Volgens mij ben ik elke Arts & Crafts-recensie met een lofzang op het Canadese label begonnen. Laat ik dat nou eens achterwege laten. Sterker nog, in eerste instantie leek Dan Mangan een beetje een ‘misfit’. Alsof iemand had bedacht om nu eens wat commercieel levensvatbaars uit te brengen. De Canadese singer/songwriter met de rauwe, maar niet t&ecute; rauwe stem, zou het in onze contreien goed moeten kunnen doen. Hij kan zo mee in het voorprogramma van Mumford & Sons. Nu maar hopen dat ie z’n eigen Colonel Parker heeft die dat met de juiste connecties kan regelen. Tekstueel graaft hij wel wat dieper (en persoonlijker) dan de Engelsen, zo heeft hij mooie zinsneden als ‘found alternatives to honesty’ en een liedje als “Robots” is slim voor meerdere interpretaties vatbaar. Mangan zal zichzelf bedoelen als degene met het robotleven. Muzikaal is het houthakkersblouse-indiefolk met het goudeerlijke hart op de juiste plek. ‘I don’t have to re-invent the wheel’, zingt Mangan zelf terecht. En dat hoeft ook niet als je een ballade als “The Indie Queens Are Waiting” kunt schrijven, met hulp van de lieftallige Veda Hille op achtergrond-vocalen. Als Mangan de cowboyhoed opzet voor wat simpeler huppend werk nadert hij onze eigen Tim Knol, met wie zijn stem dan ook wel enige gelijkenis vertoont. Mangan zal Knol niet kennen, (wel dus, zie comments, red.), maar dat excuus gaat niet op voor “Fair Verona”, wat toch werkelijk klinkt als de zoveelste “The Blower’s Daughter” van Damien Rice. De diepe schaamteloze emotie die de Ier weet op te roepen, mist Mangan, maar dat laat onverlet dat zijn album de gewaagde titel waarmaakt.
mij=Arts&Crafts / Bertus
Mangan zal Knol wel kennen want hij stond onlangs nog in diens voorprogramma in de Effenaar in Eindhoven.
hehe! (en oeps) da’s cool, en ook wel logisch.