Ik ben een groot liefhebber van bepaalde striptekenaars vanwege hun stijl. Net als Albert Uderzo en Franquin gebruikt Jan Dirk Barreveld (bekend van Eugene) een bepaald type penseel dat zijn streek de ene keer dik maakt in de bochten, en op andere plekken weer dun. En tekenstijlen kom je overal tegen. Ik kan hele avonden voor m'n plezier rondneuzen op DeviantArt. Hetzelfde warme creatieve gevoel kreeg ik onlangs van deze blogpost; bij kopje 3 'hoe componeer ik muziek' zie ik al helemaal voor me hoe muzikanten – net als digitale stripliefhebbers – talloze geluidjes en liedjes van anderen voor hun eigen lol stuk analyseren, hun persoonlijke voorkeur eruit destilleren en met een Digital Audio Workstation iets nieuws creeren. En dan klinkt het resultaat liefst zo analoog en origineel dat niemand eraan hoort dat het een digitale geboorte is. Etienne de Crecy is een van die weinige Franse electronicagoden van wie je je kunt afvragen of Daft Punk er zonder hem geweest was, zoals te lezen valt in het boek “French Connections” van Martin James. Al die jaren had hij dezelfde, fijne stijl: het klonk als seventies-filmmuziek, maar was gloednieuw. Hoewel hij al in 1993 met mensen als Philippe Zdar samenwerkte, in 1995 het Solid-label oprichtte, jarenlang zijn studio beschikbaar stelde voor allerlei Parijse artiesten en bij ongeveer alles betrokken was, boekte hij met zijn loungy soulvibe pas onder eigen naam succes met de single “Am I Wrong” in 2000. Uiteindelijk kwam hij zo toch nog terecht op 'French Touch'-verzamelaars als deze (tussen namen als St. Germain, Demon, Jori Hulkkonen en Alex Gopher). Maar hij heeft veel meer moois gemaakt. “Le Patron Est Devenu Fou” vraagt eigenlijk om opname in een Tarantino-film. Na 2000 gebruikte De Crécy minimal-elementen binnen een hardere Boys Noize-achtige stijl, maar songtitels als “Funk” bleven wel kloppen. Een nog recenter schurend filternummer als “Binary” had weer van Siriusmo kunnen zijn. Zet het gekke “France” op een dikke box en je hebt nog een klassieker te pakken. Het fijne “Ash Sync” uit 2009, waarop ook Air en Alex Gopher meedoen, is vermoedelijk het hardste Air-nummer ooit. Kortom, dat de eerste cd van de ultieme De Crécy-verzamelaar My Contribution to the Global Warming het best is van deze 5cd-box, zal niet verbazen. De twee cd's met remixes heb ik eerlijk gezegd pas als laatste beluisterd; veel zijn weliswaar beter dan het origineel, maar veel zijn er ook langdradig, saai of teveel in dezelfde stijl. Positieve uitzonderingen zijn de fantastische Kraftwerk-remix van Aerodynamik en een enkele verrassing (tjee, dat De Crecy ooit de Engineers geremixt heeft!). De echte schatkamer van deze verzamelaar vind je op de twee cd's met onuitgebracht werk. Veel Tempovision en Superdiscount b-kantjes, natuurlijk. Je hoort de sound ontstaan en kijkt min of meer in De Crecy's samplekeuken. Natuurlijk verschijnt dit jaren te laat en zijn 2 cd's ook nog teveel van het goede (de cd's staan propvol materiaal en soms hoor je vooral flarden liedjes), maar het swingt geweldig (“Slap”, “Carpenter”) en voor liefhebbers van pakweg Crydajam – de 'voorloper' van Daft Punk – is zulk werk natuurlijk pure vintage. Nummers als “My Mind”, “Mothman” en “Positive Radiation” zijn recent en hadden ook op CD1 kunnen staan, maar zijn warme sound is De Crécy nog lang niet kwijt. Alleen het geweldige “Poisoned” ontbreekt, maar die had ik toch al. Fantastisch om een held uit mijn studententijd zo verzameld te zien. En hij gaat mooi oud worden, zoveel is duidelijk.
mij=Pixadelic
4 reacties