De vierde cd van Dååth. Het debuut The Hinderer mocht er wezen. The Conceiler was een waardige opvolger, maar daarna bleef de grote media-aandacht met nog een cd omtrent dit gezelschap uit. En dus moest het roer maar om. De pure industrialinvloeden zijn grotendeels geschrapt, net als de Korn-esque laaggetunede grooves. Wat krijgt de waardige metalconsument er voor terug? Over elkaar heen buitelende Fear Factory-achtige drums. Daarmee is Daath een soort van Cradle Of Filth geworden zonder theatrale zang, maar met poepstrakke drumpartijen die zich kunnen spiegelen aan de beste en hardste deathmetal. Dååth heeft daarnaast zeer unieke gitaarpartijen, een mix van death-, doom- en blackmetal en bizarre vocalen. En dat is simpelweg al niet normaal meer! Want wie dacht dat na Arch Enemy, Mastodon of Lamb Of God het nog een tandje hoger, ruiger, heter en beter kon, die werd voor gek verklaard. Met Kevin Talley (o.a. ex-Chimaira en Dying Fetus) heeft Daath een wereldtransfer gesloten en maakt de band zich op voor een gloednieuwe start. Ik pleit voor platenspelers op 78 en 111 toeren.
mij=Century Media / Suburban
4 reacties