Anneke van Giersbergen

Anneke van Giersbergen heeft onlangs haar meest persoonlijke plaat uitgebracht. Op The Darkest Skies are the Brightest combineert ze persoonlijke teksten met ingetogen akoestische arrangementen. File Under spraak haar uitgebreid over dit nieuwe project. Het werd een openhartig en ontspannen gesprek over relatie-perikelen en stem-ontwikkeling, maar vooral over de wens om iets heel persoonlijks te maken.

Anneke van Giersbergen


Anneke, het contrast met de vorige plaat kon niet groter zijn dan dit!
Ja, dat klopt he? Ik vind dat ook zo bijzonder. Mensen zijn echt wel gewend van mij dat ik breed uitgewaaierd ben, dat ik veel verschillende dingen doe. Maar wat jij al zegt, het is zo’n groot verschil… Ik had aan de mensen die mij volgen verteld: “Ik ben bezig met een metal plaat”, maar dat werd dus iets heel anders. En toen was ik bang dat dat best wel wat tijd zou kosten bij mensen, omdat het een ander geluid is, een andere focus heeft, een ander soort teksten. Want met die VUUR-plaat, dat was een metal-plaat, en toen hadden mensen tijd nodig om aan die sound te wennen. Mensen dachten misschien dat ik een soort Gathering-plaat ging maken, wat het helemaal niet werd. Dus iedereen was toen een beetje op het verkeerde been gezet. Dus ditmaal dacht ik: “nou moeten ze weer switchen”. Maar dat gebeurde niet; mensen sloten dit op een of andere manier – en da’s echt bijzonder – meteen in hun hart.

In interviews en in de informatie die je via de platenmaatschappij geeft, ben je behoorlijk open over het verhaal achter de plaat. Dit is een heel persoonlijke plaat geworden. Hoe is dat ontstaan?
Ja, het is inderdaad geschreven in een tijd dat er heel veel gebeurde. In mijn persoonlijk leven, maar ook met de band, met muziek. Het werkleven, maar ook met mijn relatie met Rob [Snijders], waar ik al heel lang bij ben, al 25 jaar. Eigenlijk gebeurde er heel veel tegelijk, en dat was vooral [aarzelt even] heftig. Ook omdat… mijn relatie, het gezin – we hebben een zoon van 16 – da’s mijn basis. We kwamen er op een gegeven moment achter dat we een beetje uit elkaar waren gedreven omdat er zo veel aan de hand was. Ik was heel veel weg voor de band, en dat ging wat stroperig. Die hele nieuwe naam, om dat in de scene te krijgen. Een soort van diesel-trein die ik moest blijven stuwen en dat ging langzaam… Er waren ook nog een aantal andere dingen in onze afzonderlijke persoonlijke levens, en op een gegeven moment kwamen we er achter: “Hé, we zijn eigenlijk elkaar een beetje uit het oog verloren”. En dat was zó raar, want wij zijn twee handen op één buik. We doen alles altijd samen: Rob is mijn man én mijn manager. We dachten ook vaak: “Nou ja, als dingen wat moeilijk worden… wij zijn in ieder geval ok, weet je wel, wij kunnen wel kletsen”. Misschien juist omdat dingen goed gaan en je elkaar al zo lang en zo goed kent, dat je een beetje dingen voor je uit schuift… Toen kwamen we er achter: “Nee, het gaat eigenlijk helemaal niet zo lekker”. Dus toen moest het roer om. Met alles. Dus óók met mijn schrijfproces, want ik was bezig met die metal-plaat, maar daar kwam niks metals uit.

Het vervolg op de eerste VUUR-plaat, bedoel je dan?
Ja, want ik wilde meteen een nieuwe VUUR-plaat maken, omdat ik dat gewoon aan het rollen wilde houden. Misschien was dat ook wel een beetje geforceerd, maar ik had daar zo veel in gestoken: tijd, energie, méér dan het geld dat we hadden [lacht]… Maar dat is met alles; je moet investeren als je iets nieuws begint. en als het dan een beetje stroperig gaat… ik wilde het niet meteen laten wegzakken, ik wilde écht doorpakken. Maar dat schrijfproces liep helemaal niet… er kwamen wel heel mooie liedjes uit, alleen, ik kon er geen metal-songs van maken. Het was veel te melancholisch, het was veel te rustig, teksten gingen allemaal over dingen die daar dan toch niet zo bijpaste. Al met al, op een bepaald moment zei ik: “Nou, we trekken aan de rem, en we gaan eens even kijken wat er nou eigenlijk allemaal aan de hand is, en dan gaan we kijken hoe gaan we het oplossen”. En in de loop van die één a twee jaar hebben we daar gewoon hard aan gewerkt. Dit kwam er dus uit rollen en ik had mijn gedachten daarover uitgezet: ik ga gewoon maken, en creëren, en ik zie wel wat er uit komt. En dan zien we wel of het de moeite waard is om het uit te brengen. Wat er uit kwam, had ik zelf ook niet verwacht…

Wanneer in het proces zag je dat het goed genoeg was om uit te brengen?
Nou, ik durfde sowieso de eerste 10-12 nummers niet te laten horen. Niet aan Rob, en niet aan Gijs [Coolen], mijn goede vriend, producer en gitarist. Ik wilde die plaat helemaal alleen schrijven, maar had Gijs gevraagd om het met mij af te maken en produceren. Dat was nodig omdat het zo anders was dan wat ik normaal maak. Ook omdat ik het helemaal alleen had geschreven. Ik had uiteindelijk een song of twintig, en na een song of twaalf dacht ik: “Ja, ik moet het toch een keer laten horen”. Maar ik dacht ook “Wat als het nou niks is?”. Ik kon dat op dat moment zelf niet zien; ik vond het zelf wel mooi, en ik voelde er allerlei dingen bij, maar je weet niet of het levensvatbaar is voor productie en om andere mensen naar te laten luisteren, Toen heb ik het uiteindelijk laten horen, en ze zeiden allebei: “ja maar dit is écht heel goed. Ook omdat het zo persoonlijk is. Het zijn mooie liedjes, maar er zit een bepaalde energie in waar je niet omheen kan”. Toen dacht ik: “Ja, dan gaan we hem maken”.

Anneke van Giersbergen

Waar ligt bij een persoonlijke plaat als deze de grens tussen wat je wel en niet wil delen met je publiek?
Dat is niet zo lastig. Een proces van een jaar of twee waarin ik onder andere aan mijn relatie werkte en aan mezelf, dat kan je toch niet uitleggen. Dus allerlei details, hoe precies, welke datum, da’s allemaal niet belangrijk. Mensen vagen “Waar gaat de plaat over?”. Ik vertel altijd al over mijn eigen leven en wat ik voel en denk, maar dit was zo specifiek, dat ik dacht: “Ik moet er wel iets over zeggen”. En toen… op dat moment dat de plaat afgemaakt en opgenomen werd, stond de wereld in de fik. Toen dacht ik “Ja, kom ik aan… met mijn liedjes…” Maar mensen bleven toch vragen, en toen dacht ik “ja, ik kan het wel gewoon vertellen, en kijk maar wat je met die informatie doet”. Voor mij is het persoonlijk en het verhaal hoort ook bij de plaat. En toen bleek dat veel mensen – ook als je het in een notendop vertelt – zeggen: “Ja, dat heb ik ook gehad, ik denk daar ook wel eens over na”. Iedereen zoekt natuurlijk naar de liefde en iedereen heeft ook behoefte aan die ultieme liefde. Ook in Corona-tijd is het juist die geborgenheid, die liefde, de basis waar we naar op zoek zijn. Daar willen we allemaal voor vechten, dat is gewoon universeel.

Heeft het schrijven van deze nummers ook bijgedragen aan de oplossing van de problemen waar je mee worstelde, of beschrijven ze alleen die moeilijke situatie?
Nee, het heeft echt wel gewerkt. Het is sowieso altijd wel therapeutisch, als je schrijft. Ook als je muziek luistert, dat vind ook altijd therapeutisch: als je je een bepaalde manier voelt, zet je bepaalde muziek op, en dat werkt altijd. In dit geval kon ik dingen van me afschrijven en kon ik ook hardop nadenken over dingen. Soms schrijf je een tekst op, en die gaat dan door je heen. Dan denk je “oooh jaaa” [lacht]. Dan heb je zelf nog niet het bewustzijn, maar dan komt er toch iets uit je pen rollen waar je wat aan hebt. En om dat te delen is natuurlijk helemaal te gek, dat is gaaf.

Heb je nog overwogen om het op de plaat echt helemaal klein te houden, dus alleen zang en gitaar?
[denkt lang na] Nee… het was wél de basis, het is geschreven voor zang en gitaar. Soms zang en piano, en dat is later gitaar geworden. Het was super puur, en er mochten eigenlijk alleen maar instrumenten op staan die akoestisch zijn, er mocht nergens een stekker aan zitten [lacht]. Op een gegeven moment denk je dan bij sommige songs “Ah, hier klinkt een viool mooi”, of “hier moet eigenlijk nog wat percussie bij”, en dan doe je dat. Dus zo streng ben ik ook weer niet, om te zeggen “het moet echt alleen zang en gitaar zijn”. Alle liedjes zijn wel weer terug te vertalen in hoe ze begonnen zijn, met alleen zang en gitaar. Zo ga ik ze live dan wel weer doen.

In hoeverre ben je zelf een onderdeel van het arrangeren? Schrijf en denk je daarin mee?
Ja, zeker. Dan ga je de liedjes echt afmaken, bijvoorbeeld door voor bepaalde partijen een nog betere partij te verzinnen, of het arrangement aan te passen. Dat is allemaal samen gebeurd met Gijs. Die heeft daar een flink stempel op gedrukt. Zijn smaak en visie sluiten heel erg aan op het soort muziek dat ik aan het maken was, en hij heeft ook heel erg in de gaten gehouden dat alles nog steeds bij mij past. Hij heeft dus niet gezegd: “nou, als we dit refrein twee keer doen dan kunnen we op de radio” [lacht]. Wat vaak ook een goede graadmeter is, hoor, voor een arrangement. Zaken als “laten we binnen een minuut het refrein invallen”. Je kent het wel, he? Daar hebben we helemaal niet over nagedacht. We wisten: dat hoeft helemaal niet, we gaan gewoon iets moois maken!

Wat betekent dit voor de band VUUR? Staat daar nu een punt achter?
Nee, alleen een klein komma-tje hoor! Weet je, ik heb VUUR opgericht omdat ik zo breed ben in mijn muziek-uitingen. Dat moest ik opbouwen en dat kost tijd. Maar ik wil graag een outlet hebben voor mijn heavy muziek… dus metal, prog, rock, whatever. Als ik zoiets maak, doe ik dat onder de naam VUUR. Het is er, het is mijn baby, en ik heb die plaat, dus daar kan ik altijd naar terug. Goed, het zal nu even duren voordat ik met deze laatste plaat kan optreden, dus dat wordt een wat langer proces dan normaal. Misschien maak ik nóg wel een akoestische plaat, of ga ik terug naar het idee van de metal-plaat. Maar dat maakt allemaal niet uit: het is er, en daar tap ik weer uit als ik iets heavy’s ga doen.

Je instrument is je stem. Als je terugkijkt naar je carrière als zangeres, hoe heeft je stem zich dan ontwikkeld?
Ja, het verandert natuurlijk, dat gaat zo met zingen, je bent een mens en dat verandert dan. Mijn instrument zit in mijn lichaam, dus mijn klanken zijn nu anders dan toen ik 18 was. Maar als ik nu songs luister van 20 jaar geleden, hoor ik dat mijn stemgeluid – maar ook de manier van zingen en de energie die er uit komt – allemaal veel volwassener is. Ik ben praktisch gezien ook lager gaan zingen. Ik was vroeger echt een sopraantje, en nu een mezzo-sopraan. Ik ben gezakt naar mezzo, ook omdat ik dat “in de hoogte zingen” niet echt heel erg train. Dat verandert dan wel, ja. Er zit een wat vollere klank in nu.

Zijn er aspecten aan zang waar je aan werkt om je te ontwikkelen?
Nou, nieuwe technieken komen altijd vanzelf als je nieuwe muziek maakt. Bij deze plaat zit ik wat meer in het laag, en zing ik veel zachter dan bijvoorbeeld op die metal-plaat. Dat was een heel groot verschil: op die plaat van VUUR zing ik hard, hoog, veel en luid; daar zit heel veel stuwing achter. Hier was het juist de kunst om met zo weinig mogelijk geluid zo veel mogelijk in beweging te krijgen. Da’s een heel andere manier van zingen. Maar eigenlijk moet ik heel eerlijk zeggen: het gaat een beetje vanzelf, want ik probeer gewoon met mijn stem te doen wat ik voel. Ik ben dus niet zo bezig met stemoefeningen, of met techniek of zo. Ik heb wel het geluk dat ik technisch sterk ben van nature, ik kan er heel wat mee, maar ik ben niet iemand die dat enorm loopt uit te bouwen. Ik heb wél gemerkt, nu in deze Corona-tijd… op een gegeven moment zing je gewoon een half jaar niet. Gewoon NUL, weet je? Die eerste tijd, was het gewoon Netflixen en nadenken over wat we nou moeten doen [lacht uitbundig]. Op een gegeven moment moest ik wel weer gaan trainen: je stem, je hele systeem, dat zijn allemaal spieren. Je stembanden, maar ook je lage rugspieren, dat werkt allemaal mee. Dus net als een sporter moet je eigenlijk gewoon blijven zingen. Dat ben ik op een gegeven moment weer gaan doen, maar ik merk wel: ik heb fysiek wel ingeleverd, in dat corona-jaar!

Anneke van Giersbergen

Kijk je bewust naar andere zangers of zangeressen om te leren? Wat zijn je voorbeelden daarin?
Nee, niet bewust om van te leren, maar ik luister bijvoorbeeld graag naar Kate Bush, als je het hebt over vrouwelijke zangers. Zij is wel een voorbeeld in die zin. Zij kan veel met haar stem, ze kan hoog, laag, ze buigt hem makkelijk, heel soepel… Maar wat zij héél erg goed doet, is haar emotie laten horen door haar stem. Dus je hoort heel duidelijk “goh, die kan héél goed zingen”, maar tegelijkertijd hoor je ook dat het één brok gevoel is wat daar uit komt. Sommige zangers zijn alleen maar heel goed, maar daar voel je niks bij, en sommige zangers kunnen helemaal niet zingen maar brengen wel heel veel over, zoals Bob Dylan [lacht]. Die kunnen geen toon houden maar zijn toch fantastische zangers.

Neil Young?
Ja, ook! Die zingen allemaal vals, maar dat maakt geen reet uit [lacht]. Neil Young en Bob Dylan inspireren mij omdat zij verhalende teksten hebben, omdat ze met hun stem en met hun woorden iets kunnen uitleggen waar wij allemaal iets bij voelen. Aan de andere kant heb je dus Kate Bush, Ella Fitzgerald, Freddie Mercury, Prince… dat zijn allemaal zangers die fantastisch zingen… dat zijn de groten der aarde.

En muzikaal, als we niet naar de zang kijken? Heb je bepaalde artiesten of stromingen waar je veel naar luistert of waar je inspiratie uit haalt?
Ja, ik ben natuurlijk heel erg into metal en prog. Muzikaal vind ik dat heel tof, heel uitdagend en stimulerend, er gebeurt van alles. Mensen als Mikael Åkerfeldt van Opeth, of Devin Townsend, dat zijn de twee beste zangers in onze scene; KLAAR! En dan ook nog eens gitaar spelen, en ook nog eens schrijven en componeren, producen, live spelen. Dat zijn enorme voorbeelden voor mij, omdat het technisch gezien heel goed is, én ze brengen veel emotie over. Daar gebeurt veel waar ik heel graag naar kijk en van leer. Ik mag af en toe met Devin werken, ik leer daar veel van en ik praat ook veel met hem. Hoe doe je dit of dat… en hij zegt dan altijd “ah ik doe maar wat”. Maar dat is natuurlijk niet zo…

Hij lijkt heel bescheiden, in interviews.
Ja, en niet eens vals bescheiden, he? Hij is echt zo! Hij flapt eruit wat hij voelt, zowel op zijn Twitter als in zijn muziek. Tegelijkertijd is hij zo ongelofelijk skilled en zo goed in wat hij doet… Ja, dat is echt te gek.

Dan kan ik het niet laten om een fan-vraag te stellen: wanneer komt er een album van jou en Devin samen?
[aarzelt even] Diezelfde fan-vraag heb ik ook aan Devin gesteld!

Serieus?
Ja, ik doe mezelf echt niet tekort hiermee… ik kijk heel graag naar hoe Devin dingen doet, en daar wil ik van leren. Ik heb dus wel eens tegen hem gezegd: “ik zou graag willen dat je een plaat voor mij schrijft, dan zing ik ’em en dan speel jij ’em en dan weet ik veel” [lacht]. Dat vond-ie natuurlijk heel leuk, maar ja hij doet altijd zoveel dingen tegelijk… Kijk, wij hebben een soort vaste vriendschappelijke- en werk-relatie, en we zijn altijd in contact. Dus wie weet, man… het zou wel een wens zijn voor mij…

Devin Townsend doet heel erg veel om het gat op te vullen dat Corona in het optreed-schema heeft geslagen, met live streams en zo. Jij had in mei de komende concerten gepland. Hoe staat het daar mee?
Nou… ik denk niet dat dat gaat lukken. Ik denk dat ze verschoven worden naar… [aarzelt] misschien wel mei volgend jaar. Het is nu al voor de tweede keer verschoven, de laatste keer dus naar mei. Ik heb al heel veel kaartjes verkocht, dus dat past niet op 1,5 meter in die kerken… dus ik moet ze verschuiven. Als er weinig plaatsen waren verkocht, kun je nog iets bedenken in zo’n ruimte, maar dit kan ik niet meer terugdraaien. Dus het wordt verschoven. Verder denk ik, misschien wat piepkleine dingetjes in de zomer… we mogen misschien wat opschalen na de zomer, maar echt serieus touren, dat wordt 2022… Op 28 maart is er een eerste grote live stream. Daar heb ik al heel veel mooie dingen voor opgenomen; het wordt een soort film van een uur, en daar kun je een kaartje voor kopen. Dus in plaats van naar een concert gaan, kunnen mensen de artiest steunen – in dit geval mij – en dan krijg je iets moois te zien. Dat is iets waar we heel veel werk in hebben gestopt, dat wordt heel mooi. En ik denk dat we dat misschien vaker gaan doen.

Als je terugkijkt naar wat je gedaan hebt, heb je een persoonlijke favoriet in je veelzijdige oeuvre?
Van mijn eigen platen? [denkt lang na] Ja… waar ik wel veel bij voel is mijn eerste soloplaat “Air”. Dat is al heel lang geleden, 2007 of 2008. Die liedjes had ik al best wel lang liggen, want zo nu en dan schreef ik een song die dan niet op een Gathering-plaat paste, maar die wel de moeite waard was. En die lag daar dan gewoon… Dus op een gegeven moment had ik het gevoel “Ik ga een soloplaat maken” Die plaatopnames waren heel spontaan. Ik had een band bij elkaar gegooid, gewoon mijn beste vrienden eigenlijk, Rob op drums, en dat vond ik superleuk om te maken. Daar zitten heel veel vette nummers in, en de productie is te gek, en er zit veel positieve spirit in. Dus ik denk daar altijd aan terug met een gevoel van “Dat is gewoon een vette plaat!” Daar ben ik wel trots op. En ik moet toch zeggen, het is niet dat ik nou loop te pluggen [lacht] maar die laatste plaat is natuurlijk totaal anders, omdat het een heel ander gevoel is. Ik ben ook een stuk ouder, ik ben nu moeder, er zitten andere gevoelens aan ten grondslag… Dat vind ik eigenlijk ook mooi, da’s heel erg van binnenuit en persoonlijk, en daar ben ik eigenlijk best trots op.

Is er nog een onbetreden pad dat je nog graag zou willen bewandelen?
Nou… niet heel specifiek, nee. Ik doe eigenlijk al alles wat ik te gek vind. Het is wel zo, dat ik al heel lang een solo akoestische plaat wilde maken, maar dat kwam er gewoon nooit van. Ik doe natuurlijk al wel heel lang die solo akoestische optredens, met alleen gitaar. Mensen zijn dat al van mij gewend en zeiden soms “Oh, dat was mooi vanavond, waar is die plaat nou?” En ik zei dan: “Ik heb een metal-plaat, en ik heb een rockplaat”. Dus dit is wel één ding dat ik al lang wilde doen…

Is er nog iets niet aan bod gekomen?
Nee, het enige waar ik nu écht mee bezig ben is deze plaat, ik vind het tof hoe er op gereageerd wordt, ik praat er graag over, en ik sta werkelijk te trappelen om live te gaan spelen. Ik ben nu ook mijn set aan het repeteren, hier in mijn muziekkamer. Dus als we groen licht krijgen van mijnheer Rutte, dan ben ik er klaar voor!!!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven