Het is een rare tijd voor me, vol verliefdheid, het tijdelijk moeten missen van precies die geliefde en mijn broer heeft een kindje gekregen. (Babygolf alert! Zelfs Amanda Palmer is nu moeder!) En het is tevens hoog tijd om weer regelmatiger aan deze fijne blog bij te dragen. Bij wijze van experiment heb ik – als laatste der mohicanen in het muziekrecensentenlandschap, vermoed ik – maar eens een maand Spotify Premium genomen voor €10. Ik ben er eigenlijk principieel tegen omdat Spotify’s businessmodel artiesten niet stimuleert om goede muziek uit te brengen, maar soit. Het verschil zie je zelfs in de slogans: op mijn Waaghals-kassabon staat ‘Enjoy your music’, op de voorpagina van Spotify staat ‘Music for everyone’… Spotify Unlimited voor €5 per maand is trouwens niet meer te krijgen, tenzij je dat al vóór 2013 had aangeschaft. Je moet trouwens uitkijken of je inlogt met Facebook of via Spotify zelf; ik blijk nu opeens twéé accounts te hebben, waarvan er slechts één premium is, maar alleen de andere heeft Facebook-volgers. Ehm…
Spotify drukt je wel meteen met de neus op de feiten. Die mooie sticker ‘The debut album featuring “Talk” and “Too Much Is Never Enough”‘ die op de zwarte cd-hoes zit die ik van het Canadese producersduo Bob Moses gekocht had, verbloemt dat er in 2015 al een eerdere release was, namelijk de EP-verzamelaar All in All. Die kwam trouwens zowaar wel nog op cd uit. Met Spotify zie je op de artiestenpagina (missen jullie ook een algemene overzichtspagina in de webplayer?) direct in hoeverre je wordt genaaid als trouwe, aan een echte kassa betalende muziekliefhebber. Er komt zóveel alleen digitaal uit! Allerlei single edits, b-kantjes, remixes, remasterings, enzovoort. Veel artiesten blijken hele backcatalogussen te hebben waar Wikipedia, torrentsites én fysieke platenwinkels nog nooit van gehoord hebben (en waar ik ook écht geen budget en tijd voor heb). Neem Shamir, die blijkt een EP op Spotify te hebben staan die ik nog nooit in een Nederlandse winkel gezien heb, die niet eens zoveel onderdoet voor zijn uitstekende album Ratchet. Een ander probleem is dat je met Spotify ontzettend afgeleid wordt; een album is nog maar één van de vele albumpjes, en je krijgt bij een minder nummer al gauw de neiging om iets compleet anders op te zetten. Vergelijkbare artiesten bij Bob Moses: Kiasmos en Howling. Dat klopt inderdaad wel. Wat moet ik nog schrijven als recensent? Playlists en aanbevelingen werken ideaal, maar naar de achtergrond of intenties van een artiest blijft het gissen. Daar heb je dan toch weer een ouderwets interview voor nodig. Vroeger werden muzikanten gezien als persoonlijkheden; tegenwoordig is een muzikant sneller vergeten dan een reality-tv-ster. En ach, er zijn zoveel artiesten, wat maakt het Jan met de Pet eigenlijk nog uit dat The Beatles of een willekeurige Clone- of Bandcamp-release niet op Spotify staat? Of dat de nieuwe Ellie Goulding-single “On my mind” exclusief op Spotify en Apple Music/iTunes staat en verder overal door Web Sherriff c.s. van internet wordt verwijderd? Straks komt Youtube Music, met nóg meer aanbod en nóg meer fragmentatie. En in dat licht is het misschien wel belangrijker dát er überhaupt recensies, links en playlists verschijnen zodat de massa een bepaald album nog ontdekt in de stortvloed, liefst nog op de dag van de release. Muziek wordt fastfood, ja, maar het gaat er gelukkig wel nog om over welke albums we blijven praten.
Bob Moses maakt een soort neerslachtige technosoul; bijna al hun liedjes zijn een mix van een kale technobeat (denk: “Born Slippy”-climax) en rijk gezongen synthpop-coupletten. Al op “First to Cry” en “All I Want” (op All In All) deden ze dat zo. Zeker met de stem van Tom Howie, die meer diepte en rust uitstraalt dan pakweg die van Thomas Azier of Sam Sparro, kun je dan wat overbrengen. Het boekje, dat je bij Spotify nergens kunt vinden, staat dan ook vol met songteksten waar je iets achter kunt zoeken, als je zou willen. Dat boekje bevat geen enkele vormgeving verder, dus voor de esthetiek hoef je Bob Moses niet in je platenkast te hebben (zie ook: Purity Ring). Muzikaal is Bob Moses af en toe riskant: met hun concept kun je ook willekeurige Keane-ballads smaakvol verdeephousen. Toch zit het muzikaal wel snor: waar ik normaliter een hekel heb aan vrijwel alle deephouse (een bloedeloos genre dat tot op het bot is afgegraasd tot het commerciële Beatport-dieptepunt), vind ik Bob Moses goed te pruimen. Days Gone By is geen emotionele plaat, daar is het te berekend voor, maar doet in elk geval een goede poging tot affectie. “Talk” is écht lekker diep. En de fijne melodie van “Touch & Go” is van Radiohead gejat. Bob Moses is nog lang geen Atoms for Peace (waar Tom Howie wel naar hint in bovenstaand gelinkt interview), maar hier gebeurt in elk geval best iets spannends. En in welke omgeving ik die muziek consumeer, tja, het blijft een smaakkwestie. Voor Spotify geldt in elk geval: too much is never enough..
mij=Domino