Arno Hintjens

Arno Hintjens en het leed van de wereld
In Nederland moge hij dan niet alom gekend zijn, in eigen land geniet de West-Vlaming Arno Hintjens een wereldfaam. Niet louter door zijn bewonderenswaardige carrière (die meer dan vier decennia omspant, waarin hij onder andere werd geridderd in Frankrijk tot Chevalier des Art et des Lettres), maar ook door zijn onomstotelijke persoonlijkheid. Elkeen die hem in den lijve heeft ontmoet weet: Arno bezit een magnetische aantrekkingskracht. Beweegt zich door de wereld met een plezierige flair. Hij predikt met charme, strooit met poëtische volzinnen en vult dit alles aan met een veelvuldig ten gehore gebrachte lach. De vleesgeworden goedzak.

Arno Hintjens


mij=Interview: Guus
Arno heeft gelééfd. Dat zie je, dat hoor je. Hij maakte in de jaren tachtig furore met TC Matic, tourde de wereld over en ging vervolgens solo. Sinds 1986 brengt hij in eigen naam albums uit. Zijn stem verraadt de vele sigaretten (hoewel inmiddels gestopt) en alcohol (op tour eveneens achterwege) die zijn keel hebben gesmeerd. Zijn haar kleurt tegenwoordig grijs; meneer Hintjens hinkt dan ook al weer tegen de 65 aan. Maar toch. Arno moge dan wel ouder zijn geworden; echt oud is hij nooit geworden. Als geen ander weet hij de levensluchtige adolescent en de wijze oude heer te verenigen in één persoon. Zijn vaderlijk gelaat oogt jongensachtig maar toont evenzeer sporen van een leven dat niet onopgemerkt voorbij is gegaan. Wat dat betreft is Arno zelf even paradoxaal als de titel van zijn vorig jaar verschenen album: Future Vintage. “Ik ben oud geboren maar ik zal jong sterven” constateert Arno tevreden.
Ontspannen als altijd zit hij onderuit gezakt op de bank in zijn kleedkamer in Paradiso. We treffen hem ziekjes; verkouden en grieperig. Wat volgens hem een uitzonderlijke situatie is. Desondanks ben je al gauw geneigd te denken dat intensief touren op Arno’s leeftijd niet de meest gezonde dagbesteding is. Maar hij protesteert. “Ik lééf om op tour te zijn. Als ik niet op tour ben, gebeurt er iets met mij. Ik kwam terug van een tour in Canada en viel in de put. Ik werd geconfronteerd met de wereld. Opstaan. thuis zijn, eten, tv-kijken, dagbladen lezen; al die dingen. Op tour leef je in een andere realiteit.” Maar toch. Elke dag die blootstelling aan adrenaline. De spanning die een optreden met zich meebrengt. Het eindeloze reizen. Zelfs artiesten die vele lentes minder tellen kan dit zwaar vallen. “Het tegenovergestelde is zwaar; als ik niks doe ben ik ziek. Dat ik nu eens op tour ziek ben, heb ik nog nooit gehad.” Om Arno’s relatie met touren dan maar te bestempelen als louter een vlucht voor de dagelijkse werkelijkheid, gaat voor hem te kort door de bocht. Hij geniet er ook zichtbaar van. Glunderend: “Het is fantastisch hè. Ik hoef het huishoeden niet te doen, de gebraden kippetjes vliegen in mijn mond, ontbijt op hotel. Het enige wat ik hoef te doen is kijken. Like a tourist in the sun.” De vraag of optreden hetgeen is wat hem jong houdt, steekt Arno als een bij. “Jong? Wat is dat: jong of oud? Ik ken mensen van 22 jaar die stokoud zijn. Het conservatisme maakt mensen oud. Dáár wil ik niet aan meedoen.”
Arno Hintjens
Het conservatisme maakt mensen oud. Met deze opmerking zijn we aanbeland bij een ander cruciaal punt van Arno’s persoonlijkheid: zijn bekommeringen over de contemporaine wereld. Want die is er volgens hem slecht aan toe. Zijn geliefde Brussel, het geplaagde België en het ontbindende Europa; alle lijken eraan deel te nemen. “Het conservatisme van vandaag heeft een erectie als de Eiffeltoren” observeert hij in eigen stijl. De revolte is volgens hem verdwenen. Hier openbaart Arno’s tweespalt zich op een andere manier; hoewel hij niet graag met de dagelijkse realiteit geconfronteerd zegt te worden, houdt hij de actualiteiten bijzonder goed bij. De vluchtige, amicale wijze waarmee hij zich door het leven lijkt te verplaatsen contrasteert met de manier waarop hij het leed van de wereld op zijn schouders torst. “Griekenland, Spanje, Portugal. In België zijn vandaag weer 6 fabrieken gesloten. Economisch en politiek gezien zitten we weer in de jaren dertig. In het land waar ik woon stemt 40% extreem rechts. België bestaat niet meer. Het is al gesplitst“ verzucht Arno. ”Alles is zo braaf. Er is geen consternatie meer. In de kunsten niet, maar ook niet bij het grote publiek.”.
En meneer Hintjens kan het weten. Arno’s vormende jongensjaren speelden zich immers af tegen de achtergrond van de roerige jaren zestig. Het tijdperk der revoltes en consternatie per uitstek. Maar hij haast zich om weemoedig verlangen naar die jaren uit de weg te gaan. “Ik heb geen nostalgie naar de jaren zestig, hè. Ik ben niet nostalgique.” Arno denkt na. “Fuck nostalgique!” scandeert hij plotseling terwijl er onstuimig een middelvinger de lucht in wordt gestoken. “Maar in de jaren zestig – toen ik young, beautiful and fresh was, with the smell of mother’s milk – toen was er revolte. Onder andere hier in Amsterdam. De provo’s. Er was rebellie in rockmuziek. Alles is nu zo volgzaam geworden.” Hij lijkt zich grote zorgen te maken. “Als het slecht gaat is nationalisme het volgende dat komt. En het nationalisme creëert oorlogen.” Of dat vandaag de dag hier volgens hem nog mogelijk is? “Alles is mogelijk in een cowboyfilm. En wij leven in een cowboyfilm.”
Arno staat op. “Zeg, moet je iets hebben om te drinken?” Hij loopt naar de koelkast en pakt een blikje frisdrank. Hij loopt terug en zetelt zich weer. Stilte. “Alles gaat over hè. Het gaat allemaal voorbij.” Hij neemt een slok. Is er dan geen enkele hoop? “Als ik geen hoop meer had in de mensheid, zou ik heel ongelukkig geweest zijn. De hoop zit in de jeugd. De mensen onder de twintig jaar. Want er zal van hen een reactie komen tegen wat er vandaag gebeurt4. Het zit de mensen tot hier” hij houdt zijn hand tot de hoogte van zijn neus. Vervolgens twee centimeter hoger. “Als het tot hier komt zal die reactie komen. Jonge mensen willen weg uit Europa. Maar waarheen? De Verenigde Staten zijn geen supermacht meer. Veel gaan er naar Brazilië, terwijl de Braziliaan vroeger hierheen kwam om te werken.” Dan lachend: “The times they are a-changing, zong Bob Dylan al in de jaren zestig.”
Arno
Naast Arno’s tourlust is zijn productiviteit eveneens onverminderd. Nog vorig jaar bracht hij het bovengenoemde Future Vintage uit. Een plaat met een veelvoud aan stijlen. Waarop Arno onder andere zijn multilinguïstische capaciteiten tentoonspreidt: gezongen wordt er in het Engels, Frans en Nederlands. Maar de trein raast voort. “Ik ben inmiddels weer bezig aan een nieuw album. Wat moet ik anders doen? ’t Is te laat om met pensioen te gaan.” Bezijden het zelf componeren van muziek vindt hij ook nog tijd om het huidige muzikale landschap nauwlettend in de gaten te houden. De zelfverklaard verwerper van nostalgie heeft dan ook een moderne smaak. Arcade Fire hoort bij zijn favorieten. “Da’s fantastisch hè? Zij staan voor solidariteit. ’t Is vroom, vrolijk. Violen. Geweldige groep.” Ook de landgenoten van Balthazar genieten zijn goedkeuring. “Zij doen iets anders dan gewoon. En ik denk niet dat Belgische bands beter zijn dan Nederlandse, dat gaat per periode.”
Er wordt op de kleedkamerdeur geklopt. In vluchtig Frans slingert Arno’s tourmanager de woorden naar binnen dat de volgende interviewer staat te wachten. Interviewsessies afnemen, albums aan de lopende band uitbrengen, de grote zaal van de Paradiso uitverkopen. Arno lijkt niet te stoppen. Of hij nog ambities heeft? “Leven” zegt hij. Hij lacht. Ik pak mijn spullen en we nemen afscheid. “Braaf zijn, hè” zegt Arno net voordat ik de kleedkamer verlaat.

3 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven