'They're happy to see me/we sit and we play/These are some words I wrote down last night/I've beat 'em to death and I can't get 'em right/Songwriting's lonely, songwriting hurts/A relentless itching, a bed bug curse', aldus Mark Kozelek tijdens”Track Number 8″, het elfde liedje op het nieuwste Sun Kil Moon-album Among The Leaves. De markante songschrijver uit San Francisco – tijdens de jaren negentig frontman van de befaamde slowcore-formatie Red House Painters – geeft op zijn vijfde langspeler een olijke blik op zijn avonturen als toerende muzikant en liedjesschrijver. Writers blocks (“Not Much Rhymes When Everything's Awesome At All Times”), eenzaamheid in hotelkamers na retro eighties bandjes(“UK Blues”), voyeuristisch gefoefel met vrouwelijke compagnons (“The Moderately Talented Yet Attractive Young Woman vs. The Exceptionally Talented Yet Not So Attractive Middle Aged Man”) en (last but not least) zwerfkatten en Martini's (“Track Number 8”). De komische songtitels suggereren dat Kozelek zichzelf als een vertekende persiflage de spiegel voorhoudt. Maar dit album komt recht uit het hart. Door middel van de wonderschone klanken uit zijn nylon string gitaar plus zijn breekbare, nasale tenor bezorgt Kozelek een lach en een traan – vaak binnen hetzelfde liedje.Among The Leaves is op muzikaal vlak lang niet zo enerverend als het debuut Ghosts Of The Great Highway, maar je hangt voortdurend aan Marks lippen. Elk nummer heeft de invalshoek van een persoonlijk dagboek, met gortdroge, werkelijkheidsgetrouwe observaties in plaats van impressionistische, abstracte denkbeelden. Bijvoorbeeld “Sunshine In Chicago” – vlak voor een optreden in Chicago geschreven- zingt Kozelek over zijn periode bij Red House Painters: 'Sunshine in Chicago really makes me sad/my band played there alot when we had lots of female fans, and fuck they were all cute/Now I just sign posters for guys in tennis shoes' Op andere liedjes is Kozelek weer bloedserieus, zoals het voorgenoemde “Track Number 8”, waar hij refereert naar overleden collega-songwriters Elliott Smith en Mark Linkous. De zelfspottende humor en charme blijft echter altijd om de hoek turen: hij noemt later in het nummer vier zwerfkatten “the highlight of my songwriting days”. Niet alle nummers raken even veel, maar bij “Song For Richard Collopy” (een ontroerende ode aan een overleden gitaarbouwer) en het pijnlijk naakte “Lonely Mountain” bewijst Kozelek zich als onbetwiste koning van de melancholie. Among The Leaves is een innemende, dappere plaat van een buitengewoon fascinerend artiest.
Mij=Caldo Verde / Munich
4 reacties