Soul in het Frans, kan dat? Benjamin Duterde, alias Ben L’Oncle Soul, bewijst het. Hij staat volgende week op Eurosonic, later nog in Paradiso en Doornroosje.
Benjamin Duterde (1984) heeft een tatoeage op zijn pols: het logo van Motown. ‘Zes maanden nadat ik mijn contract had getekend bij Motown Frankrijk, heb ik ‘m laten zetten. Op mijn andere arm wil ik het logo van Stax hebben.’ Dat is nog eens toewijding. ‘Mijn moeder draaide tijdens de tijd dat ik in haar buik zat, alleen maar soulmuziek. Vooral Otis Blue, van Otis Redding. En Stevie Wonder, Marvin Gaye, Billie Holiday, Bob Marley, alle helden eigenlijk.’ Zingen deed de in Tours geboren Benjamin veel en graag, maar aan een carrière als zanger dacht hij nooit. Hij rommelde wat met (gospel-)bandjes, maakte een MySpace-pagina en zette daar twee liedjes op. Die, zo wil het verhaal, bij de juiste mensen van Motown France terecht kwamen. Zij zagen wel wat in de kunstacademie-docent. Als u moet denken aan de manier waarop Waylon in Nederland aan zijn Motown-contract kwam, het zal vast geen toeval zijn dat deze zangers ongeveer op hetzelfde moment door lokale afdelingen van het beroemde label zijn getekend – Blue Note en Verve hadden al eerder laten zien dat er zo heel wat aandacht en cd-verkoop te regelen is. Enfin.
mij=Interview: Guuzbourg.
De “Seven Nation Army” cover stond op een EP’tje dat eind 2009 in Frankrijk uit kwam. Waarop Ben nog meer liedjes een soulful jasje aantrok, zoals “Barbie Girl” van Aqua en het Franstalige “Sympathique” van de jazzy chanson-band Pink Martini. ‘Die covers waren geintjes waar we mee stoeiden tussen de opnames van de nummers van mijn album door. Het beviel zo goed dat er een EP van is gemaakt. Het was een goede introductie.’
De platenhoezen, de clips en ook de live-shows van Ben L’Oncle Soul (eerst noemde hij zich L’Oncle Ben, tot het gelijknamige rijstmerk daar een stokje voor stak) ademen de sfeer van de tijd waarin the sound of young America glorieerde. Het brilletje en hoedje van Ben en de jazz-dansers op het podium gaven na afloop van zijn eerste Nederlandse optreden in de Amsterdamse Melkweg aanleiding tot opmerkingen van het aanwezige popjournaille als ‘Het is net Soul, The Musical.’ Kritiek waar Ben toch even van moet slikken. ‘Maar ik houd oprecht van het design en de sfeer van de jaren zestig. Verder wil ik een show brengen die leuk is om naar te kijken, zoals The Supremes en The Temptations dat destijds ook deden.’ Het vereist een goede conditie, want Ben danst behoorlijk veel. Grijnzend: ‘Ja, musical-artiesten moeten uithoudingsvermogen hebben!’
In Frankrijk was de ontvangst uitstekend, zijn album is genomineerd voor de prestigieuze Prix Constantin. ‘Al krijg ik wel het verwijt dat ik alleen Amerikanen als inspiratie noem. Maar noem mij dan eens Franse soulartiesten?’ Daar heeft Ben zeker een punt. In de jaren zestig werd wel Franstalige soul (rhythm and blues, vooral) gemaakt, door blanke zangers als Nino Ferrer en Eddy Mitchell. Doorgaans vertalingen van Engelstalige hits, of bedenkelijke liedjes als “Je veux être noir” (Ik wil graag zwart zijn) van Ferrer. Ben heeft ook geen verklaring waarom Franse artiesten, met hun koloniën in de Caraïben, nooit eigen soulsterren hebben gehad. Ja, natuurlijk zijn er de de jazzrappers uit de jaren negentig als IAM en MC Solaar die de nodige soulsamples in hun muziek stopten. En er zijn wel Franstalige R&B-sterren. Maar pure soul, nee. ‘Ik heb het gemist, serieus.’ Hoewel er Engelse vertalingen zijn opgenomen van de Franse nummers op zijn debuutplaat, is hij niet van plan om een volgende plaat helemaal in het Engels op te nemen. ‘Daarvoor houd ik teveel van de Franse taal. Het past ook heel goed bij de muziek, toch?’
A propos, heeft hij nog iets van Jack White gehoord? ‘Nee, niks. Maar hij heeft mijn cover in ieder geval een keer gehoord. Je moet toestemming vragen als je een cover opneemt van een White Stripes-song, en die heb ik gekregen. Dus hij vond het waarschijnlijk goed genoeg.’
4 reacties