Af en toe heb ik de singer-songwriterstemming en draai ik de nodige droefsnoetplaten, waardoor ik de vraag uitlok of ik depressief ben. Dat valt reuze mee, maar ik heb nou eenmaal een zwak voor deze muziekstroming. Als ik het dan over singer-songwriters heb dan zou ik het over Alexander kunnen hebben. Niet zo’n handige naam trouwens voor een artiest, want vind jezelf nog maar eens terug op het grote internet. Alexander heeft echter een achternaam, namelijk Ebert, en is beter bekend als leadzanger van Edward Sharpe And The Magnetic Zeros. Logisch toch? Ahum. Maar goed, ik moet het hier hebben over zijn solo-album met de – verrassende – titel Alexander. Alexander klinkt in de eerste instantie als een soort rattenvanger van Hamelen die met zijn gefluit en vrolijk klinkende liedjes je mee wil lokken. Ik gooi het er hier maar even uit: een soort van solo-Simon & Garfunkel. Een hoge sixtiesvibe, het vrolijk mee kunnen zingen, het is om blij van te worden. Er is echter meer onder de Alexander-zon: de warme soulrand aan zijn stem, de gospelachtige sfeer die we ook kennen van The Hidden Camera’s of een liedje als “Old Friend” dat inclusief mondharmonica niet had misstaan op een plaat als Oh Mercy van Bob Dylan. Alexander is overigens vooral mooi weer-muziek, door een singer-songwriter. Het lokt bij mij vrolijke danspasjes uit die ik door de huiskamer maak. Ja, buurman, het gaat prima met me.
mij=Rough Trade / Konkurrent
4 reacties