“Ik ben een traditionele songwriter die thuis een liedje in elkaar breit”
Meesurfend op het succes van buddy Jack Johnson staat G. Love de laatste tijd weer meer in de belangstelling. Na het succesvolle debuut G. Love and Special Sauce uit ’94 met de hits “Baby’s got sauce”, “Blues music” en “This ain’t living” volgden weliswaar nog een aantal albums en jaren van intensief toeren (in 1998 wel 250 optredens), maar een herhalen of overtreffen van het eerste muzikale wapenfeit vond niet plaats. Onlangs kwam het zesde album The Hustle uit. Naar mijn mening compositorisch, melodisch en muzikaal gezien veel interessanter dan het eerdere werk.
Ik ontmoet Garrett Dutton aka G. Love buiten op de veranda bij Paradiso. Ontspannen plukt hij wat akkoordjes op een doorleefde Gibsongitaar. Het leven on the road en het klimmen der jaren lijken hem niet te deren. De eeuwige cool kid blijkt het ook niet erg te vinden nog eens uitgebreid te vertellen over zijn muzikantenbestaan.
mij=Interview: Gva; Foto: George
Toen je in '96 op Pinkpop speelde vertelde je in een interview dat je elke dag een nummer maakte en zo'n 1000 nummers had klaarliggen. We zijn nu een kleine 10 jaar verder. Betekent het dat je nu zo'n 10.000 nummers hebt klaarliggen?
G. Love: Haha, ik ben zeer productief inderdaad. En tijdens soundchecks en gigs jammen we er altijd veel op los, dus daar komt ook het een en ander vandaan. Op dit moment ben ik ook met wat nieuwe nummers bezig, maar een nummer per dag? Dat weet ik niet hoor, ik heb die jamsessies vast meegerekend… Ik heb zo gigantisch veel nummers dat ik ze niet eens allemaal kan herinneren. Gisteren bijvoorbeeld – dat was vreselijk – riep iemand: “Pull the wall!” – een nummer van mijn derde album, en ik wist niet eens meer hoe het te spelen! Ik oefen voornamelijk mijn nieuwe stuff, want dat houdt me op de been als het ware. En tja, sommige nummers blijven en andere verdwijnen, komen weer eens terug, of verdwijnen zelfs zonder dat ik het door heb – wat natuurlijk het allerergste is.
Hoe gaan jullie te werk in de studio als je zoveel nummers op zak hebt?
G. Love: Ik ben eigenlijk vooral een traditionele songwriter die thuis een liedje in elkaar breit. Meestal 's ochtends, als ik net uit bed ben. Maar vaak jammen we er in de studio gewoon wat op los totdat Jimmy [Prescott – de contrabassist] of [drummer] Houseman een coole groove heeft waar we op door gaan. Jim is een unieke bassist. Hij komt met prachtige melodisch baslijnen aanzetten waar heerlijk op te schrijven is. We doen dit Special Sauce-ding nu al zo lang dat we nu een soort subliminale band hebben.
O ja, waarom is op het laatste album de 'Special Sauce' achterwege gelaten?
G. Love: Ik wilde de naam een beetje 'bijknippen', want die begon naar mijn gevoel wat lang en ouderwets te klinken. 'G. Love – The Hustle' klinkt gewoon beter dan 'G. Love & Special Sauce – The Hustle', niet? Oorspronkelijk wilde ik de band trouwens alleen 'Special Sauce' noemen, maar Houseman stond erop dat het 'G. Love & Special Sauce' moest worden. Uiteindelijk heeft zijn inbreng dus volledig de overhand genomen, haha!
Want G. Love was je stage-name?
G. Love: Toen ik die naam verzon stond ik nog niet op podia, maar op straathoeken. Oorspronkelijk was ik The Footstoppin' Streetside Blues of Garrett Dutton', daarna was ik Crazy G en uiteindelijk G. Love.
In die tijd ben je ook van college gegaan. Had je toen al het muzikantenbestaan voor ogen ?
G. Love: De fantasieën om het in de muziek te gaan maken speelden vooral op mijn 16e, en in zekere zin leef ik nu in die fantasieën. Ik ben niet de beste gitarist van de wereld, maar ik heb dat ding al wel vanaf mijn 8e in handen. Het voelt gewoon heel natuurlijk en goed, het is een soort verlengstuk van mij. Muziek is werkelijk mijn leven en mensen zien dat. Ik denk dat alles wat ik qua techniek mis wel gecompenseerd wordt door energie en passie. Een faker halen ze er zo uit. Natuurlijk zijn er betere en slechtere avonden, maar toch…
Is er groot verschil tussen een Europees en Amerikaans publiek?
G. Love: Onze muziek is echt Amerikaans, veel woorden dus een uitdaging voor Europeanen. In Amerika behoren we tot de college-culture. We worden gedraaid op college-radio en men feest op onze muziek. Daar wordt niet zoveel nagedacht over de blues die erin zit en dergelijke. In Europa is men meer bestuderend. Zij begrijpen dat mijn bassist Paul Chambers kent en hem citeert op zijn bas. Europeanen kennen de blues en jazz en hebben dus meer een intellectuele interesse in en respect voor onze muziek.
Daarnaast is natuurlijk elk Europees land op zich zeer verschillend. Duitsers houden er niet van als je te laat komt. De Scandinaviërs zijn wat stug en terughoudend. Het Nederlandse publiek is pretty dope.
Ja ja, Nederland is het land van de dope. Heeft de albumtitel The Hustle toevallig nog iets met dope te maken?
G. Love: Nee voor geen meter. We moesten op zoek naar een nieuwe platendeal, dus we zaten veel in allerlei zakelijke vergaderingen enzo. We zeiden tegen elkaar: It's gonna be a real hustle to get a deal. Toen zei mijn manager meteen: That's the name of the album! Later zei ik tegen de producer: Man, everything is a hustle, even love. Hij: No man, everything is a hustle but love. Daar komen de lyrics van dat nummer “The Hustle” dus vandaan en het is in feite het thema van het hele album geworden. Liefde zou een ware emotie moeten zijn. In de business lijkt alles namelijk zo schimmig te zijn. Je hebt every ounce of hustle nodig om op een podium achter een microfoon terecht te komen of om een plaat op te nemen, maar zodra je de mogelijkheid krijgt dan moet je de hustle uitzetten en je volledig richten op de muziek.
De kritiek op het album is vooral gericht op de grote variëteit tussen de nummers.
G. Love: Naar mijn mening sloeg de recensie van Rolling Stone de spijker op zijn kop. Daar stond: G. Love's The Hustle is a near miss because totally sincere, but totally unfocused. The story of my life! Want ik heb zoveel muzikale ideeën en het is zo moeilijk om te kiezen wat er op de plaat moet komen. Ik heb te weinig discipline denk ik.
Toch heb je een direct herkenbare sound.
G. Love: Ja, zeker. De stijlvariëteit ligt ook voornamelijk in de muzikale genres die tot uitdrukking komen in de ritmesessie. Ikzelf zie het veel minder als verschillende stijlen. Ik zie het als 'ons', maar begrijp wel waar de kritiek vandaan komt als je de nummers gaat analyseren zo van hier is een punkrock garagesong (“Astronaut”), en daar een reggaesong (“Give it to you” feat. Jack Johnson), oh en daar een Bob Dylan song (“Loving me”).
Je vriend Jack Johnson hypet ongelofelijk op dit moment. Wat vind je daarvan?
G. Love: Fantastisch! De popmuziek lijkt Jack verkozen te hebben als haar verlosser of zoiets. Zijn muziek is erg natuurlijk en komt recht uit het hart. En zijn succes is ook goed voor mij in veel opzichten. Ik heb hem ooit op weg geholpen en nu kan hij mij steunen met de platendeal bij Brushfire Records en een support tour door Japan enzo. En zo hustlen we ons samen een weg door muzikantenland. Het is hard werken en hopen dat wat je doet enigszins aanslaat. Uiteindelijk gaat het erom dat je een product aflevert dat dope is. Dat is het enige wat telt: dopeness.
The Hustle is doordrenkt van 'dopeness'. Helaas kon dat niet gezegd worden van het geluid dat het trio die avond in concert produceerde: veel te zacht en te wollig. Special Sauce Jimmy Prescott en Houseman zijn rasmuzikanten, maar de benodigdheden voor een swingend feest in de grote zaal van Paradiso waren afwezig. Bas en snare misten de kracht om de menigte op te zwepen, en de baslijnen verzonken in een brei van tonen in lage regionen. G. Love's zoetgevooisde ballades verdwenen in de hoge ruimte zodat ze moesten concurreren met het geroezemoes dat dan onherroepelijk opkomt. De Special Sauce van de avond zat hem dan uiteindelijk toch vooral in G. Love zelf, de eeuwige cool kid. Voornamelijk zittend op zijn stoeltje, wiebelend met zijn elastieken knietjes, maar af en toe opstaand voor wat slick moves was hij zonder meer de gepersonifieerde 'dopeness'. Het gejuich dat steevast losbreekt wanneer woorden als coolin' out, cool kid en G. Love opklinken uit de raps is een bewijs daarvoor: deze woorden passen gewoonweg bij hem.
Naschrift:
Na afloop van het concert loop ik nog even de bovenzaal van Paradiso in. Net op tijd om nog even een grote spiernaakte man met een fles om zijn lul een bottlenecksolo te zien weggeven. Om hem heen staan twee stripteasedames die zijn gitaar ophouden en een dozijn mannetjes van het kaukasische genus, species white trash. Het is White Cowbell Oklahoma, uit Oklahoma vanzelfsprekend – al doen de Canada emblemen op hun kontzakken even anders vermoeden; een statement, ongetwijfeld. Snoeihard spelen ze, met vier gitaren en vier stemmen. Zanger Sgt. Rock – of moet ik zeggen voorganger, want de Hallelujah's! en Amen's! vliegen om je oren – is een genuine hillbilly, die ook te pas en te onpas een goeie James Brown imitatie neerzet. Wat een geluid en wat een muzikanten! En als ze dan ook nog een nummer van Frank Zappa inzetten [“Magic Fingers” – 200 Motels], tja, dan ben ik verkocht hè… En daar zijn ook de dames weer – with Läther – die nu echt met de borst(jes) bloot gaan [totally committed to the fifty bucks…]. Vervolgens wordt nog een speelgoedleeuw doormidden gekettingzaagd en vliegt er een pak chocoladevla het publiek in. De show van Cowbell is het diametraal tegenovergestelde van G.Love's relaxte rapflows, maar zonder meer overtuigend. Eind juni zijn de krankzinnigen weer in de buurt. Komt dat zien en beleven!
Wed. June 29th – Amsterdam, NL – Melkweg,
Thurs. June 30th – Den Haag, NL – Paard van Troje,
Friday July 1st – Woerthsee, GE – Headshrinker Festival,
Saturday July 2nd – Hellendoorn, NL – Lantaarn,
Sunday July 3rd – Weert, NL – Bospop,
Thurs. July 7th – Steenwijk, NL – Woodstock Open Air,
Friday July 8th – Groningen, NL – Vera,
Saturday July 9th – Gierle, BE – Sjock Festival.
“gepersonifieerde ‘dopeness'”
Dopeness? Saaiheid was hier meer op zijn plaats vrees ik. Dat concert was zo hemeltergend saai dat ik letterlijk bijna in slaap sukkelde. De rare mannen en vrouwen in de bovenzaal schudden me keihard wakker. Maar die waren dan ook voornamelijk raaarrrrrrrr.