Drie dagen van festival de-Affaire zaten er al op. Het festival vindt plaats in en rondom het Valkhofpark in Nijmegen, als deel van de omlijsting van de Vierdaagse, het grootste wandelevenement ter wereld. De 25ste editie van de-Affaire bovendien. Een verslag van de laatste dagen.
Dinsdag 19 juli
Als we het terrein van het festival oplopen is Aucan al begonnen op het hoofdpodium op het Valkhof, de Saddlespan. De Italiaanse band maakt een interessante soort experimentele (of “math”-) electro met invloeden van post-rock, dubstep en ambient. Wat vooral opvalt en lekker smaakt zijn de donderende, dreigende, smerige beats en elektronica in niet al te makkelijk ritmes en met zo af en toe een vleugje gitaar. De meeste nummers zijn instrumentaal, en als er echt gezongen gaat worden vind ik dat eigenlijk nog het minst spannend van wat de band vanavond op het Valkhof laat horen. De muziek heeft inderdaad wel wat weg van Holy Fuck met de impact van een stevige rockband. En dat is lekker. Heel lekker.
Daarna een stukje van Charlie Jones' Big Band uit België op het Lift! podium. De doorleefde blues zang is toch niet zo apart als ik had gedacht, het is me eerder wat te ruw en het wil me maar niet overtuigen. Verder word ik ook niet heel erg warm van de muziek en het genre. De rustige blues, de countryrock, en een enkel dronkenmanslied, het klinkt wat saai.
Terug de trap op dan maar, naar het Valkhof waar de electropop van Fenech-Soler zal beginnen. Het doet me wat denken aan eighties-synthpop, die verder niet al te veel om het lijf heeft, maar toch wel aardig klinkt. De zanger staat er wel heel zelfverzekerd bij en leeft zich enorm in. Net iets te overdreven eigenlijk. De kracht zit 'm meer in de licht dansbare muziek en de lekkere vette beats met sfeervolle synthesizers. Een beetje te zoet allemaal, dat wel. Hoewel live wel leuker dan op de plaat.
De vier Hagenezen van de Pop Up Animal Kids staan op het podium in de mooie clubkleuren rood, groen, geel en blauw. We horen bluesrock met invloeden van bands als The Black Keys en The White Stripes, maar ze kunnen niet echt aan dat soort voorbeelden tippen. Je kunt zeggen dat het songmateriaal weinig opzienbarend is en het spel is verder ook niet heel strak of opvallend. Zo af en toe een stevig riffje en wat aardig gespeelde bluesnoten op de gitaar met dat kleine beetje electro. Dat maakt de band toch nog geen hoogvlieger. Doorsnee heet dat.
Dan is Spokes in de ruïne gelukkig wat verrassender. Het optreden begint met een aantal nummers die je als melodieuze indierock met een fikse klodder post-rock kunt omschrijven. Het klinkt heerlijk, maar je merkt ook wel dat de gitaren vooral in het begin van de set een beetje rondom de herhalende akkoorden blijven hangen. Toch verveelt dat niet. De mooie melodieën worden als een warm bad over je heen gegoten. De dynamiek weten ze gedurende de set gelukkig toch nog wat te verhogen. Het wordt nog wat afwisselender, en de prachtige viool krijgt soms ook wat meer de ruimte om het geheel melancholisch te ondersteunen. Dan speelt de band weer een folkachtig nummer dat doet denken aan Arcade Fire, en in het laatste kwartier gooien ze van alles door elkaar waardoor ze een mooie mix brengen van sfeervolle indierock/folk met fijne overgangen naar de shoegazende of post-rockende gitaren. De band uit Manchester overtuigt daardoor vooral in de tweede helft van het optreden, en geeft over het geheel genomen een goed visitekaartje af. Veel leuker ook dan het standaardvuurwerk dat rond dezelfde tijd wordt afgestoken, een eind verderop bij de rivier de Waal.
Op het Lift! podium is Keko Yama uit Chili dan toch ook wel een leuke spontane band. Het is enorm cliché, maar de band maakt er gewoon een feestje van. De band speelt een vrolijke potpourri van rock, ska en latin. Ik hou er niet zo van om te zeuren over de podiumpresentatie van een band, maar als je dan toch een voorbeeld moet nemen aan hoe het moet, kun je deze band wel pakken. Met veel energie, fanatisme, en met gevoel voor theater weten ze het publiek elke seconde te boeien.
Als afsluiter is Dead Neanderthals in de ruïne vandaag ideaal. Het is jazzmetal zonder gitaren en daardoor heeft het wel wat van de Noorse band Shining. Blijkbaar is het tweetal een spin-off van Do Not Run We Are Your Friends, ook al zo'n fijne band. Ik wist het niet. Het is eigenlijk gewoon de vuigste porno voor je oren. Een drummer en een saxofoon. That's it. En gek genoeg is de tijd en de plaats ideaal voor de band op de-Affaire. De onnavolgbare grindcoreherrie wordt enthousiast ontvangen, en dat kan niet anders liggen aan het feit dat de bezoekers wel houden van aparte dingen. Al helpt het denk ik ook wel dat op dit tijdstip de nodige alcohol in het bloed zorgt voor een wat meer losgeslagen vreugde. Hoe die saxofoon dan ook klinkt als de ruigste gitaarsolo die je maar kan verzinnen, is dan ook best wel briljant. Er is eigenlijk geen touw aan vast te knopen, maar dit soort opwindende chaos klinkt opperbest. Ze spelen ongeveer een kwartiertje, maar dat is dan ook genoeg om hun punt te maken. Meesterlijk.
Woensdag 20 juli
Dag vijf van de-Affaire. In de ruïne is het fijn luisteren naar het subtiele Houses uit Amsterdam. De zang van Ella van der Woude is werkelijk een genot om naar te luisteren. In het begin is de muziek nog lief en sprankelend, een beetje ongevaarlijk maar lekker ontspannend. Ook fijn, zo'n Hammond orgeltje er onder. Als het optreden vordert zoekt de band gelukkig ook wat meer scherpe randen op. Het wordt wat donkerder en serieuzer, en de gitaar komt er wat prominenter doorheen. Fascinerend is ook hoe de blik in de ogen van Ella van der Woude verandert van vrolijk, losjes en twinkelend, naar serieus, ingetogen en geconcentreerd. Ik vond dat wel mooi, de zang en de muziek gaan de diepte in en dat levert wat extra dynamiek op aan de anders wat brave indiepop. Nederland heeft met Houses er toch weer een prachtige band bij.
Het Lift! podium heeft al de hele week wat last van een wat onhandige opstelling, echt rechts van het podium kun je niet staan, links van het podium is het geluid wat zacht en mat. Alleen in het midden voor het podium voor de mengtafel is het geluid goed. Pioneers Of Love heeft daar ook last van. De bombastische new wave klinkt aan de zijkant als een dood vogeltje. Het goede geluid draagt niet verder dan een metertje of twintig. “Er is nog genoeg plek”, zegt de zanger uit Leeuwarden die een typische schaatsterm gebruikt voor de ruimte: “er is nog een heel wak hier”. Eigenlijk wel leuk, een Nederlandse band die dit soort new wave maakt. En ze brengen het wel enthousiast. Het gebruik van de instrumenten is voldoende maar het is ook niet al te moeilijk. Die paar stemmige akkoorden weet de band wel aardig in te zetten tot een aantal makkelijk in het gehoor liggende nummers. De inspiratie wordt gehaald uit bands als The Sound (en al die andere wavebandjes), waarvan ze de cover “Where The Love Is” spelen. Ik vind het zelfs het minste nummer van het optreden. Laat ze maar lekker zelf hun nummers schrijven. “Walhalla” is dan het 3FM-hitje, en dat is gelijk ook een minpuntje aan deze muziek. Het is net iets te radiovriendelijk en te gelikt. Het past zo op Pinkpop en echt origineel is het allemaal niet. Wel leuk gedaan. En dat metal teken dat de zanger vlak na het einde geeft? Tsja. Niet doen. Dit is geen metal, jongens.
Dananananaykroyd gaat niet alleen voor prijs voor de lastigste naam van het festival, ze hebben ook een absurde albumtitel dit jaar: I Honestly Can't Believe You Got That Much Ham Into A Solitary Sandwich And Still Went To See Metallica. Dan weet je al dat het gezellig gekke jongens zijn. Een van de zangers begint het optreden door in het publiek te duiken en een aantal bezoekers te knuffelen. Wat we daarna horen van de Schotse band is een energiek en bevlogen optreden met vrolijke, opgefokte, uptempo rock. De twee zangers schreeuwen zich door de set heen, springen hyperactief rond op het podium en gaan uiteraard ook een keer het publiek in. Opwindende band dit, en zo te zien helemaal klaar voor de grotere festivals.
Van Radio Moscow had ik eigenlijk veel meer verwacht. Psychedelische rock doordrenkt met blues, het zou een mooie combi kunnen zijn. Wat we horen lijkt wel een zwakke coverband met voorspelbare nummers. De drums staan ook nog eens te zacht. Het is allemaal wat lafjes zonder de nodige energie. Nee, de band uit Iowa weet hier niet te overtuigen, ondanks een paar aardige gitaarsolo's.
Ondertussen is Aux Raus het park aardig aan het opfokken. Voor het podium ontstaan wilde taferelen en de security staat continu mensen van het podium af te gooien. De gabbertechnopunk komt als een mokerslag aan bij het uitzinnige publiek. De band houdt er overigens na een jaartje of acht binnenkort mee op. Toch leuk om dit feestje eens een keer mee te maken, al is het voor mijn gevoel ook wel een beetje een goed uitgevoerde gimmick.
Donderdag 21 juli
Krach stond vorig nog op het Lift! podium voor aanstormend talent. Inmiddels zijn we een jaartje verder en heeft de band een leuk en opwindend album gemaakt met een aanstekelijke, stuiterende en schurende mix van rock en electro/dance. Eigenlijk is het tijdstip een beetje te vroeg, deze band moet je wat later op de avond zetten, als opmaat voor een flink feest met opzwepende dance. Het is daarom even wennen voor het publiek en de band, zo lijkt het. De band opent met “Hunger” en dat is wel slim. Rustig beginnen en dan lekker vuig die opwindende rockbeats er in gooien. Als ik het goed herinner gooien ze daarna “Medicine Man” er in. Tijdens een tussenstukje gooit zanger Reinier van der Haak er nog een stukje “You'll Never Walk Alone” tussendoor, we zitten immers in de feesten rondom een groot wandelevenement. Aan de andere bandleden te zien hadden ze dit niet verwacht. Leuk, dat stukje spontaniteit. “And So I Do A Little Dance” klinkt dan een beetje plichtmatig, “Do The Wave Now” kondigen ze zelf aan als “dat potentiële hitje”, maar zo langzamerhand krijgen ze het vuur er wel in. Met “Almost Cut My Beard” gaan ze dan echt lekker los en dat vind wel opvallend. Zo op het album vind ik dat nummer een apart buitenbeentje, live klinkt het heerlijk bruut en opzwepend. Het publiek en de band zijn dan ondertussen echt warm gespeeld en het helpt dan ook wel dat het geluid inmiddels ook het juiste volume heeft bereikt. Enig minpuntje is toch wel de wat lange pauzes soms tussen de nummers, dat haalt de vaart er wat uit. Fijne band toch. Helaas kan ik het optreden niet afkijken want ik heb de band al wat vaker gezien, en wil nog een andere band bekijken.
Hup, de trappen af voor Avant La Lettre op het Lift! podium. Je zou bijna denken dat de band uit België komt. Dit soort fijnzinnige indiepop/rock kunnen toch alleen de Belgen maken? Nee, de band komt uit Amsterdam. De muziek heeft van die fijne melodieuze klanken die doen denken aan bands als dEUS en het vroegere Radiohead-werk. Een aantal gebruikte akkoordenreeksen doen me daadwerkelijk denken aan dEUS. In het begin staan er nog maar een man of 25 te kijken naar het optreden, maar het kleine veld stroomt langzaam vol, en dat is niet meer dan terecht. Zanger Laurens Radstake is gezegend met een heerlijke stem en dat maakt deze sfeervolle pop/rock eigenlijk helemaal af. Op het moment dat je denkt dat het allemaal wel wat zoet is gooit de band er slim wat meer gitaar in, waardoor het optreden boeiend blijft. Ook de synthesizer geeft het geheel wat meer diepte. De zanger zegt dan dat het volgende nummer over “roken” gaat, waarna de toetsenist nog grappend roept dat het publiek dan maar een sigaret moet opsteken. Iemand uit het publiek biedt dan natuurlijk een sigaret aan, die de bassist ook accepteert. Even later staan er zelfs drie bandleden op het podium te roken. Best grappig. Een fijn optreden van een talentvolle band.
Het optreden van Puro Instinct is er een om je wenkbrauwen omhoog te laten komen. Uit Los Angeles komen de zussen Piper en Skylar Kaplan die hier een soort droompop moeten laten horen. Maar ik snap het niet helemaal. Ik hoor wat simpele popdeuntjes, en het geheel doet me denken aan een optreden van middelbare scholieren die een leuk bandje hebben voor het eindfeest. Of noem het een optreden van dat leuke buurmeisje, dat niet geweldig kan zingen. Maar goed, dat los je dan wel op met flink wat echo op de zang. Aan de ene kant zit er nog best wel een aardige pot melodie in deze zesmansband, aan de andere kant is het gewoon een gênant optreden. Matig. Ik kan er niets mee in elk geval.
Traumahelikopter uit Groningen is dan gelukkig wat beter aan te horen. Twee gewone gitaren, geen basgitaar, en een staande drummer. We horen een aardig optreden met eenvoudige maar best lekkere garagerock of punkrock. De zanger roept: “Het volgende nummer is voor alle boeren in het veld!” Juist ja. We zijn boeren, en we geven gewoon een flinke dot gas met dat setje akkoorden dat we kunnen spelen. En dat doen ze eigenlijk best leuk, deze jongens.
Tja, dan is The Dreams een stuk lastiger te omschrijven. We zien een man en een vrouw die gedurende het optreden soms meer aandacht hebben voor de sigaretten en het bier, dan voor het spel zelf. Tja, tegelijk een sigaret roken en een gitaar bespelen, dat is lastig ja. Het klinkt allemaal als een experimentele spirituele bezwering om je katten uit de tuin te houden. Slechte zang? Ja dus. Monotoon en lelijk. We roepen en schreeuwen maar wat. We zetten gewoon een drumcomputer aan en we spelen daar gewoon wat omheen met de synthesizer en de gitaar. Het zijn hippies uit de seventies of eighties, die experimentele seances opvoeren. Maar of de geesten hier blij van worden? Ik zou eigenlijk weg moeten lopen, maar het fascineert me op een gekke manier toch wel weer.
Dan is de afsluiter op het Lift! podium vandaag gelukkig een stuk herkenbaarder. Blues Brother Castro kwam dit jaar na vijf jaar stilte weer met de plaat Out On The Beach en we kunnen dus weer genieten van de optredens van deze band. Tijdens het kijken naar het optreden van de band voel ik een kleine writer's block opkomen. Hoe ga ik dit nu uitleggen? Als degelijke rock? Als prima nummers die lekker in het gehoor liggen? Als prima samenspel? Als een lekker bandje om nog even te gaan bekijken onder het genot van een laatste glas bier? Als lekkere rock 'n roll? Als een fijne rockband? Nee joh, dat is nogal cliché. Of toch niet?
Vrijdag 22 juli
Het is de laatste dag van de-Affaire en we slepen onszelf nog een laatste keer naar het park om nog een paar fijne bands te gaan bekijken. De Nederlandse band Eklin had ik al wel eens eerder gezien, en dat ik vond het wel een aangenaam sfeervolle band. De muziek is een soort triphop, en dan kun je als referentie een band als Massive Attack noemen. De opbouw van de nummers is soms tergend langzaam en daarom moet je er dan ook wel van houden. Maar ik kan wel genieten van dit soort lome, repeterende, hypnotiserend ritmes, met een zware opstuwende bas, kietelende gitaren, en het duistere synthesizergeluid. Het ontvouwt zich meestal tot een bijzonder sfeervol en donker geheel. En als die climax er dan komt, dan blijft dat hoogtepunt ook heerlijk voortdenderen. De galmende en onverstaanbare engelenzang van Leontien Herkelman is mooi en verwarrend. Het is na afloop druk bij de verkoop van de CD's, en ik maak dankbaar gebruik van de aanbieding van 15 euro voor de CD samen met de EP. Als ik de band zo enigszins kan ondersteunen doe ik dat graag.
Pianokunstenaar Volker Bertelmann uit Duitsland, beter bekend als Hauschka staat op de afsluitende avond van de-Affaire op het hoofdpodium. Het is eigenlijk niet de juiste tijd en de juiste plek om deze man te zien, maar de organisatie toont lef en durft het gewoon aan om hem hier en nu te programmeren. Toch kun je er niet helemaal omheen dat de pianist beter tot zijn recht zou komen in een zaal. Het geklets op het veld degradeert deze man dan ook wel een beetje tot pianist die wat achtergrondmuziek maakt in een restaurant. Gelukkig staan er ook genoeg liefhebbers en kun je vooraan het podium genieten van een bijzonder optreden. Volker Bertelmann heeft vandaag helaas zijn drummer niet bij zich, want die kon niet vanavond. Volgens het programmaboekje zouden er zelfs twee extra muzikanten zijn. Dat is toch een beetje jammer, het zou wat meer “body” aan het optreden hebben gegeven. Het eerste deel van het optreden is wat lastig om er helemaal in te komen. De pianist concentreert zich vooral op verschillende ritmes, en dat voelt nogal experimenteel aan. Pas later voelen we die synergie met de sublieme effecten die hij uit de piano weet te halen. Hij gooit van alles op de snaren van de piano en maakt daar handig gebruik van in zijn spel. Naast de standaard pianoklanken hoor je dan ineens ook het geknetter en geknisper van de spullen die ondertussen in de piano meevibreren met de snaren. Hoe hij bepaalde geluiden door aparte effectapparatuur haalt is me niet eens helemaal duidelijk, maar het fascineert bijzonder. Zo gooit hij ook een keer pingpongballen in de piano die je tijdens het spel omhoog ziet stuiteren. Op het einde haalt hij alles weg en speelt hij de duct tape song. Hij plakt stroken duct tape over de snaren waardoor er bij geen echo meer zit op de pianoklanken. Er volgt dan een heel vrolijk nummer. Volker Bertelmann is een sympathieke man met intrigerend pianospel. Een gedurfde zet van de organisatie, en boeiend genoeg voor ten minste een deel van het aanwezige publiek.
Het Nederlandse Birth of Joy stond vorig jaar ook al op het Lift! podium. Een déjà vu dus voor ondergetekende. De band maakt degelijke blues- en psychedelische rock, inclusief lekker orgeltje. En de zang en die muziek doen onherroepelijk denken aan een band als The Doors. Het is daardoor allemaal niet al te origineel, maar wel heel erg lekker uitgevoerd. De band lijkt nog wat strakker dan vorig jaar, en ook de schreeuwerige zang is iets minder. Al mogen die wat lelijk geschreeuwde uithalen, die er nog steeds wel inzitten, van mij wel helemaal weg.
Kayser Karel won recent de de Roos van Nijmegen, een wedstrijd voor bands uit Nijmegen. De driemansformatie begint voor mijn gevoel wat aarzelend, maar weet uiteindelijk het optreden een stuk zelfverzekerder te vervolgen. De muziek zit voor mijn gevoel ergens in de hoek van indierock en stoner. Wat ze goed doen is afwisseling zoeken binnen de nummers. Het ene moment klinkt het rustig als melodieuze poprock, het andere moment gooien ze er een lekkere riff tegenaan waardoor het wat meer als flink stomende rock klinkt. De stem van de zanger doet mij bij vlagen denken aan Placebo en is soms sterk en soms wat te bescheiden. De zanger roept op een gegeven moment dat ze een gratis t-shirt hebben voor de eerste crowdsurfer, en het duurt dan uiteraard ook niet lang voordat iemand die prijs mag ophalen. Ook leuk is hoe de zanger zelf na afloop van het concert nog even op handen wordt gedragen door het publiek. Letterlijk en figuurlijk, want voor het podium stond een flink groepje enthousiastelingen.
En dat was de 25e editie van de-Affaire. In die zeven dagen hebben we weer een hele hoop mooie bands kunnen zien. Mijn persoonlijke hoogtepunten waren Amatorski, Steak Number Eight, Black Breath, Sir Yes Sir, Dagoba, James Vincent McMorrow, Agnes Obel, dd/mm/yyyy, Graveyard, Avi Buffalo, Ólafur Arnalds, Aucan, Spokes, Dead Neanderthals, Houses, Dananananaykroyd, Avant La Lettre, Eklin en Hauschka. Oei, dat is toch nog een aardig lange lijst geworden. En dan heb ik me ook nog goed vermaakt met een hele hoop andere optredens. Wat is het toch een fijn festival. Tot volgend jaar!
Radio Moscow was geweldig! Het geluid was goed als je op de goede plaats staat. Het podium was gewoon slecht geplaatst. De band speelde geweldig en behoord tot het beste van De-Affaire, samen met Dagoba en Shaking Godspeed!!!