Het album Matador van Zoroaster uit het Amerikaanse Georgia werd pas officieel dit jaar in Europa uitgebracht. De band mocht dit jaar in de kleinste zaal van het Roadburn-festival spelen en ik kan me alleen maar voorstellen hoe dat geweest moet zijn. Ik hoop met veel rook en zaal vol zwetende oermannen met veel lang haar. Dat past wel bij dit soort muziek. Van lomp, donker en zwaar naar verontrustend opruiend, energiek en gestoord. Het zit ergens in de hoek van sludge of doom metal met invloeden van stoner en een dik psychedelisch sausje. Vooral op “D.N.R.” hoor je de zang als een enorm mistige wietpijp onder begeleiding van diepe, lome riffs. Dat de zanger niet echt kan zingen maakt dan niet uit. Gooi er een joekel van een echo overheen en het klinkt heerlijk hallucinerend. Het is alleen jammer dat als je niet onder invloed bent je wat te veel herhaling hoort, zoals op het slomere “Old World” en het voortkabbelende “Odyssey II” met het aansluitende “Matador”. Gelukkig zitten er dan ook wat snellere stukken in zoals op “Trident” en “Black Hole”, zodat je even uit je roes kan ontwaken. En het wordt al helemaal fijn als de gitaren er zich met veel effecten tegenaan bemoeien in furieus jammende passages zoals op “Oddesey” en “Firewater”. Gewoon alle gitaarpedalen en effecten misbruiken. Ze komen er nog mee weg ook. Wat dat betreft is Zoroaster als een veel te vet broodje shoarma met flink stinkende knoflooksaus. Het is enorm ranzig, maar o zo lekker.
mij=Steamhammer / SPV / Suburban
4 reacties