Een weekendje Incubate in Tilburg, altijd leuk. Toch blijft het een roteind rijden naar de Brabantse stad. Dat je ook meteen in een andere wereld belandt blijkt wel in Little Devil, een stoere kroeg met een groezelig achterzaaltje waar duidelijk sinds het rookverbod nog geen frisse lucht is binnengelaten. Een perfecte setting voor de Britse Bad Guys. Ze hadden trouwens ook zo de Ugly Guys of de Drunk Guys kunnen heten. Vooral de zanger lijkt met zijn grote snor meer op een heftruckchauffeur dan op de voorman van een hippe rockband. Hij staat voor het podium tussen het publiek, schreeuwt zo nu en dan ongecontroleerd iets onverstaanbaars in de microfoon en lijkt behoorlijk zat. Maar goed, Incubate belooft underground dus underground is wat we krijgen.
mij=Door: Blink. Foto's: Storm
In 013 kunnen we nog net meegenieten van de laatste folklanken van Horse Feathers. Wat Bad Guys ontbrak aan subtiliteit heeft Horse Feathers in overvloed. De cover van Gillian Welsh’ Orphan Girl die ze spelen is adembenemend mooi. Erg lieve, verlegen folkies die hard op zoek zijn naar nieuwe vrienden: ‘We only have one friend in Holland: our driver. We need to make some more.’ Het is ze gegund. In de bovenzaal zijn inmiddels de drie heren van Black Earth losgebarsten en wat een treurige vertoning is het daar. Als het idee van underground een man van middelbare leeftijd met bierbuik is die met opgestoken middelvingers een liedje met het refrein ‘fuck off’ zingt, dan blijf ik liever bovenground. Enkele reis terug naar Texas graag voor deze heren.
Het wachten is dan op de grote belofte: Forest Fire. De band doet studentikoos aan en zou folk-rock moeten spelen. De snoeiharde feedback waarmee het concert begint houdt echter aan en vooral de akoestische bas van de overigens erg leuke bassiste zorgt voor zo’n aanhoudend gedrein dat de zaal na enkele nummers snel leegloopt. Alleen het fraaie gitaarspel verraadt iets van het talent in deze band, maar verder is het nogal een deceptie.
Nog chagrijnig van Forest Fire stappen we een paar deuren verder binnen bij de maffe Finnen van Thulebasen. Het lijkt of de band nog aan het soundchecken is maar ze blijken al middenin hun set te zitten. Experimenteel gefröbel van de vervelendste plank dit. Gelukkig vinden we nog enige troost bij de hemelse klanken van Josephine Foster in de Pauluskerk. Sfeervol, sereen, maar toch ook wel een tikje te stichtelijk. Mooi om te zien hoe het weinige publiek in de kerk even helemaal wordt meegevoerd door de zangeres.
Een minuut later zitten we in de auto richting Oisterwijk. Veel over gehoord, met name over de schijnbaar fenomenale meubelboulevard, maar verder compleet onbekend terrein. Gelukkig weet de navigatie wel de weg in Oisterwijk en worden we keurig naar het Natuurtheater geleid. Even op het verkeerde been gezet door de klanken van een bruiloftsband bij een plaatselijk restaurant wandelen we een aardedonker bos in, op zoek naar Black Mountain. Het tafereel dat we aantreffen in het Brabantse amfitheatertje doet bijna apocalyptisch aan. Zeer spaarzame verlichting, bosjes rondhangende mensen, een paar rijen fans voor het podium, enorme wolken droogijs en natuurlijk de zwaar psychedelische klanken van de Canadese hippieband. Gelukkig na een toch wat tegenvallende vrijdagavond op Incubate nog getuige kunnen zijn van dit bijzondere optreden op een unieke locatie. Morgen nieuwe dag, nieuwe kansen.