Voordat we gaan beginnen met het verslag van Crossing Border 2009, allereerst een blijk van hulde aan de NS. Het NS-Nachtnet is dermate verbeterd ten opzichte van de voorgaande jaren dat je al binnen anderhalf uur van Den Haag naar Utrecht kunt komen. Dat is toch een uurtje sneller dan vorig jaar. Kortom, nog minder redenen voor de thuisblijvers om thuis te blijven. Al was het feit dat het weer uitverkocht was, dat natuurlijk wel.
mij=Door: Gr.R. Foto's: Riny & Storm & Tom
De Crossing Border-organisatie had voor beide avonden een soort van gelijke opening. Althans voor ondergetekende. Beide avonden openden in de Grote Zaal met een artiest die ik reeds vaker zag. Dat is op zich best prettig, want het geeft mooi de gelegenheid om op te warmen. Op vrijdag openden Yo La Tengo in de Grote Zaal. Ze speelden een degelijke set die mooi dwars door het oeuvre heen stuiterde. Juist in de theatersetting kwamen ook de rustigere nummers, gezongen door Georgia, tot hun recht. Ira was niet erg spraakzaam, maar dat kwam vooral, volgens zijn zeggen, dat er teveel “eggheads” op het festival rondliepen. Hoogtepunt was het bijna twintig minuten durende “The Story of Yo La Tengo” waarin Ira eindelijk los kwam. Waarmee de kop er meteen goed af was en de rest van het programma konden gaan aanschouwen.
Althans, dat was de bedoeling. Echter, de programmering van Crossing Border zit dit jaar raar in elkaar. Ik het programma zitten een aantal grote gaten, want na Yo La Tengo is er een gat van een half uur waarin er vrijwel niets gebeurt. Op een bestorming van de bar na. Pas na een half uur starten er weer nieuwe acts en besluiten we om naar St.Vincent te gaan. St. Vincent, kortgerokt en kortgelokt heeft een “loaded sixstring” en is niet bang om die te gebruiken. Zo af en toe ondersteund door elektronica geeft ze in haar eentje een puike show weg. Elders in het Danstheater speelt ondertussen God Help The Girl. Dat is een filmproject van Stuart Murdoch. De film moet nog geschoten worden, maar de band staat al als een huis. Veel dichter bij Phil Spector's damesgroepjes zullen we vanavond niet meer komen en dat terwijl de band met beide benen in de huidige eeuw staat. Wederom prachtig! Dat schijnt Natalie Merchant ook te zijn geweest, maar de Union, de zaal waar zij staat, is veel te klein voor een ieder die Merchant wil zien. Binnenkomen is onmogelijk.
In de Grote Zaal is The Low Anthem bezig. Ook hun authentieke countryfolk komt goed tot zijn recht in de theatersetting, waar de gloedvolle vocalen nog net iets mooier resoneren dan anders. Na een biertje, want er zit weer een gat in het programma, gaan we weer terug naar het Dans Theater voor Akron/Family. Een mooi zooitje ongeregeld, de drie heren die op het podium zitten, maar ze spelen of hun leven ervan afhangt. Het rammelt prettig in ieder geval, maar er wordt ook hier mooi gezongen. Rammelen doet het ook bij de Tegan and Sara Hardrock Show, maar dan minder prettig. Zo heel lang houden we het daar dan ook niet vol, waardoor we op de terugweg naar de Schouwburg belanden bij de jonge honden van Cymbals Eats Guitar. Dat eten van die gitaren valt wel mee, maar ze kunnen er goed mee overweg. Frisse indierock en dat is best lekker na de wat traditionelere muziek die we vandaag vaker gehoord hebben.
Als Scott Matthews in de Union speelt komen we gelukkig wel naar binnen. Matthews is wellicht de beste zanger van Crossing Border 2009, maar het riekt allemaal net iets teveel naar Jeff Buckley. Een klein beetje eigenheid zou welkom zijn. Afsluiter Grizzly Bear geeft een optreden dat beter blijft hangen dan het Lowlands-optreden eerder dit jaar. Misschien was de Grolsch ook wel te groot voor ze.
Zoals eerder gemeld, had ook de zaterdag ook een puik starter. Newton Faulkner is terug van een blessure en speelt in zijn eentje de Grote Zaal plat. Hij legt tussen de nummers door regelmatig uit wat hij aan het doen is en hoe alle muziek uit alle apparaten komt. Hij is met recht een onemanband die zijn gloedvolle show puik afsluit met een solo akoestische uitvoering van “Bohemian Rhapsody”. Fantastisch! Tijd voor een biertje weer, want de programmering sluit wederom niet aan en dan hop naar de countrybard Steve Earle. Earle wordt voorafgegaan door dichter Menno Wigman die met zijn goede gedichten de zaal redelijk aan zijn kant krijgt. Steve Earle hoeft daar niet zoveel te doen, want hij heeft bij opkomst de zaal al plat. Hij speelt zijn Townes-show, met covers van Townes van Sant en vertelt ondertussen hoe hij er toe gekomen is. Het niveau ligt hoog, maar toch ontstaat op den duur het gevoel dat het licht routineus is.
Vervolgens zou het de beurt aan Jim White moeten zijn, maar die staat in dezelfde zaal waar Natalie Merchant stond en ook nu komen we niet binnen. Dan maar door naar Patrick Watson and the Wooden Arms. Die overtuigde al op Lowlands en dat doet hij nu nog eens dunnetjes over. Watson weet zelfs onversterkt de bovenste ringen van Grote Zaal te ontroeren. Puike show! Tijd voor het verplichte half uurtje bier drinken en daarna naar Sukilove. Daar is het niet druk en wordt het ook niet drukker. Sukilove is niet bepaald direct toegankelijk en zelfs een paar nummers proberen helpt niet. Daarom fluks naar The Decemberists. Ook daar is het vol, volgens de security, maar als we tien minuten na aanvang toch naar binnen mogen, blijkt de zaal nog niet voor driekwart gevuld te zijn. Overijverige security-mensen kunnen je avond ook bederven.
The Decemberists doen het niet. Colin Meloy heeft er zin in en trapt meteen op tempo af. Het geluid is goed en de mooi georkestreerde pop davert de zaal in, waarbij de drie gitaristen gezamenlijk regelmatig loos gaan. De Monsters Of Folk zullen toch behoorlijk hun best moeten doen om daar later op de avond overheen te komen.
Mocht Patrick Watson zijn Wooden Arms ooit aan de kant doen, dan kunnen The Antlers naadloos aansluiten. Al zal het dan nog wel even knokken worden met Antlersfrontman Peter Silbermann wie de baas is. Ik gok dat dat Watson wel zal worden, dus wellicht dat The Antlers maar gewoon op de huidige voet door moeten gaan. Met de naam Watson weet u in elk geval waar u het zoeken moet, maar The Antlers is in ieder geval de ontdekking van de avond.
En na The Antlers is er nog ruim de tijd voor de Monsters of Folk. Die gaan tot ver na enen door en dat doet toch een hoop mensen afhaken. Er wordt op een enorm hoog niveau gemusiceerd, maar ik mis een beetje het bandgevoel. Wellicht moet er gewoon nog langer getourd worden, om een hechte basis te creëren, want ik hoor nu nog teveel de individuele bands van de leden. Desalniettemin wel een goede afsluiter van een, ook dit jaar, weer zeer geslaagd Crossing Border. Nu alleen nog die gaten uit de programmering halen, al zullen ons die niet echt weerhouden om volgend jaar toch weer te verschijnen.
De nachtnet trein reed wel? Op NS site stond van niet, dus toch maar de auto genomen toen… Scheelde wel tijd though.
Ben alleen op de zaterdag geweest (Faulkner, Watson, Monsters of Folk) en heb erg genoten. Alle drie waren van hoge kwaliteit, het geluid was goed, de bands enthousiast en ik ben mijn plaatsje in het midden van het balkon niet af geweest, perfecte plaats om te zitten. Thanks voor het verslag en de mooie foto’s weer!
Natalie Merchant was niets minder dan fantastisch. Wat we van het nieuwe materiaal te horen kregen klonk veelbelovend. Hopelijk komt ze volgend jaar weer eens deze kant op, want drie kwartier was natuurlijk veel te kort.
De nachttrein rijdt tegenwoordig van Holland Spoor.