Gaat Bill Callahan een nieuwe fase van zijn carrière in? Na de tape-experimenten op de cassettes die hij eind jaren tachtig uitbracht en de lofi knip-en-plak-liedjes van zijn eerste platen (Julius Caesar) maakte hij een breed gearrangeerde en georkestreerde plaat als Red Apple Falls. Na nog een paar platen op deze manier gebracht te hebben, bekeerde hij zich in 2007 tot de spaarzaamheid van de eenzame folkie. Rond diezelfde tijd liet hij zijn nom de plume Smog vallen en mochten we hem gewoon bij zijn eigen naam noemen. In deze incarnatie als bracht hij onder meer het wonderschone Sometimes I Wish I Were An Eagle. Op Dream River klinkt er opeens een soort eenzame, gothic cowboy door in zijn liedjes. Slide en fiddle duiken op (in “The Sling”) en de geluidseffecten die hij graag op zijn eerste opnames liet horen, keren plots weer terug (“Javelin Unlanding”, “Ride My Arrow”). In “Summer Painter” lijkt er zelfs een dwarsfluit te horen. Grootste verschil – na het ontbreken van die typische lofi-braampjes – is dat de geluidseffecten nu door de elektrische gitaar gebracht worden en niet door knippen-en-plakken. Maar zijn donkerbruine stem is gebleven en ook de rust en tijd die hij neemt voor zijn prachtige, droevige herfstliedjes. De slechts acht nummers klokken elk rond de vijf minuten. En elke vijf minuten druppelt de regen prachtig langs de ramen en valt er weer een verkleurd blad van de boom.
mij=Drag City
4 reacties