Als er één muzikant is die ik de laatste vijf, zes jaar eigenlijk niet meer heb kunnen betrappen op een misstap dan is het wel Nils Frahm. Alles wat hij aanraakt lijkt te veranderen in pure pracht. Of ik nu zijn studioalbums draai, een optreden bekijk of een van zijn vele producties en samenwerkingen, ik ben steeds weer verrast en diep onder de indruk van hem en de mensen waar hij mee samenwerkt. De afgelopen maand verschenen er drie cd’s die bij soms weer de tijd stil lieten staan. Als ik zelf een beetje had doorgewerkt hadden ze alle drie nog wel in mijn jaarlijstje kunnen belanden, dat ondertussen gedrukt en al in de Oor van december staat.
Oh nee, toch niet helemaal waar. Spaces, de eerste van de drie, mag namelijk naar de letter van Oor niet in je jaarlijst staan. Spaces is in principe namelijk een live-cd. Het zijn verzamelde opnames die Frahm de afgelopen paar jaar maakte tijdens zijn imposante aantal optredens. Een deel van de tracks was nog nooit vastgelegd, de rest kan een beetje Frahm-adept dromen. Al zullen zij ook vast en zeker verrast worden door de andere accenten die Frahm legt in die eerder verschenen tracks. Het toont andermaal de klasse aan van deze kleine Berlijnse pianist. Ik was zelf altijd in de stellige overtuiging dat ik ’em het liefst subtiel en minimalistisch op zijn piano hoorde, maar dat moest ik eigenlijk al bijstellen toen ik Frahm afgelopen nazomer liggend in het gras aanschouwde tijdens het grachtenfestival op het Marine-terrein in Amsterdam. Als hij als een volleerd kleinzoon van Vangelis aan de haal gaat met meer elektronische toetsenpartijen en het experiment niet schuwt, dan schuif ik naar het puntje van mijn stoel, vallen mijn handen stil op het toetsenbord en drijven mijn gedachten weg. Dat gebeurt bijvoorbeeld na het dubby “An Aborted Beginning” als Frahm “Says” inzet en zijn subtiele pianoklanken laat oplossen in een door dauw benevelde weide van wijd uitwaaierende synthesizerklanken waardoor langzaam de eerste zonnestralen doorbreken. Adembenemend mooi. Maar goed, dat is de bijna zeventien minuten durende versmelting “For – Peter – Toilet Brushes – More” ook. En de tranentrekkende pracht van “Over There It’s Raining” ook. En inderdaad… de rest ook.
Tussen zijn eigen optredens door heeft duizendpoot Frahm ook nog voldoende tijd om in zijn eigen studio andere muzikanten te helpen bij het opnemen van hun muziek. Soms neemt hij daarbij zelf nog zijn plek in achter de piano, maar sec als producer weet hij ook precies de juiste sfeer vast te leggen. Soms stelt hij ook alleen zijn Berlijnse Durton-studio ter beschikking. Dat deed hij bij het debuutalbum van de Zweedse singer-songwriter Sumie. Al zou het zo maar kunnen zijn dat Frahm ook nog heeft plaatsgenomen achter zijn klavier in het afsluitende “Sailor Friends”, maar logischer lijkt het dat Dustin O’Halloran de subtiele pianoklanken voor zijn rekening neemt. Deze goed met Frahm bevriende componist/pianist nam namelijk ook de productie voor zijn rekening en deed dit op sublieme wijze. Bij oppervlakkige beluistering lijkt de debuut-cd van de Zweedse misschien een beetje eentonig, maar O’Halloran heeft zoveel geraffineerde accenten (tweede stemmen, cello’s en meer pracht) aangebracht in de songs dat je eigenlijk moet schamen als je het wegzet als een simpel meisje-met-gitaar-plaatje. Daarvoor zit er teveel eigenwijs Scandinavisch in de liedjes en is de stem van Sumie (voluit Sandra Sumie Nagano) te treffend. Bovendien is het tempo van de songs onthaastend laag. Het zorgt dat er een bedwelmende rust vanuit gaat. Zo komt ze bij “Show Talked Windows” eigenlijk dichter bij Portishead dan bij willekeurige welke zangeres met gitaar die folkliedjes schrijft. Toch is dat wel de basis van elk liedje. Dat werkt bevreemdend, maar maakt Sumie’s debuut wel tot een betoverend mooie cd.
Ook voor Chantal Acda’s Let Your Hands Be My Guide stelde Frahm zijn studio ter beschikking. Maar in tegenstelling tot het Sumie-album had hij hier wel een vette vinger in de pap. Niet alleen produceerde hij deze eerste cd die Chantal Acda uitbrengt onder eigen naam, hij lardeert een groot deel van de songs ook nog eens met zijn vernuftige pianospel. Een andere held die meewerkt is Peter Broderick. Frahm en Broderick tillen samen Acda tot een ongekend niveau. Terwijl dat niveau op haar Chacda, sleepingdog en True Bypass-albums al vele malen hoger was dan het gros van de Nederlandse singer-songwriters ooit zal bereiken. In songs als “We Will, We Must” en “Wintercoat” is elke noot, elk woord, elk alles zo perfect op zijn plaats dat het bijna eng is. Liedjes die het verdienen om door 100000 paar oren gehoord te worden, al zal dat hoogstwaarschijnlijk nooit gebeuren. Een ander onbetwist hoogtepunt van Let Your Hands Be My Guide is de ode aan de overleden vader van Chantal Acda, “Arms Up High”. Ook hierin neemt Broderick een prominente plek in. Maar denk vooral niet dat Acda het niet kan zónder al die hulp. Dat heeft ze in het verleden namelijk al lang en breed bewezen. Alleen wordt het in deze innige samenwerking van gelijke geesten (naast Broderick en Frahm zijn ook múm-celliste Gyda Valtysdóttir en de Amerikaans-Pakistaanse gitarist Shahzad Ismaily van de partij) nog beter. De door deze samenwerking gevonden rust en vrijheid brengt het beste in haar naar boven en als aanschouwer (en medebetaler in mijn geval) kun je op zo’n moment niets anders doen dan stilletje in een hoekje gaan zitten genieten.
mij=Erased Tapes / Konkurrent & Bella Union / PIAS & Eigen Beheer
Van boven gefilmde clip bij Nils Frahms pianowerk “Hammers”:
https://www.youtube.com/watch?v=LNyJ96w7A7U