Gek genoeg konden de zoekmachines me niet vertellen dat collega-schrijver André op deze site al twee interviews met Bell X1 gedaan heeft. We lopen elkaar mis terwijl ik de minder persoonlijke info bijeensprokkel en André gewoon bij hun optreden in Rotterdam staat, in het kader van de tour rond hun zesde album sinds 2000, Chop Chop. Ik lees dat de band één naam niet in recensies wil zien: Damien Rice. Bell X1 is namelijk de naam van de band die ontstond toen Rice in 1998 uit de band Juniper stapte. Rice brak wereldwijd door, maar Bell X1 werd vooral in Ierland een echt grote band. Dat is begrijpelijk als ik op YouTube de schitterende pianoballad “Eve, The Apple Of My Eye” uit 2004 tegenkom. Bovendien verkende Bell X1 regelmatig zijn muzikale grenzen: hun vorige album Bloodless Coup uit 2011 vind ik interessant, met al die subtiele elektronische geluiden. Dat experiment is op de nieuwste plaat Chop Chop echter weer voorbij. Bell X1 is daar zo’n best keurige band die niet echt indruk op mij maakt – maar daar moet ik wel bij vermelden dat bands waar Bell X1 vaak mee vergeleken wordt, namelijk Elbow en The National (met wie ze producer Peter Katis delen), me net zo min veel doen. De teksten en de zangstem van Paul Noonan vallen niet op en er ontbreekt spanning, terwijl de band dat dan af en toe wel weer op het irritante af probeert te compenseren met nietszeggende piano- en trompetversiersels. Gelukkig heeft Chop Chop wel één prijsnummer, namelijk het afsluitende “The End is Nigh”, met tenminste een beetje echte drive. En ook “Diorama” vind ik op de positieve manier wat Coldplay-achtig. Bij zijn thuiskomen moest André dringend kwijt dat hij het niet met dat oordeel eens is, en dat ik de vorige albums beter moet checken…
mij=BellyUp
4 reacties