Aha, het o zo belangrijke tweede album! Het postcore-gezelschap van Baptists weet er wel raad mee. Na het debuut Bushcraft uit 2012 zijn er overduidelijk stappen gemaakt. De nadruk lijkt nu vooral te liggen op een Engels woord waar wij niet echt een waardevol equivalent voor hebben. Baptists is nu vooral ‘ferocious’. Het is een optelsom van gemeen, smerig, cynisch, kwaadaardig en over-de-top. En alle regie om tot een sympathiek plaatje te komen, is achterwege gelaten. De kwade geest in de fles van een Madball is losgelaten op het werk van Converge, Today Is The Day, Unsane en een Modern Life Is War. Kort door de bocht; Baptists is er in geslaagd om de wrange en Teutoonse blackmetalbombast keurig te laten samensmelten met een schizofrene postcore-mentaliteit. In die zin is Bloodmines een consistent geheel geworden. Daar waar voorganger Bushcraft als een fragmentatiebom alle kanten op spatte en meer ‘collateral damage’ toebracht dan dat ‘t op één enkel doelbewust doelwit gericht was. Slechts twee songs pieken boven de drie minuten uit. De rest bestaat uit over elkaar heen buitelende drums en gitaarsalvo’s die niet bepaald melodieus en subtiel te noemen zijn. Voeg daar het rauwe boerengebulder van zanger Andrew Drury en wat vage grindmolenbastonen aan toe en het nieuwe nihilisme heeft er weer een lijfbandje bij. En toch, soms hoor je wat oude Killing Joke-gitaarpartijen terug die net voor voldoende herkenbaarheid zorgen. Zoals in “Vistas”. Een goed verstaander weet dan al dat ik fan ben. Nee, dat is dus niet bepaald journalistiek verantwoord en al zeker niet objectief. Maar, dat gun ik de band wel.
mij=Southern Lord/Konkurrent