Een van de zwarte gaten in mijn muziekkennis is de eightiesband The Smiths. Ja, tskt u maar, het was voor mijn tijd! Ik ken alleen de singles van de radio en die zijn prachtig. Vooral de tegendraadse klank van de band blijft me bij, met de rare akkoorden en de typische achtergrondgitaartjes. En één van die achtergrondgitaartjes is schaamteloos gejat door de jonge Engelse band Clor, wat vrij vertaald vermoedelijk zoiets betekent als kablop, oink of blierps, waarmee mijn liefde voor deze band praktisch bij voorbaat vaststaat. Ook al gejat hebben ze de synthesizer van een favoriete band van me, Zoot Woman, en met al die ingrediënten bij elkaar spelen ze dan hippe hoekige gitaarmuziek voor in de disco. Het zal dus niet verbazen: de leuke singles “Good Stuff”, “Outlines” en “Love and Pain” draai ik eigenlijk al maanden. Maar het album heeft niet dezelfde klasse en dat moet ook maar eens gezegd worden. Lekker gek en strak is het overigens allemaal wel, en het klinkt erg eigenzinnig. Ook een Depeche Mode-achtig nummer als “Dangerzone” werkt. Maar slappe ballads als “Gifted” of “Goodbye” niet. En de zanger zingt soms als een verlopen kaas. Dus.
mij=Regal / EMI
Clor heeft me zowel op plaat als op het podium niet weten te overtuigen. Maarre, dat van The Smiths is inderdaad een klein tsktje waard. 😉
Live was ik van Clor juist wel erg onder de indruk, het klinkt dan wat rockiger.
Ik vond het zowel op plaat als live wel aardig. Niets hoogdravends, maar zeker niet verkeerd. Een van de leukste nummers vind ik trouwens het Prince-achtige Magic Touch.
En wisten jullie dat Clor bestaat uit leden van de begeleidingsband van Roots Manuva?
Deze band is overigens niet meer. 🙁