Na vier cd’s op ATP Records debuteert Alexander Tucker onder eigen naam op het Thrill Jockey-label. Voor datzelfde label maakte hij namelijk vorig jaar al samen met Nieuw Zeelander Daniel Beban een cd als het duo Imbogobom. Tegenwoordig zit Tucker in de bezwerende folk, maar op de een of andere manier hoor je toch dat ‘ie een tik meegekregen heeft van de hardcore bands waarin hij in Engeland lange tijd meespeelde. Vooral zijn bezwerende manier van zingen komt, vermoed ik, uit die tijd. Waar Tucker zijn vorige vier soloalbums in relatief kort tijdsbestek uitbracht, heeft hij aan Dorwytch bijna drie jaar gesleuteld. Dat hoor je er aan af, want Dorwytch is een plaat die echt af is. Wat al snel opvalt is de meerlagige zang. Ik moest daar zelf in eerste instantie een beetje aan wennen, want af en toe lopen die lagen namelijk niet helemaal synchroon. Toch geeft dat een song als “Gods Creature” uiteindelijk wel het onderscheidende vermogen waar je altijd op hoopt. Het geeft de tracks een zuigende werking. Helemaal als Tucker dan ook nog bijna psychedelisch los dronet op de toetsen in het erop volgende “Half Vast”. Dat is wel ongeveer het punt overigens waar mensen af zouden kunnen gaan haken. Ik kan me voorstellen dat dat soort drones niet bij alle oren even goed zullen vallen. Helemaal omdat hij daarna ook nog wat bezwerende oosterse invloeden erbij pakt in “Pearl Relics”. Een heel andere sound dan de relatief gemakkelijk te verhapstukken songs aan het begin van de plaat zoals de fingerpicking in “Red String”. Alhoewel de met een cellorif doorspekte openingstrack ” His Arm Has Grown Long” je door zijn opgebouwde loop ook al snel in hogere sferen brengt. Dat is namelijk een andere bijzonderheid aan Tucker, hij bouwt zowel in de studio als live zijn songs al samplend, op zoals anderen zandkastelen maken op het strand. Laagje voor laagje met steeds meer detail. Het lijkt namelijk echt wel of er gewoon een band hem vergezeld, maar daar heeft hij dus geen ‘last’ van.
mij=Thrill Jockey / Konkurrent
4 reacties