The Crystal Method is eigenlijk hun hele carrière al een soort tweederangs Chemical Brothers. De Amerikaanse versie ervan, zeg maar. Ze bestaan ongeveer even lang (1993), ze zijn ook met z’n tweeën (Ken Jordan en Scott Kirkland), hebben net zo’n drug-achtige bandnaam en hebben sinds 2001 hetzelfde soort minder boeiende albums vol gastartiesten en voor soundtracks gemaakt. Maar ze hebben dus niet de hits, niet dat oog voor geniale videoclips of voor een goed bandlogo, en ze hebben geen herkenbaar handelsmerk zoals de arpeggio’s dat zijn bij de Chems. Wat ze vooral goed doen is de bass, en het is leuk dat ze op een elektrische gitaar dwars door alle elektronica heen jammen zoals The Prodigy dat ooit deed. Breakbeats maakt The Crystal Method overigens niet meer, maar als je de bass boost op je muziekspeler even aanzwengelt klinkt deze act érg lekker op de achtergrond, bijvoorbeeld in de auto of bij games. Dit soort muziek bestaat al twintig jaar en gaat er over twintig jaar nog steeds zijn, dat is duidelijk. Maar het is wel meer van hetzelfde. Pak een 4/4 beat, zangeresje erbij (op deze plaat hoort u LeAnn Rimes, Dia Frampton en Afrobeta), drumkick erin, spanningsopbouw, drop… Het is allemaal best fijn maar wel totaal onpersoonlijk en honderd keer eerder gedaan in spannendere combinaties (zie pakweg de laatste Junkie XL-albums). In zo’n geval staat of valt een album met een topclip, hook of één geweldige leadsingle… en daar slaat dit vijfde album getiteld “The Crystal Method” helaas hartstikke dood. Het schijnt net de opzet te zijn geweest om ‘geen grote, formulematige single’ te hebben, maar ja. De tekst ‘Make porno’ in het Skrillex-achtige “Emulator” gaat het hem ook echt niet doen hoor. De YouTube-commentaren zijn daarom terecht negatief. Desondanks houdt deze band al jarenlang zijn niveau keurig vast en ik moet als Chemical Brothers-fan vaststellen dat The Crystal Method dient als een soort betrouwbare medesporter aan wie zij zich consequent kunnen optrekken als het wat minder gaat. Ere wie ere toekomt.
In het kielzog van Skrillex was er ooit The Glitch Mob. Hun leuke plaat Drink The Sea downloadde ik in 2010 en sindsdien heb ik ‘m in geen enkele winkel ooit fysiek zien liggen. Typisch zo’n act die het puur van de bloghype moest hebben, en die net als The Crystal Method nooit echt aansloeg in Europa. Maar ja, Skrillex kopiëren deed destijds ook iedereen al (Zomboy, Feed Me, Knife Party, Dead Cat Bounce, Xilent, Prolix, Prototypes), dus heb ik er op deze blog nooit iets over geschreven. Had ik het toch maar gedaan, want deze tweede plaat Love Death Immortality is een andere, maar niet betere versie van die eerste plaat. Dat heeft meerdere oorzaken: bandlid Kraddy was al voortijdig afgehaakt en bracht solo twee albums met glitchhop uit. The Glitch Mob zelf is sindsdien het Calvin Harris-recept gaan volgen en verloor daarmee nog meer eigenzinnigheid die Drink the Sea nog wel had. Niettemin hebben ze de afgelopen jaren leuke remixes afgeleverd en is hun jongste, tweede plaat Love Death Immortality verrassender dan The Crystal Method. “Skullclub” en vette single “I Need My Memory Back” zijn lekkere Dirtyphonics-aftreksels en verderop wordt nog lekker met ritmes en autotune geklooid. Niettemin zijn de eerste tekenen van slijtage en herhaling zichtbaar, is de plaat net wat te tijdgebonden en is de kans dat deze nummers op de Europese radio gaan langskomen nihil. Had dan die hiphop-factor maar erin gelaten. Advies: stoppen op het hoogtepunt. Liever dat, dan dit nog twintig jaar.
mij=Tiny E / Glass Air
4 reacties