FortaRock organiseert al heel lang goede en goed bezochte clubshows van metal-acts in Doornroosje (en Merleyn). Dat mag ook wel eens gezegd worden. Maar de organisatie had het ook dit jaar niet makkelijk om flinke publiekstrekkers op het affiche van hun jaarlijkse festival in het Goffertpark te krijgen. Je kunt je ook afvragen of dat dan altijd moet. Maar goed, probeer maar eens die wei in Nijmegen vol te krijgen. De markt van de meer traditionele metal is misschien ook wel wat verzadigd. We hebben naast een aantal kleinere metal festivals in Nederland natuurlijk al grote festivals als Wacken Open Air, Graspop Metal Meeting en Hellfest in onze omgeving, maar daar zie je ook altijd dezelfde headliners en er komen er niet echt veel nieuwe publiekstrekkers bij. Wat dat betreft teren we al een eeuwigheid op oud vlees. Bovendien moeten die bands dan ook maar beschikbaar zijn in je weekend, blijkbaar wijkt de organisatie niet graag af van dit ‘Hemelvaart’-weekend, al is het festival dit jaar op zaterdag en zondag in plaats van (vorig jaar) op vrijdag en zaterdag (wat nog iets fijner is want dan heb je de zondag nog om bij te komen). De organisatie was blijkbaar al een eind om Slayer te boeken, dat ondertussen al drie jaar bezig met afscheid nemen. Dat ging dus niet door, maar we hadden vorig jaar ook al een officieel afscheid gehad in die veehallen in Zwolle, dus het zou ook wat gek zijn. Ook wel apart is dat MOJO samenwerkt met FortaRock, maar die laten mogelijke headliners als Rammstein, Tool of Metallica gewoon een eigen show geven in ons land. Met MOJO moet je toch makkelijker grote bands kunnen boeken zou je zeggen, maar ook daar kan een bepaalde datum niet uitkomen. Misschien moet FortaRock daar wat flexibeler mee omgaan. Wat ik me wel steeds afvraag is waarom FortaRock niet gewoon een jaar van tevoren haar headliners boekt, maar mij hoor je niet klagen.
Ik hou wel van zo’n kleine opzet en dat lukte de voorgaande jaren ook goed. Teruggaan naar het knusse Brakkenstein is misschien niet mogelijk, maar ook niet nodig. Dit jaar is het terrein wat verder verplaatst naar achteren richting het openluchttheater, al werd die niet gebruikt dit jaar. Het voelt nu nog fijner en gezelliger nu het terrein kleiner is afgezet en bovendien prettig (wat meer) tussen de bomen. Uiteindelijk voelde het niet te leeg of te vol aan, dus daar is goed op geanticipeerd door de organisatie. De kaartverkoop zal toch tegen zijn gevallen gezien de ‘2e persoon gratis per ticket‘-actie, zo’n twee weken voor aanvang. Zo trek je natuurlijk wat makkelijker publiek. Als je geld gaat teruggeven, als het al kan, snij je jezelf in de vingers. Meer publiek is meer omzet aan eten en drinken. Begrijpelijke keuze dus, hooguit wat sneu voor de bezoekers/groepen die niet zomaar even iemand extra kunnen meenemen of vinden. Die betalen alsnog het volle pond. Om het in het kader te doen van het 10-jarig bestaan is ook wat doorzichtig natuurlijk, maar FortaRock gaf wel snel aan dat het inderdaad ook was om meer publiek te trekken. Begrijpelijke actie eigenlijk. Meer mensen = meer omzet en bovendien wat gezelliger. Uiteindelijk mikte de organisatie op zo’n 7.500 tot 10.000 bezoekers.
Dan hebben ze wel behoorlijk mazzel gehad met het weer. Het waren twee warme en droge dagen. Zeker op zondag was het in de volle zon bij het hoofdpodium brandend warm, maar achterin waren genoeg plekken met bomen en schaduw om even bij te komen. Vrijwel perfect. Dat de laatste nummers van Amon Amarth dan letterlijk in het water vielen door het naderende onweer, daar kan je als organisatie ook weinig aan doen. Goed dat het terrein snel werd ontruimd, al had de organisatie dat eerder kunnen zien aankomen en kunnen waarschuwen via social media (zoals Best Kept Secret dat wel ruim op tijd deed). Ik had het zelf al anderhalf uur van tevoren in de gaten en ben op tijd naar huis gegaan.
Over de zon gesproken. De twee podia waren naar het zuiden gericht, wellicht ook handiger in verband met geluidsoverlast voor omwonenden, maar wat onhandiger voor de meeste bands op het hoofdpodium, omdat ze dan in de volle zon moeten spelen. Wel geinig dat het terrein bij het hoofdpodium nu iets oploopt naar achteren, waardoor je als bezoeker op afstand nog een aardig overzicht kon krijgen op het podium en terrein. De roze (ik zou bijna zeggen Pinkpop) tent stond dus dezelfde kant op, niet al te ver van het hoofdpodium. Het geluid was daar wel wat wisselvallig, wellicht omdat er wat doeken achterin ontbraken om wat echo te voorkomen. De tent was af en toe een maatje te groot voor de bands die er optraden, maar een beetje ruimte om je heen vind ik ook wel prettig. Het derde podium, in plaats van het openluchttheater van vorig jaar, heet dit jaar ‘Hank’s Garage‘ en die stond nu vlakbij de ingang, schuin tegenover de tent. Leuk trouwens dat de ingang nu ook verder naar boven in het park was geplaatst en je daardoor door het bos naar binnen kwam.
Wat betreft eten en drinken was er nog best weer een leuke keus in speciaalbier, met name bij de bar in en naast Hank’s Garage, met o.a. een speciaal door Oersoep voor het festival gebrouwen saison: Vagevuur. Met duivelsdrek en paradijszaad. En witbier bij elke bar. Dat smaakt ook wel bij dit weer. Wat betreft voedsel was het toch wel een behoorlijk standaard menuutje friet, snacks, hamburger, pizza, vet, worst en smokey meat en zo. En pannenkoeken. Metalfestivals zijn nog niet zo van het geavanceerde eten blijkbaar, al was er ook wel een geinig veggie-standje. Voorzieningen waren eigenlijk prima, met ook gratis beschikbaar drinkwater bij de WC’s en moeilijk deden ze niet over flesjes en dopjes. Gelukkig hoefde ik niet in zo’n Dixie, dat leek me nogal heet in dit weer. Voorzieningen prima, terrein heel fijn en geen grote drukte dus. Hoe zat het met de muziek?
Dat FortaRock misschien geen forse publiekstrekkers heeft dit jaar, daar kun je van balen. Zeker als je vaker bent geweest valt het misschien dit jaar tegen, maar het moet ook je smaak maar zijn. Van het genuil en gezeur op sociale media word ik behoorlijk moe. Ja, er is altijd wel wat te klagen, maar je hoeft niet te gaan en hou er dan ook een keertje over op. Negatief gedoe. Gun de mensen die dan wel gaan hun plezier. Wat betreft bands was er voor iedereen toch wel wat wils dit jaar, al heeft iedereen zo zijn of haar eigen voorkeuren voor bepaalde genres. De focus leek deze editie voornamelijk op de power- en vikingmetal te liggen, noem het meebrulmetal. Ik hou er niet zo van, net zoals al dat overdreven gebruik van dubbele bassdrums, maar er zaten wel degelijk wat krenten in de pap voor mij, al moest je die soms met een lepel zoeken. Echt verveeld heb ik me niet veel, hooguit bij een paar bands op het hoofdpodium moest ik even wat doorbijten.
Zaterdag
Dat viel nog wel mee bij de Australische band met een lastige naam: Ne Obliviscaris, opener op het hoofdpodium met zoiets als progressieve en melodische death- en blackmetal. Technisch een stuk complexer dan wat de meeste bands hier doen op het festival. En met een viool. Dat vind ik dan wel weer geinig en bovendien voegt het wat toe in melodie met zelfs een tikkeltje emotie, en prima zang. De lange complexe nummers doen zo heel af en toe aan (het oude) Opeth denken, al vind ik het gebruik van de dubbele bassdrum wat overdadig hier, maar daar hebben veel bands dit weekend last van. Toch zoekt de band het in een fijne afwisseling en hakt het niet eeuwig door. Wel had ik liever wat meer gitaar in de mix gehoord, al werd het geluid na een kwartier wel een stuk beter dan in het begin. Een hele aanvaardbare opener op het hoofdpodium in elk geval. We zijn los!
Echt veel doom of lompe sludge hebben we niet dit weekend, maar het Zweedse trio van Monolord weet wel raad met lome herhalende en diep fuzzende riffs op een bedje van loom hakkende drums. We zagen de band al veel vaker in Nijmegen (Valkhof Festival 2015, Sonic Whip 2018, Soulcrusher 2018) en wat toch wel opvalt is dat zo’n lompe band ook in de zaal echt wat beter uit de verf komt dan in zo’n tent op een festival. Het geluid staat wel redelijk, maar toch is de impact wat minder dan je hoopt. Natuurlijk is het allemaal wat herhalend, veel dezelfde twee en drie akkoorden, maar dat is ook een unique selling point voor zo’n band. Hun broodwinning. En dan is het ook niet gek als een nieuw nummer (“The Bastard Song” geloof ik) gewoon meer van hetzelfde is, terwijl de set verder lijkt op eerdere optredens. Grappig trouwens dat de zang vrij goed en ook helder te verstaan is, dat zat eerder wel eens wat meer naar achteren in de mix of werd met dikkere effecten geserveerd. Dat ze zich volledig inzetten is wel duidelijk, ze hebben er zin in, zelfs op dit tijdstip. Een snaar van bassist Mika Häkki wordt vakkundig aan gort gespeeld. Standaard afsluiter “Empress Rising” blijft toch een heerlijk smerig ritueel headbang-nummer. Toch wel een fijn bandje in dit genre vind ik nog steeds.
Atreyu op een afstandje blijkt duidelijk een Amerikaanse band met weer een hoop ge’fokking’ dit en dat uit de mond van zanger Alex Varkatzas. Stijlen als hardcore, emocore en old school heavy metal komen langs en dat klinkt best nog wel strak, maar het is niet helemaal mijn ding. De Bon Jovi-cover “You Give Love A Bad Name” is nogal een bad joke en geeft ook wel aan dat het soms echt wat te simpele hardcore in mijn oren is, hoe goed ook uitgevoerd.
Enslaved in de tent dan en die band ben ik een beetje uit het oog verloren. De mix van stijlen (voornamelijk progressieve black) kon me destijds nog wel aanspreken, maar ik weet niet helemaal wat ik daar tegenwoordig nog van moet vinden. Het valt ook niet mee met het wat wollige geluid in de tent (al maakt het volgens mij wel uit waar je staat in de tent), waardoor de nummers lastig te ontrafelen zijn terwijl de Noorse band wel degelijk interessante composities heeft gemaakt. In theorie zou het goed moeten kunnen werken en ook op de plaat is dat af en toe zo; het afwisselende van duistere metal met wat lichtere passages, met daarbij afwisselend de grafzang van zanger/bassist Grutle Kjellson en de cleane zang van toetsenist Håkon Vinje. “Havenless” van het Below the Lights-album is blijkbaar niet eerder op een festival gespeeld en daarmee heeft FortaRock dan misschien een klein primeurtje. Jammer in elk geval dat het optreden niet helemaal uit de verf lijkt te komen, ik constateer zelfs een tikkeltje routinematig spel bij de heren.
Nou moet ik zeggen dat je met Myrkur ook geen uitbundig act op het podium ziet, maar dat hoort ook niet bij dit soort serene bosnimfen-sferen. Gelukkig speelt ze met meer vuur dan op Roadburn dit jaar, waar we een folk-set kregen voorgeschoteld. Da’s best aardig, maar veel leuker is het natuurlijk met atmosferische black- of post-metal er doorheen, al lees je dan achteraf dat de één het niks vond en de ander geweldig – toch al een beetje de rode draad door dit weekend. Niet iedereen vindt hetzelfde leuk of goed en dat is niks erg. Ik vind het sfeertje dat hier wordt neergezet wel erg fijn, mede ingezet door de Deense multi-instrumentaliste Amalie Bruun, die overigens zwanger lijkt te verschijnen achter een bos takken, maar dat dat is meer iets voor RTL Boulevard om dat te onderzoeken. Ik vind het muzikaal wel wat hebben dus; haar gouden zangstem omlijst door een zwart gouden randje. Het doet ook wel wat aan Chelsea Wolfe denken. Prachtig eigenlijk. Jammer dat het in de volle zon moet; allerlei mooie attributen en lampen op het podium zouden een stuk sfeervoller en mystieker overkomen in een donkere tent of zaal, maar Myrkur overtuigt mij toch wel behoorlijk in deze setting vandaag. En het is even wat anders dan al dat doorstoempend gebeuk en geschreeuw.
Tijd voor een pauze en daarna nog een stukje Uncle Acid and the Deadbeats bekijken achter de tent. Dat komt iets beter over in mijn herinnering dan het wat futloze of weinig opzienbarende optreden op het Valkhof Festival in 2013, maar misschien hebben de Britten zich ontwikkeld, óf is mijn gemoedstoestand beter dan destijds. De wat scherpe zompige en wat slome sludge/stoner/pysch/rock-‘n-roll klinkt nog niet eens zo verkeerd vandaag, sommige stukjes deden me zelfs even aan het fijne Dool denken, maar die band vind ik nog wel een stuk interessanter.
De Finse band Amorphis daarna is een beetje een hap-slik-weg metalband in mijn beleving. Helemaal niet zo verkeerd, maar verder ook niet zo bijzonder dat het me nu heel erg is bijgebleven. De band, opgericht in 1990, maakt melodieuze death/folk/power-metal met zowel cleane zang als grunts. Stevig, maar wat gelikt allemaal. Bijzonder dat ze melden dat er een andere drummer (Waltteri Väyrynen van Paradise Lost) is ingezet omdat de originele drummer (Jan Rechberger) een aantal dagen eerder ziek zou zijn geworden. Knap hoe de vervanger het doet hier. Een ander interessant puntje misschien was een mogelijk optreden van Anneke van Giersbergen met de band, maar eerder op de dag was er nog een Q&A met haar in de garage, waarin ze al aangaf dat dat niet zou gaan lukken in verband met andere verplichtingen (in Oss). Op de plaat zong ze mee met “Amongst Stars” en live had ze dat ook wel eens meegezongen, zo begreep ik. Later op de dag zien we haar grappig genoeg wel weer rondlopen. Hoewel de geluidsmix goed staat bij Amorphis en zanger Tomi Joutsen op zich een goede stem heeft ook, glijdt ook dit optreden iets langs me heen, maar heel vervelend wordt het ook weer niet.
Een band als Cult of Luna vind ik dan toch wat interessanter. De Zweden had ik ook wel eens op Roadburn gezien. In 2016 als opener van het festival in de grote zaal vond ik het wat benauwd en druk en kwam niet echt in de set (de band speelde een integrale uitvoering van het album Somewhere Along The Highway), maar vorig jaar was het optreden samen met Julie Christmas (New York) wel tamelijk briljant, toen ze nog voor een laatste keer het album Mariner uit 2016 samen live uitvoerden. Op FortaRock mag de band het weer op eigen kracht doen en ik was toch wel benieuwd. De – laten we zeggen – melodieuze post-metal (de band wordt genoemd als een van de grote post-metal bands naast Neurosis) kan fijn atmosferisch zijn. Ook hier moet ik wennen aan het geluid in de tent dat wat wegvalt, een dag later zou dat daar toch beter klinken. Het komt over als een wat slappe geluidsmix, al kan het ook zo zijn dat het vandaag soms wat zacht staat en mijn oordoppen wat veel wegfilteren. Na een half uurtje heb ik er wel een stuk minder last van. De twee drummers (naast de vier gitaristen) zijn wel stoer moet ik zeggen, ik vind dat niet altijd geslaagd, maar hier werkt het goed. Muzikaal is het soms wat lome post-doom en dat is prima, zeker het bezwerende karakter van de muziek bevalt me, en ook tof hoe hier extra synths worden toegevoegd. Het behoorlijk prominent aanwezige geschreeuw van de zanger mogen ze van mij best weglaten, al is daar niet iedereen het daarmee eens (ja ja, goeie brulboei hoor). Vervang de zang anders door Julie Christmas dus. Fijne band, maar als het een instrumentale band was geweest was ik nog veel enthousiaster geweest, gok ik.
Iets minder gruizig, donker, meeslepend of bezwerend, maar gewoon doorknallen in rap tempo. Op het hoofdpodium gaat het er lekker op met het Finse Children of Bodom, dat ik eerder op Dynamo Open Air in 2002 (Weert) gezien moet hebben, al kan ik me daar ook weer niet heel veel van herinneren. Datzelfde festival moet ik ook mijn geliefde Opeth voor het eerst hebben gezien, maar dat is meer voor mijn eigen dagboek interessant. De band van gitarist/zanger Alexi Laiho speelt vlot vandaag en ik word wel vrolijk van dit soort metalen gehuppel. Kan ook aan het bier liggen. Melodieuze deathmetal of thrashy metal met van die geinige synths, het glijdt allemaal wel makkelijk naar binnen. Krachtig, fijn, vlot, en scherp.
In de tent gaat het er later weer wat minder vrolijk aan toe met het bloedovergoten (nou ja, soort van) Bloodbath, waar mijn held Mikael Åkerfeldt (Opeth) ooit nog een tijdje de grunts verzorgde. De Zweedse supergroep bestaat uit zanger Nick Holmes (Paradise Lost), gitarist Anders Nyström (Katatonia), bassist Jonas Renkse (Katatonia) en drummer Martin Axenrot van mijn favoriete band (zo ongeveer ja) Opeth. Katatonia speelt een dag later, dus die waren toch al in de buurt, zou je zeggen. Ik dacht ergens gelezen te hebben dat het in eerste instantie een soort gimmick zou zijn geweest deze band, of in elk geval een soort ode aan oude Zweedse deathmetal. Maar zoals we vandaag ook wel zien is het wel serieus wat de heren doen. Alhoewel. Er is veel mist en weinig licht, mijn camera krijgt het ook niet voor elkaar om er een fatsoenlijke foto van te schieten. De band produceert in elk geval lekker smerige herrie, zoals het ook hoort te zijn, met hele aardige grunts (al had ik liever Åkerfeldt gehoord natuurlijk) en snelle drums. Bloed uit de oren. Fijn.
Afsluiter van de eerste dag op het grote podium is het Poolse Behemoth en dat komt in elk geval een stuk beter over dan op FortaRock 2014 toen dit soort blackened deathmetal een beetje als een broeierig schietende mitrailleur overkwam. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de akoestische beperkingen van zo’n tent. Op het hoofdpodium is het geluid gelukkig vaak dik in orde dit weekend, waardoor het muzikaal veel beter uit de verf komt en bovendien is de show nu ook extra imposant. Zeker een aantal vlammenwerpers helpen daar bij natuurlijk. Bijzonder fijn toch dat Adam Michał Darski, bij wie in 2010 leukemie werd geconstateerd, er nog steeds in goede gezondheid bij is, al ziet hij er in vol ornaat natuurlijk wel dreigend uit met zijn zwartgallige mijter en de zwart-wit geschminkte gezichten. Dit soort doorjagende speedy en noisey deathmetal vond ik vroeger nog wel eens leuk, want lekker extreem. Nu vermaak ik me op zich ook wel met de muziek (sommigen zullen betwisten dat het muziek is) en zeker ook wel met een aardige show, maar na zo’n dag krijg ik dan wel wat moeite met de overdaad aan dubbele bassdrums. Op een metalfestival krijg je natuurlijk veel geweld om je oren. Niet heel erg verder.
Toch is het ook wel weer geinig om Ploegendienst in de afterparty te zien in Hank’s Garage met hele andere muziek. Ray Fuego zingt hier zijn guitige teksten, met verder Michiel (Firestone) op gitaar, Bastiaan Bosma (Aux Raus) op bas en Bram (Malle Pietje & The Bimbos) op drums. Even iets heel anders dus, met hardcore punk en guitige Nederlandse teksten, die ergens ook wel weer even aan de Heideroosjes doen denken. Leuk als afsluiter.
Zondag
De zondag is een warme dag en dan is het vast afzien op het grote podium, dat op het zuiden staat gericht. We zijn op tijd terug op het terrein om daar het Engelse Savage Messiah te zien, dat in 2012 op de FortaRock afterparty in Merleyn stond, samen met Gama Bomb geloof ik. Daar refereert zanger/gitarist Dave Silver ook nog even aan, grappig genoeg. Hij was ziek geweest en heeft pas sinds kort zijn stem terug, maar een show afzeggen dat vertikken ze. De bandleden zijn sympathiek en ogen fris en energiek, precies wat een opener hier ook wel kan gebruiken, ook al hebben ze in het begin even wat last van een falend geluidssysteem. Muzikaal is het thrashy, maar wel melodieus. Bij vlagen stoempen ze lekker snel door, de solo’s zijn scherp en virtuoos genoeg, maar sommige andere stukken voelen een tikkeltje standaard aan en sommige melodietjes zijn me net iets te flauw. Richting power metal bijna, maar toch opent de band voor mijn gevoel krachtig.
Car Bomb speelt als invaller van Allegaeon in de tent en dat is voor mij wel een interessantere band. Met hun mathcore krijg je dan lekker opgefokte en mathematische dreunen voor de kiezen, met ook dikke bulderende en stuiterende bassen. Ondanks de vele technische problemen (nieuwe versterker, problemen met de dubbele bassdrums) blijven de Amerikanen uitermate positief en Michael Dafferner krijgt de lachers ook wel op zijn hand met zijn leuk gezongen liedjes tussendoor. De band doet duidelijk denken aan bands als Meshuggah en The Dillinger Escape Plan, maar zit ook in de progressieve wiskundige hoek van bands als Intervals en Animals as Leaders, die later op de dag zullen optreden. Niet heel gek dat ze hier als reserveband mogen opdraven, want ze zijn überhaupt in deze tour support van Animals as Leaders, dus ongetwijfeld toch al in de buurt. De gruntschreeuw van Dafferner vind ik voor de verandering wel weer eens aangenaam en bovendien ook knap dat hij hier en daar dan ook gewoon clean kan zingen. Ook top: het Mr. Bungle shirtje van bassist Jon Modell. Ondanks de nodige onderbrekingen en de lastige taak als invalbeurtband geven ze wel een prima visitekaartje af.
De zondag kenmerkt zich dus door de wat complexere mathematische bands op de kleinere podia, en daar hou ik dan wel weer van. Gloryhammer laten we een beetje links liggen en we pakken het optreden van Intervals uit Canada in de garage mee, en dat blijkt een uitstekende keuze. Intervals hoort ook een beetje bij het kliekje van Animals as Leaders, want die twee zagen we ook al na elkaar optreden op het Valkhof festival in 2016 in Nijmegen. Als een soort package deal, neem je bijna aan. Intervals mag vandaag toch op zijn minst op dezelfde hoogte worden gezet (in mijn lijst dan) als Animals as Leaders, al heeft Intervals meer de focus op melodie en wat atmosferische rustpunten dan het instrumentaal oefenen tot vingervlugheid (zoals Animals as Leaders). Het heeft meer als een band als Plini, al ken ik dat ook niet zo. ‘Tijd voor wat melodie op dit festival‘ roept een van de bandleden ook (naar ik aanneem Aaron Marshall zelf) en ze vermengen dat knap met djent/mathmetal en dikke grooves. Maar echt. Heel dik dit. Altijd grappig om te merken dat het af en toe lastig headbangen is met dit soort bands. Tip: kijk naar de bandleden zelf, die snappen de ritmes zelf het beste. En ook voor het dagboek: volgens mij had Marshall wel weer wat andere bandleden bij zich. Misschien moet hij deze bandleden in elk geval koesteren, want als geheel klonk het goed samen. Organisch noem ik dat dan. Top optreden.
Met Kadavar gaan we dan een hele andere kant op, op het hoofdpodium. Ook dit is een band die eerder in Nijmegen was (Merleyn in 2013) dus misschien dat FortaRock goed in hun eigen archief heeft gezocht. Grappig ook hoe ze nog even refereren aan Gloryhammer, dat even daarvoor op dat hoofdpodium stond. ‘Sorry, we hebben geen kostuums aan‘, verontschuldigen ze zich grappend. De Duitse band speelt meer retrospul uit de jaren zestig en vooral zeventig, neem ik aan. Beetje Sabbath, Zeppelin, Hawkind. Wat meer flower power, met de nadruk op power, want ondanks dat het een trio is en ze inmiddels in de volle dertig graden zon staan te spelen, verzaken ze geen moment en geven zich vol. Pas op het einde van het optreden zie je ze een beetje vermoeid raken, maar de mannen met lange haren en baarden staan hun mannetje sterk vandaag. En hoor ik ze daar ook nog ergens een stukje onvervalste doom spelen? Op de plaat wil dit soort hardrock/stoner/psych nog wel eens wat langs me heen gaan, maar vandaag klinkt het extra krachtig, ongetwijfeld gevoed door de dikke geluidsinstallatie.
Vervolgens laten we ons verleiden tot een religieuze blackmis van het Poolse Batushka. Een van de betere albums van 2017 in dat genre zou van deze band komen (Litourgiya) al is op dit moment een beetje de vraag met wie we hier nu echt te maken hebben. Natuurlijk is dat lastig, want iedereen is prachtig aangekleed in oosters-orthodoxe (kerk)kleding-stijl met een zwart randje. Batushka is in tweeën gesplitst en er lopen wat rechtszaken, zie hier een uitgebreid dossier van ZwareMetalen. Op FortaRock staat blijkbaar de versie van zanger Bartlomiej Krysiuk, die uit de band zou zijn gezet door gitarist Krzysztof Drabikowski, de creatieve man blijkbaar achter Batushka. Drabikowski zou met drummer Jacek Lazarow over zijn gebleven. Bartlomiej Krysiuk zou wel allerlei rechten hebben van de band en bijvoorbeeld over de show zelf zijn gegaan. Kan kloppen. Het sfeertje is bijzonder gaaf, met brandende kandelaren, wierook, relikwieën en andere fratsen, die aan een oosters-orthodoxe kerk doen denken. Het hele podium staat vol. Gitaristen staan in gepaste kledij achterin gitaar te spelen, en achter een scherm speelt de drummer, al zie je die niet echt. Krysiuk houdt zijn rol goed vast, al halen alle kerkelijke handelingen de vaart er ook wel een beetje uit. Uiteindelijk vermoed je ook dat het wel een beetje een goede afleiding is van de muziek, want die is verder niet zo heel bijzonder en nogal eentonig. Als een gitarist een keer veel te vroeg aanzet, heb je gelijk het idee dat de band het materiaal ook ook nog niet helemaal onder controle heeft. Daarnaast vind ik de zang hier ook nog niet zo heel sterk, of dat ligt echt aan de geluidsmix. Nee, deze Batushka is muzikaal niet zo heel sterk, maar wel behoorlijk sfeervol. Maar na een tijdje heb je het ook al wel weer gezien. Achteraf hadden we na de eerste tien minuten ook wel even naar Komatsu in de tent kunnen lopen, een Nederlandse band die toch ook wel aangename stoner maakt.
Symphony X volgen we dan weer op afstandje, het is ook tijd om in het achterveld een hapje te gaan eten. Dat wordt ook massaal gedaan natuurlijk en vanaf die plek krijg je toch nog wel wat mee van die progressieve power/symfonische metalband uit Amerika. Het zit wat vol met van die halve meezingers, en dat trek ik wat minder, maar het is wel een aardige bak aan geluid, dat door een geoliede machine over het veld wordt uitgesmeerd. Grappig ook dat Gregoriaanse-achtige koortje in het begin en aan het einde na die kerkelijke vertoning van Batushka in de kerk. Russell Allen is een sterke frontman in elk geval, die ooit een tijdje was gestopt met optreden, omdat hij met zijn andere band Adrenaline Mob enkele van zijn naasten had verloren door een ernstig verkeersongeval in 2017 (bassist en tourmanager David Z.), waar Allen zelf ook gewond raakte. A.J. Pero van Adrenaline Mob overleed overigens in 2015 als gevolg van een hartaanval. ‘I am happy to be alive‘, roept Allen vandaag dan ook, en hij viert hier het leven met een strakke show. Niet helemaal mijn smaak, maar wel energiek gespeeld.
Dan de lastige keuze tussen Katatonia (nog nooit gezien) en Monomyth, een van mijn favoriete Nederlandse bands, en die had ik al een tijdje niet gezien. Ze hebben ook een nieuwe gitarist. Boudewijn Bonebakker (Gorefest) heeft Thomas van den Reydt inmiddels vervangen en de heren hebben ook aan nieuw materiaal gewerkt. Ik ga op zeker vandaag en heb wel weer eens zin om Monomyth te zien en te horen. Vlak voor aanvang is het nog wat leeg in Hank’s Garage, maar daar komt wel verandering in. Het voelt als vanouds fijn om de heren uit Den Haag weer eens te zien. Met een extra stevige rockset dit keer, misschien bewust gedaan vanwege de metalheads vandaag. Het wordt enthousiast ontvangen en niet meer dan terecht, al ben ik een bevooroordeelde fanboy sinds begin 2013. Van het eerste album wordt als eerste “The Groom Lake Engine” gespeeld en ik zit gelijk helemaal in de flow. Bonebakker lijkt net iets anders op gitaar te spelen, misschien iets rauwer, maar dat maakt niet veel uit. De opbouw van dit nummer is ideaal als startpunt. Als de dikke riffs er komen voel je de zaal los gaan en dat enthousiasme zal niet meer stoppen. Fijn is ook die elektronische laag in de muziek van deze band. Space/kraut/stoner/psych gaan hand in hand, samengesmolten tot prachtig glooiende landschappen van gloeiende en pulserende rock. “ET Oasis” klinkt uiteindelijk ook lekker fel. Daarna een nummer dat ik niet echt herken, het begint ook als een soort trance-achtig elektronisch nummer, maar rockt dan later lekker pulserend door. Misschien een nummer van het vierde album Orbis Quandrantis dat in september uit moet komen dacht ik. Later zie ik het nummer op de setlist staan als “Arpoon”. Ik kan er naast zitten. Als vierde logische nummer in veertig minuten, ja het zijn lange jongens, komt “LHC” voorbij dat werkelijk extatisch goed klinkt en ook zo over komt. De staccato riffs zijn hard, strak en zalig. Wat een band is het toch, en wat fijn om ze weer eens een keer te mogen zien. In het najaar volgt gelukkig nog een uitgebreide clubtour en dat is eigenlijk niet te missen.
Daarna moet ik Hammerfall missen maar ik heb toch al niet zo veel met al die ‘hamer’-achtige bands vandaag, maar ik kom toch nog graag terug voor een klein stukje Animals As Leaders, die uiteindelijk de tent platspelen met hun enorm technische progmetal/djent eerste klasse. Het is een hoop gepiel op indrukwekkende gitaren, maar deze meesters kunnen ze wel bedienen als geen ander. Ingenieuze polyritmische riffs en duizelingwekkende toonladders komen in een sneltreinvaart voorbij. Zeker op het einde staat de tent op de kop, ondanks dat die niet volgepakt staat.
Tussendoor ben ik trouwens even naar de overkant gelopen voor het Nederlandse Temple Fang, dat ik nu al een aantal keren had gemist (twee keer op Roadburn dit jaar en op Sonic Whip, ook in Nijmegen). Het moest er nu toch maar eens van komen, want Animals As Leaders had ik toch al vaker gezien. De band uit Amsterdam is de nieuwe band van Dennis Duijnhouwer en Jevin de Groot van het inmiddels opgedoekte Death Alley. De band heeft een enorme drive vanavond met hun heerlijk groovende seventies psych/stoner en fijn uitgerekte jams op de momenten dat het kan en moet misschien. Roadburn had het zelf nog over ‘Channeling the spirit of Grateful Dead, Blue Öyster Cult, Captain Beyond and Motorpsycho‘. Dan heb je een idee. Online is er nog niet zo heel veel muziek te vinden van de heren, maar live zien en horen is geloven. De band verovert hier de zaal met speels gemak en speelt het tentdoek van het dak. Geweldig.
Het Zweedse Amon Amarth is dan de afsluitende act op het hoofdpodium van Fortarock, dat ook niet direct mijn gedroomde afsluiter is, maar ook hier zien we een hele aardige show met veel vuurwerk, een hele grote hoorn op het podium met daarboven de drums, zwaardgevechten, en dat soort fratsen. In mijn oren klinkt het een beetje als meezingmetal in de metal-kroeg. Ook dit is helemaal niet slecht uitgevoerd, maar je moet er maar van houden. Door het naderende onweer en de gedwongen ontruiming van het terrein missen we dan (neem ik aan) nog nummers als “Raise Your Horns” en het toepasselijke “Twilight of the Thunder God”, maar veiligheid boven alles. Maar ik zag de bui al aankomen en was dus sowieso al met het fietsje naar huis.
Conclusies. In de categorie ‘daar heb ik me prima tot zeer goed vermaakt‘ zitten bands als Monolord, Myrkur, Cult of Luna, Children of Bodom, Bloodbath, Intervals, Kadavar, Monomyth en Temple Fang. Een aantal andere bands waren zeker nog wel te pruimen (met af en toe een lichte gaap) en de rest was een beetje saai of gewoon niet zo mijn ding, maar vooralsnog helemaal geen slechte score na al dat negatieve gedoe vooraf. Voor mij mag het terrein elk jaar wel zo worden aangelegd. Ik heb dan ook liever goede bands die nog niet echt zijn ontdekt dan bekende publiekstrekkers, waardoor het hele terrein vol stroomt met gelegenheidstoeristen. Van mij mag er nog wel wat meer goede thrash, post-metal, dikke psych, sludge of doom staan, maar ik heb me toch wel uitstekend vermaakt en er was eigenlijk weinig mis met de organisatie. Hopelijk begint FortaRock alvast wel (op tijd) met het boeken van goede bands, zodat dit jaarlijkse metalen uitje volgend jaar gewoon weer kan plaatsvinden, al is het maar een dagje. Want een dosis zware metalen gaat er altijd wel in. Keeps you alive. Gets your metal horns raised. Geeft je testosteron-niveau een kick. En daar doen we het allemaal voor.