelende liedjes zijn weliswaar altijd bijzonder, maar zonder haar stemgeluid zouden we het niet eens over Deerhoof hebben. Hoe noem je het eigenlijk, de manier waarop zij zingt of de korte tekstregels als waren ze mantra’s herhaalt? De ene keer klinkt ze als een naïef meisje, de andere keer zingt ze vrolijk agressief (in het idioom van Deerhoof zijn dat complementaire termen). Op Breakup Song, een erg korte plaat deze keer, van krap dertig minuten, valt me plots in dat ze hier en daar klinkt als Sarah Nixey van Black Box Recorder. Maar voor de rest liggen weinig bands zo ver af van Deerhoof. Deze keer – elke plaat iets anders, ook zo’n kenmerk van Deerhoof – lijkt het alsof ze zich hebben laten inspireren door de no-wave van James White, aangevuld met jaren negentig tweepop (“Mothball The Fleet”). Prettige waanzin horen we in “To Fly Or Not To Fly”, maar het hoogtepunt van Breakup Song is het met kreetjes opgetuigde en door een meeslepende beat gedragen “We Do Parties”. Het blijft een weerbarstige band, maar wel zo eentje die 'intrigerend' op de voorhoofden heeft staan.
Mij=Polyvinyl / B ertus
Weet je het zeker dat je naar de goede plaat hebt geluisterd? Want alle genoemde nummers staan op hun plaat Halfbird uit 2001. [Titels staan fout vermeld in Microsofts cd-database, fai.music.metaservices.microsoft.com, Zunedata of hoe het heet. Gecorrigeerd. -red.]