Dag twee van het Down the Rabbit Hole-festival begon direct enorm sterk. De Amerikaanse singer-songwriter JD McPherson deed in de Teddy Widder het laatste optreden van deze tour en dat hebben we geweten. De ijzersterke band had geen moeite met het vroege tijdstip en kreeg iedereen in de tent in beweging middels hun heerlijke, soepele, ouderwets goede rock ‘n roll, met fijne rockabilly-ondertoon. Dikke duim omhoog. Gaandeweg kreeg ik door dat ik deze band eens eerder gezien had: op het fijnproeversveldje van de Zwarte Cross nota bene. Enorm goede muzikanten, daar gebeurde wat op het podium. Erg relaxte drummer die zowat in zijn mini-drumkit zat, een nogal protserige bassist, de Aziatische The Killer op toetsen, een übercoole saxofonist (rechtstreeks uit The Commitments) en JD himself die losjes piekfijne gitaarpartijen in de door hem gezongen liedjes stopte. Bijzonder goed optreden, de lat lag meteen enorm hoog voor de rest van de dag.
mij=Door TheLeonKing en Stonehead.
Door het fijne optreden van JD McPherson bleef ik daar tot het einde hangen en miste ik het grootste deel van de Britse formatie Happyness, op de vier verticaal hangende podium-LED-schermen passend gespeld als Happy Ness. En dat terwijl ik juist die op voorhand heel graag wilde zien. Die paar nummers die ik nog meekreeg waren nogal wisselend. Hun sound is enorm dik beïnvloed door typische Amerikaanse 90’s-bands als Pavement en Sparklehorse, maar dan vaak een versnelling lager. Je hoorde dat de band veel plezier heeft om rommelig gitaar te spelen en toch bleef het poppy, het was meer Weezer dan Yuck. Ik vond het wel lekker klinken, maar had wellicht vooraf te hoge verwachtingen. Misschien toch in de herkansing gaan als ze in september in Merleyn Nijmegen staan.
Rhye speelt in de grote Hotot-tent. Het is zo’n band waar ik van moet bekennen dat ik een tijd naar hun album Woman uit 2013 geluisterd heb, en dat dat destijds niet genoeg indruk maakte. Ik heb me er duidelijk niet genoeg in verdiept, want de vocalen van Milosh – ik dacht dat hij een zangeres was – blijken mannelijk. Ook op het podium maakt Rhye een sympathieke indruk. Aardige liedjes voor vroeg op de dag. Gezellig. Is dit niet typisch zo’n band die een radiohit heeft? Geen idee eigenlijk. Ik ben hun optreden nu ik dit opschrijf, een paar dagen later, goeddeels vergeten…
Op weg naar de Glass Animals, die op mij geen heel grote indruk maakten maar op een paar campingvrienden wel degelijk, kwamen we langs de Desperados-boot. Aangezien het Groene Heuvels-festivalterrein een meertje heeft maar geen verbinding met andere wateren, moet dit gevaarte hier speciaal heen gereden zijn. Het is een soort stalen duwbak met een hoop groene golfplaten. (Zie hun eigen promofilmpje.) Op de boot staat een dj en loopt een ‘crew’ MC’s in paarse shirts rond. Er is een bar en een barbecue en de enige verkrijgbare drank is uiteraard die van de sponsor. De boot staat de hele dag vol mensen, bij de loopbrug staat dan ook een rij en een securityguard. Dit is namelijk de ordinairste plek van het festival. De muziekkeuze is die van een studentenfeest. Het is niet alsof je “Drank & Drugs”, Calvin Harris, André Hazes of Nirvana niet al gehoord had. De MC’s roepen dingen als “Daar komen 8 meiden tegelijk de loopbrug op, geef ze een applaus”. Toen we aan de crew vroegen of we op het podium mochten staan om uit te kijken over het meer, toestemming kregen, en vervolgens door een ander crewlid werden gesommeerd daar weg te gaan, hadden we er echt genoeg van.
Overigens hebben we ook twee keer gezwommen in het meer. Superchill! Zoiets staat dan weer niet in het programmaboekje en je hoeft er ook geen vlot voor te bouwen (wat ook kon), maar af en toe moet je je even terugtrekken tussen al die drukte. De Groene Heuvels zijn gelukkig een heerlijke festivallocatie, het leek ondanks de vele bezoekers een heel rustig festival en ook op de camping was nog best wat ruimte.
In de Fuzzy Lop-tent stond iets later het Amerikaanse garagebluesfenomeen-in-wording Benjamin Booker. Ook hier werden de hoge verwachtingen niet geheel ingelost en klonk het nogal eenvormig. Dat krijg je waarschijnlijk ook met zo’n typische hese stem die maar op één manier kan klinken. Zijn nogal gemaakte podiumpresentatie droeg ook niet echt bij, ondanks de toch veelal bijzonder fraaie, heerlijk gruizige rock’n roll-liedjes zoals de uptempo’s ‘Always Waiting’, ‘Wicked Waters’ en ‘Violent Shiver’. Geen contact met het publiek, ogen dicht, sigaretje bietsen backstage en dat was het. Geen memorabel optreden, maar ik was toch zeer blij dat ik erbij was.
The Gaslamp Killer Experience is waarschijnlijk geboekt als onderdeel van een package deal met zijn label Brainfeeder. We kennen de lange krullen van hiphopfreak, vinylfan en cratedigger The Gaslamp Killer immers van zijn eclectische dj-sets, en later vanavond zal hij ook solo optreden. Nu echter iets unieks: een optreden met negen muzikanten! Als we aankomen, is The Gaslamp Killer zelfs nog bezig met zijn blijkbaar zeer uitgebreide soundcheck. Als hij eenmaal echt begonnen is, gekleed in een lang rood gewaad, blijkt hij als een soort geflipte dirigent voor het orkest te fungeren, en doet hij af en toe iets muzikaal geks achter zijn eveneens op het podium aanwezige dj-tafel. Het tempo ligt echter laag en de muzikanten spelen onbekend werk, weinig met zijn allen tegelijkertijd ook. Het maakt een wat te losse indruk, en halverwege taaien we af.
De Alabama Shakes zette een overtuigende set neer in de goed gevulde grote tent van DTRH. Wat mij betreft overtroffen ze zelfs het enorm goede optreden van JD McPherson, en dat zegt wel wat! Brittany Howard en haar mannen speelde de tent plat met hun rauwe rock-soul en twee dijken van albums op zak. Opener ‘Hang Loose’ klonk meteen goed en Brittany was gelijk van start lekker los. Wat een stem, sodeju! Wat erg fijn is aan Alabama Shakes: ze hebben nog de rauwheid die Kings of Leon na twee albums jammer genoeg kwijt zijn geraakt (‘The Greatest’, met killer-solo). Brittany owned the place, big time! Hitje ‘Don’t Wanna Fight’ ging erin als koek, maar hoogtepunt van het concert was toch het fenomenale ‘Gimme All Your Love’. Wow, wat is dat fantastisch zeg, kippenvel. Hoogtepunt.
The Cat Empire ken je van “Brighter than Gold” en werd op Twitter al de ‘indiehipster-BZN’ genoemd. Feit is dat ze er een feestje voor een volle tent van maken. Down The Rabbit Hole heeft relatief veel van dit soort onbezorgde feestbands, valt me op. Jungle By Night, Orkesta Mendoza, Che Sudaka, Throes & the Shine; hoewel dit festival door Humo vooraf werd omschreven als ‘het beste van Rock Werchter, zonder het vulsel’ is de programmering erg bont. En het werkt. Ik heb overigens niet veel van The Cat Empire gezien, want ik zat bij Kobe. Dit gezelschap gaf in de Vuurplaats, een transparant podium aan het water met houten vlonders als zitplekken eromheen, een absurdistisch optreden. Er waren een stuk of vijf groepen mensen in telkens weer andere vreemde kledij, die rare dansen op muziek kwamen opvoeren. Vijf metalheads deden een performance met kubussen en driehoeken, een aantal mensen met hondenmaskers (?) danwel omhuld door glittergordijnen liepen dwars door het publiek heen. En er was een gigantische konijnfurry. Het sloeg allemaal totaal nergens op, maar was wel fascinerend en onderhoudend. Een van de verrassendste delen van DTRH, die je je ook het langst herinnert.
Als je ze op het podium ziet kun je je eigenlijk niet goed voorstellen dat het rariteitenkabinet Goat uit het noorden van Zweden komt. Man, wat een psychedelisch monster stond daar in de Fuzzy Lop, compleet met Inca-achtige maskers en verdere uitdossing. Niet alleen freaky in vermomming en dansende zangeressen, maar ook in qua fuzzy muziek. Klonk best goed, al begonnen bij mij de sambaballen, bongo’s en andere percussiedingessen me danig te irriteren.
Een totaal ander, van begin tot eind gechoreografeerd optreden gaf FKA Twigs uit Londen. Het voelde eigenlijk aan als theater en was voor mij een van de hoogtepunten van Down The Rabbit Hole. Over elke seconde en elke beweging was nagedacht: je kon goed zien dat Twigs ook een ander cv als danseres heeft. Haar muziek is next-level-R&B en uiterst vrouwelijk (ze had trouwens 4 mannelijke bandleden in netshirts achterin). Qua uitbundigheid is Tahliah Barnett juist een soort tegenpool van Beyoncé: ook die geeft van voor tot achter een show, maar door de knappe diepe elektronica-productie met veel stiltes voelt Twigs’ muziek ook een beetje kil, moeilijk en kwetsbaar. Live is Twigs overigens wel dansbaarder dan op plaat. Er zat ook nieuw werk van de binnenkort te verschijnen EP3 in de set. Hoewel bekendere nummers als “Two Weeks” opvallen door de hoge gilletjes, heeft Twigs overal ook een verhaal bij te vertellen. Die verhalen – in de vorige OOR heeft ze het bijvoorbeeld over haar film- en dansprojecten Soundtrack 7 en Congregata – krijgen we echter vandaag niet te horen. Tijdens een van de laatste nummers komt danser Benjamin Milan – dixit 3voor12 – meedansen met Twigs, tilt hij haar op en doen ze een waanzinnige voguing-act (poses aannemen zoals op de cover van modetijdschrift Vogue). Ik heb zoiets nog nooit gezien op een popfestival. Het publiek ook niet, getuige de fenomenale applausexplosie na afloop.
Zou Iggy Pop nog geloofwaardig zijn of vooral een parodie op zichzelf? Iggy Pop is vooral zichzelf en dat is een klein kind in het lijf van een oude man. En Iggy was in 1970 de figuur waarop David Bowie zijn Ziggy Stardust baseerde, zo gaat het verhaal. Met een prima band achter zich walste Iggy over het Hotot-podium, bij het eerste liedje al in zijn blote bast. Opener ‘No Fun’ van The Stooges was goed, waarna hij direct erna ‘I Wanna Be Your Dog’ speelde. En meteen daarna het luid door de hele tent meegezongen ‘The Passenger’, waarvoor vanuit het hele festivalveld grote hordes mensen naar de Hotot komen sprinten. Hier is dat feestje! En hop, gelijk dan ook maar ‘Lust For Life’ er achter aan, alsof het niets is verschiet Iggy zijn kostbaarste kruit direct in het eerste kwartier van de show. Amai, zeer bijzonder. Maar Iggy blijft natuurlijk Iggy Fuckin’ Pop en bleef het uitgelaten publiek tot het einde toe vermaken. En dat publiek slikte toch ook een aantal ernstig minder interessante broeders uit zijn oeuvre. Daarbij: volgens mij speelde hij de eerste keer dat ik ‘m zag, op Lowlands in 1993, zo’n beetje dezelfde collectie aan liedjes. In meer dan twintig jaar tijd is er niks veranderd, zo lijkt het.
Terwijl in de Teddy Widder-tent de dagelijkse Rabbit Radio-dj-set weer begon (alwéér Franz Ferdinand? Kom nou), eindigden wij in de Fuzzy Lop-tent. Ik ben lang niet zo’n hiphopkenner als 3voor12, maar de back-to-back (‘b2b’) dj-set van Jameszoo en The Gaslamp Killer was wel bijzonder goed. In het programma was dit overigens helemaal niet aangekondigd als b2b-set. The Gaslamp Killer kwam een half uur te vroeg het podium op, wellicht enkel om drank klaar te zetten, maar Jameszoo liet hem niet gaan en mocht zelf natuurlijk ook blijven staan toen The Gaslamp Killer zelf eenmaal aan de beurt was. We zijn je dankbaar, Jameszoo!
Uiteindelijk zijn we toch nog even bij Rabbit Radio gaan kijken. Dat bleek – evenals alle overige optredens – te stoppen om 3 uur precies, en dan ook nog met een oerstomme plaat. We konden nog even blijven hangen bij de rijdende dj’s van Driving Decks, maar eigenlijk was deze avond gewoon te vroeg klaar. Gelukkig was het nog lang onrustig op de camping…