Crossing Border 2010: Vrijdag Napret

Een fijn ploegje is het, het ploegje schrijvers en fotografen bij File Under. Want net toen ik besloten had dat ik niet meer naar Den Haag zou gaan, omdat in Den Haag komen nog wel haalbaar leek, maar er weg komen wat onoverkomelijker, kwam fotograaf Reinier to the resque. Ik belde, op verzoek van Storm, om door te geven dat Den Haag een brug te ver zou zijn, geen treinverkeer tot vier uur, meldde hij dat hij op weg was naar Zeist om de auto van zijn ouders op te halen. Ik kon me nog net aansluiten en aldus toch nog in Den Haag terecht komen. Via Zeist dan dus, de heer en mevrouw Asscheman, heel erg bedankt!
John Grant


mij=Door: Gr.R. Foto's: Reinier en Storm
Het was dus geen 19:00 uur dat ik in Den Haag was, maar 20:20. De keuzeproblematiek van de opening zou mij dus bespaard blijven. Maar wat nu? Eerst maar eens kijken bij Ganglians. Ganglians zijn een soort van Cliff Richards and the Bunnyman. Jaren zestig pop, met een vleugje psychedelica, overgoten met een jaren tachtig sausje. En dat klinkt verdomd lekker als opener. Ik moet zo af en toe aan het Australische Tame Impala denken, die ook al uit die invloeden putten. De band mag nog wel wat meer eten, want ik heb zelden zo’n magere band op het podium zien staan, maar wellicht verbranden ze alle calorieën met hun energieke show. Vooral de zanger staat geen moment stil.
Ganglians
Vervolgens door naar Bruce Bhermans. Bij Bhermans is het een gitaarfeest, oooh ! die prachtige pedalsteel!, en als je dan in de americanahoek zit dan valt meteen een naam: Wilco. En Bruce Bherman zou niet misstaan in het voorprogramma van een Wilco. Bherman, met bontmuts vraagt zich nog wel af of in het Nederlands of Engels moet praten, de man is Belg, maar hij keuvelt later in het Nederlands. Maar hij en zijn bandmaten laten vooral de gitaar spreken. Heerlijk! Het contrast met John Grant kon dan ook niet groter zijn. Hier is geen gitaar te bekennen, maar louter toetsen. De vleugel neemt een prominente plek in op het podium en Grant’s werk wordt regelmatig ondersteund door vette synthesizerpartijen. Dat levert een intrigerende combinatie op. Vooral als Grant zich laat begeleiden en zich vol op het zingen stort, gaat het met zo’n passie, dat de man zich mag meten met de groten. Een naam als Randy Newman schiet me zo af en toe door het hoofd. Bij binnenkomst verbaas ik me dat de Grote Zaal bomvol is, bij het verlaten van de zaal begrijp ik waarom…
Jesse Malin
Druk is het ook bij Jesse Malin en St. Social Mark. De tafeltjes die bij Ganglians nog in de buitentent stonden zijn nu weg en alle ruimte is gevuld. Jesse Malin is het onechte kind van Joey Ramone en Patty Smith en een neefje van Bruce Springsteen. Zijn show is navenant enthousiast en Malin gebruikt alle ruimte die hij krijgt. Hij staat dan ook vaak in de zaal. De muziek varieert tussen Springsteeniaanse rock en Ramonesiaanse punk en dendert door als een volle goederentrein. Malin heeft niet veel nodig om het publiek mee te krijgen en de tent, dit keer letterlijk een tent, staat al snel op zijn kop. Nog maar vier bandjes gezien, bij alle vier te lang blijven hangen en ik ben al bruut heen en weer geslingerd tussen verschillende stijlen. Maar ging ik daarvoor niet juist naar Crossing Border?
Bij Praise the Twilight Sparrow is het een Nederlandse verjaardag. Alle bandleden zitten in een halve cirkel op het podium, met Pascal Hallibert als de vriendelijke oom met het hoogste woord. Nou ja, het hoogste woord, PtTS’s intieme americana verdraagt geen hoog woord eigenlijk, maar wordt gloedvol gebracht. De band oogt ontspannen, de gitarist speelt met de voetjes op de monitor en dat komt de muziek ten goede. Erg jammer dat ik hier niet kan blijven hangen, want elders treedt legende John Cooper Clarke, the man behind the haircut, op. Clarke denkt niet na over een andere kapper en loopt al dertig jaar met dezelfde warrige bos haar en spuugt al dertig jaar zijn gedichten in hoog tempo het publiek in. De man doet waar hij goed in is en staat als een soort van stand-up comedian op het podium. Het niveau ligt ongekend hoog, het publiek ligt aan zijn voeten, maar moet Clarke soms uit de brand helpen met met de oudere gedichten als I Married A Monster From Out Of Space. We komen er niet uit met zijn allen. Clarke leest een deel van zijn gedichten op, maar in het tempo waarin hij ratelt kan ik me niet voorstellen dat hij echt leest. Geen brein kan dat bijhouden. Als Clarke eindigt met Evidently Chickentown, zijn en onze favoriet kunnen we tevreden gaan.
Blitzen Trapper
Op de weg naar buiten nog even buurten bij Blitzen Trapper, maar daar blijf ik niet te lang hangen. Er wordt voorbeeldig gemusiceerd, maar het klinkt te gladjes, dat wat er op het podium gebeurt. Ik mis de beleving als bij een Cooper Clarke, of als bij een Grant. Desalniettemin is het een puike afwisselende avond geworden, waarbij ik minder gezien heb dan verwacht, maar dat wat ik zag, dat was boven verwachting. Maar ik moet naar Utrecht terug, de auto van de heer en mevrouw Asscheman wacht. Nogmaals bedankt!

2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven