Vijf jaar geleden verraste het Noorse gezelschap Ásmegin zowel vriend als vijand met een uitgebalanceerde mix van folk en viking metal op het debuut Hin Vordende Sod & So. Het schijfje viel met name in positieve zin op door de pakkende melodielijn en de welhaast vanuit het niets opduikende overgang van brute naar lieflijke passages, ingrediënten die op dit tweede geesteskind vrijwel geheel verdreven zijn naar het Walhalla. Eén en ander had ongetwijfeld te maken met het feit dat zanger Bjorn Olav Holter en drummer Tommy Brandt het veld moesten ruimen voor Erik Fossan Rasmussen die beide taken voortaan voor zijn rekening zou nemen. Laatstgenoemde blijkt van een geheel ander kaliber te zijn dan zijn illustere voorgangers. Zijn bij tijd en wijle grommende keelerupties behoren bepaald niet toe aan een met weinig of geen talent behepte schreeuwlelijkerd, maar kunnen niettemin slechts in de schaduw vertoeven van die van heer Bjorn. Daarnaast zijn de composities van een beduidend minder niveau waardoor de voortkabbelende melodieën maar niet willen beklijven. Zelfs de heldhaftige pogingen van twee gastvrouwen, luisterend naar de welluidende namen Anne Marie Hveding en Gunhild Hovden Kvangarsnes, om de kar te trekken met betoverende vocalen, eindigt steevast in weinig tot de verbeelding sprekende klanken, een krolse kat waardig. Alle goede bedoelingen ten spijt wil deze sterk op Opeth en Nightwish geënte act in tegenstelling tot de gebroeders Wright maar niet los van de grond komen. In vergelijking met het debuut een forse stap terug derhalve voor Ásmegin, die het geduldig wachten van de fans op nieuw materiaal beloont met een discutabele release.
mij=Napalm / Rough Trade