Pukkelpop 2012: Napret dag 3 (zaterdag)

De laatste dag van het Pukkelpopfestival stond vooral in het teken van de hittegolf. Zorgen dat je overdag genoeg drinkt en de tijd rustig doorkomt, om 's avonds nog fit genoeg te zijn voor wereldbands Wilco en Refused. Even naar adem happen: Man, wat keek ik daar enorm naar uit!
Het Belgische Balthazar trapte af op het hoofdpodium. Van een afstand (lees: de oplaadpaal) klonk dat best aardig. “Hunger At The Door” is altijd fijn om te horen. De vette bas die zo prominent in hun geluid zit is lekker vet, maar zorgt er ook stiekem een beetje voor dat het een beetje veel van hetzelfde klinkt. Afsluiter “Blood Like Wine” blijft toch wel een bijzonder mooi nummer, vooral het a capella-eind.


mij=door: TheLeonKing.
Erg vroeg stonden de hardcorehippies van Dry The River in de Marquee hun ogen nog uit te wrijven. Maar ze stonden er toch maar mooi wel! En hun fijne samenzang klonk ook op het middaguur bijzonder fraai. Eerlijk gezegd vond ik het live beter te versmaden dan wat ze tot dusverre op plaat uitgebracht hebben. Minder klagerig. Fleet Foxes-momentje. Bijzonder van genoten. En niet alleen van de zachte folk, zoals het bijzonder eenvoudig maar oh zo doeltreffende intro van “Bible Belt”. Voor de de postrock-opbouw van verschillende nummers met een lekker noisy eind gingen bij mij de handen ook op elkaar, bravo! Eerste hoogtepuntje van deze dag.
De stadionrock van The Joy Formidable klonk lekker vet, maar nodigde niet uit om van dicht bij te gaan beleven. Dan waren Blood Red Shoes een dag eerder echt veel beter.
Howler stond ook op mijn lijstje must-see. Het doet de band tekort om ze alleen met The Strokes te vergelijken, maar euh….. ik kan er geen andere naam zo 1-2-3 bij bedenken. Heerlijke puntige rock met nodige garage- en surf-invloeden, fijne korte liedjes en het bijzondere stemgeluid van Jordan Gatesmith die zich goed leek te vermaken. Goed om het album America Give Up eens live te horen, daar werd ik wel vrolijk van. Maar wat wil je ook met liedjes als “Beach Slut” en “Told You Once”. Yeah baby yeah!
Van de Marquee is het maar een kleine worp naar The Shelter. Daar kregen we een onvervalste good-old rock 'n roll show voorgeschoteld door The Jim Jones Revue. Alle rock 'n roll clichés zagen hier het daglicht en dat was zeer vermakelijk.
Van het fragiele Daughter heb ik uiteindelijk niet veel gezien, maar genoeg om er achter te komen dat zangeres Elena nog een piepjong kieken is en nogal onder de indruk was van de opkomst in de Club. Muzikaal was het op dit moment van de dag te soft om mijn aandacht volledig te vangen.
Trash Talk, dat leek er meer op! De hardcore-punk van Sacramento's brutaalste band zette de Shelter in vuur en vlam. Dit was vet, hell yeah! Met natuurlijk een zanger/brulboei die slechts anderhalf nummer op het podium stond, want de kids moesten natuurlijk wel volle bak de kans krijgen om boven op hem te springen. En hoe kwam die bassist daar plotseling op die stapel speakers? Sprong die gek daar ook nog zo vanaf! Waanzin.
Voor indieheld Stephen Malkmus & The Jicks neem ik graag de tijd. Met Pavement was ie legendarisch (hun “Crooked Rain, Crooked Rain” is er eentje in de lijst der lijsten) en met zijn solo-werk komt ie steeds meer met Pavement-dingen aanzetten. Ik zeg: oké! Het optreden in de Marquee begon wat vervelend door wat gesteggel met de podiumgeluidsman, maar na een paar liedjes kwam Malkmus steeds meer los. En zat er zelfs een subtiel dansje met de bassiste in. Goed was dit.
Om de new-school-hardcore van Pulled Apart By Horses weer eens te zien was ook geen straf, maar het was ondertussen zo ontzettend warm overal dat ik toch even verkoeling nodig had. Aan de rand van de Shelter, net in de schaduw van de tent zodat af en toe een zuchtje wind voorbij kwam.
Bob Mould begon gruwelijk vet met zijn voordracht van het album Copper Blue. In moordend tempo kwamen noisy rocktoppers als “The Act We Act”, “A Good Idea” (hoezo Pixies-baslijn?!) en “Changes” voorbij. Leek aanvankelijk heerlijk, maar na een tijdje raakte ik toch behoorlijk sufgespeeld door die voortdenderende Sugar-trein. Ik haakte halverwege af.
Om 18.10 uur was daar ineens en plots de van te voren aangekondigde minuut stilte voor de zeven dodelijke slachtoffers van het noodweer dat vorig jaar over dit mooie festival raasde. Een heel festivalterrein stil inclusief de mensen achter de standjes, met in de verte alleen het geluid van de kerkklokken. Indrukwekkend. Wat ik me achteraf bedacht: tijdens de minuut stilte was ik op ongeveer dezelfde plek en met precies dezelfde persoon als een jaar eerder toen de ramp zich voltrok. Had ik niet van tevoren zo bedacht, dit was puur toeval. Bijzonder moment.
Daarna (the show does go on) kon ik naar Lower Dens in de Castello, maar het idee van die bloedhete tent alleen al zorgde ervoor dat ik geen enkele stap die richting in zette. Toen de eerste klanken van The Hives vanaf het hoofdpodium klonken trokken we wel met z'n allen naar voren. Aaaaaaah wat was dat weer lekker, die heerlijk branie van zanger Howlin' Pelle Almqvist en hun tweeminutenpunkrock'nrollertjes. Ze stonden vol in de zon en toch ging het tempo niet omlaag. Het af en toe op de grond vallen na een lied was niet zomaar een act, maar was nodig om bij te komen. Respect voor deze mannen. En maar blijven ouwehoeren, die Pelle. Zeer goed. Ondertussen bevat hun repertoire een fikse verzameling toppers en ook hun laatste album Lex Hives vult dat lijstje flink aan. Die bevat namelijk met gevalletjes als “Come On”, “1000 Answers”, “Patrolling Days” en “Go Right Ahead” spul dat op hun prijsalbum Veni Vidi Vicious niet zou misstaan. Goeie festivalband, altijd prijs!
Van een afstand klonken The Black Keys best goed en het was nu serieus druk geworden op het hoofdveld van Pukkelpop. Maar mede door het warme weer kon ik het niet meer opbrengen om de zwarte toetsen van dichterbij te beleven. Eén ding: wat een houterige drummer toch eigenlijk. Maar wel een bijzondere.
Waarom puilde de tent bij Wilco eigenlijk niet uit?!? Mij hoor je niet klagen hoor, we stonden mooi vooraan te genieten van wat een stevige set leek te gaan worden van mijn favoriete band van de laatste jaren. De mannen uit Chicago begonnen met het “Misunderstood” en dat was fijn. Typisch dat er evenveel liederen gespeeld werden van laatste album The Whole Love als van sleutelalbum Yankee Hotel Foxtrot. Ook hier hoor je mij niet over klagen! En wat een weergaloos goede uitvoering kreeg “Impossible Germany” met natuurlijk de solo van meestergitarist Nels Cline. Zanger en bandleider Jeff Tweedy stond er zelf duidelijk van te genieten. Helaas geen “Shouldn't Be Ashamed” (zal toch een echt Jay Farrar-song zijn denk ik) maar wel het fantastische “Box Full Of Letters” van het debuutalbum A.M.. Goed bezig! En wat schetste mijn verbazing: Wilco speelde zowaar een voor mij onbekend lied! Achteraf kwam ik er achter dat dit “Not For The Season” moet zijn geweest en dat dit ook de eerste keer was dat Wilco het überhaupt live speelde (bron: setlist.fm). Een primeurtje dus. Wederom een ijzersterk concert van Wilco.
Even het boekje Humo's Grote Pukkelpop ABC 2012 citeren wat betreft Refused: “Hardcorepunklegendes uit Zweden die er in '98 een punt achter zetten, daarop lieten weten nóóit meer samen te zullen spelen, en aan dat statement begin dit jaar collectief hun holbaard hebben geveegd. Wie het genre een warm hart toedraagt weet waarheen.” En oh wat was ik blij verrast, nooit gedacht ooit mijn favoriete album live te kunnen horen en voilà: staan ze gewoon op Pukkelpop! Amai, het moet niet gekker worden. Net als bij Wilco was ik hier ook verbaasd dat de Shelter-tent bij aanvang niet afgeladen vol stond, maar dat maakte het concert bepaald niet minder. Sjezus, het knalde enorm vanaf eerste uitbarsting “Worms Of The Senses/Faculties Of The Skull”. Wat een extreem strakke band! Allemaal klassiekers kwamen voorbij, van “Refused Party Program”, “Liberation Frequency” (met de 'We Need The Airways Back' tekst), het fenomenale “Deadly Rhythm” (heerlijk hoe de standaard bluesriff enorm hardcore wordt), “Summerholidays vs. Punkroutine” tot “New Noise”. Jeroen zag het goed: die gasten zijn niet 15 jaar uit elkaar geweest, maar hadden zich al die tijd opgesloten in een oefenruimte om wereld-album The Shape Of Punk To Come: A Chimerical Bombation in 12 Bursts in z'n volle glorie live te kunnen spelen op een manier die het ontiegelijk vette meesterwerk recht doet. Ik zeg: missie geslaagd! Wat een goeie drummer zeg, retestrak. Zanger Dennis Lynxzen had er ook nog een circusact voor ons bijgeleerd: jongleren met een microphone. Dat ding werd alle kanten op gesmeten, teruggefloten door middel van de snoer en opgevangen in de nek gelijk die legendarische warming-up van Maradonna bij Napoli. Man man man man man…. dit was briljant, de ultieme uitsmijter wat mij betreft. Mijn hoogste hoogtepunt! Can I Scream?!?

4 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven