Geike Arnaert

Geike Arnaert was tien jaar het boegbeeld van Hooverphonic, tot ze de succesvolle Belgische band ineens vaarwel zei. Moe van de aandacht, moe van het touren, moe van de beperkte invloed op de muziek. Een soloplaat lag voor de hand, en die is er nu: For the Beauty of Confusion.
Hooverphonic
Als journalist probeer je doorgaans wat professionele afstand te bewaren tot je gesprekspartner. Bij Geike Arnaert (30) is dat wat moeilijk. Dat heeft minder met haar betoverende uiterlijk te maken (nou vooruit, dat ook), maar vooral met het volume waarop ze spreekt. Ik moet zowat bij haar op schoot kruipen om haar te kunnen verstaan in de lobby van een Amsterdams hotel. Geen straf, inderdaad, maar goed, die professionele afstand en zo, hè. Wat volgt is wat is zo ongeveer heb kunnen opvangen, en wat ik me kon herinneren omdat mijn recorder het halverwege begaf. Had ik weer.


mij=Interview: Guuzbourg
Over het uiteenvallen van Hooverphonic was ze de afgelopen drie jaar redelijk zwijgzaam. In Amsterdam houdt ze zich ook een beetje op de vlakte. Het touren viel niet mee, leven in het spotlicht ook niet en muzikaal was de rek er voor haar wel een beetje uit. Maar van ruzie was geen sprake, hoor. In de Belgische pers ging ze onlangs een stuk verder. Een vrolijke vriendenclub was Hooverphonic niet. ‘Dat eeuwige aan mij trekken en dingen willen forceren die ik niet voelde… Het werd op den duur onhoudbaar’, zei ze in Humo. Waarin ze ook nog onthulde dat ze tijdens tournees in de watten werd gelegd door ‘mannen met wie ik moest samenwerken’ die dat deden in de hoop en verwachting dat zijzelf uiteindelijk náást die watten mochten komen liggen. En dat Mushroom van Massive Attack heel graag met haar wilde samenwerken – in bed. Nog een quote uit dat Humo-interview: ‘Laat ik zeggen dat de humor op de tourbus niet altijd even verfijnd was en soms gewoon respectloos. Dat is weleens grappig, maar mannen snappen niet dat je je er als vrouw ook soms eenzaam of geviseerd door gaat voelen.’
Alex Callier, opperhoofd van Hooverphonic, had eerder al een schopje uitgedeeld in door in een Belgische krant te verklaren dat nieuwe zangeres Noémi Wolfs een geschenk uit de hemel was, een zangeres die niet zo teruggetrokken en op zichzelf was als Arnaert. Wie trouwens zin heeft in een vileine kijk op een sterk op Callier gelijkend romanpersonage, die moet Donderhart van Thomas Blondeau lezen. Alex heet hier Allard, een man wiens handdruk aanvoelt als ‘teveel koud vlees in een worstenvel’. Zangeres ‘Eva Witkin’ is in dat boek overduidelijk gebaseerd op Arnaert, met wie Blondeau een tijdje een relatie had. Ja, Geike heeft Donderhart gelezen. ‘Merkwaardig’ noemt ze de sensatie om over een sterk op jezelf lijkend romanpersonage te lezen. ‘Maar ik ben het niet, he. Het is een mooi geschreven boek’, besluit ze.
Hooverphonic
De albumtitel The Beauty of Confusion heeft direct te maken met haar vertrek uit de band. ‘Je stapt niet niet zomaar uit een zeer succesvolle groep. Mensen om me heen waarschuwden me voor een zwart gat, drongen erop aan dat ik er nog ‘s over na moest denken. Die verwarring, die had ook iets moois. Daar leer je van, over jezelf en over anderen. Veel liedjes op de plaat gaan erover. Rope Dancer bijvoorbeeld, daarin zing ik dat je best de stap kunt wagen, er is altijd wel iemand die je opvangt.’ Het lag trouwens helemaal niet voor de hand dat ze een solo-carriere zou beginnen. ‘Ik heb wat duetten gezongen, en met Erik (De Jong, alias Spinvis) gewerkt aan het Dorléac-album. Zo kreeg ik er weer een beetje zin in. Ik heb thuis op de computer liedjes geschreven. Veel daarvan waren heel lief en zoet, dat was toch niet de kant die ik uiteindelijk op wilde. Het mocht wat donkerder. Met hulp van onder meer Frank Duchêne, die ik nog kende uit mijn Hooverphonic-tijd, mijn vriend Sam Touzani en enkele muzikanten heb ik die nummers uitgewerkt.’
Dat het resultaat toch weer de Hooverphonic-sound (sfeerrijke electronica-pop) in herinnering roept, ligt volgens Arnaert wel voor de hand. ‘Die sound, dat is waar ik vandaan kom. Toch heb ik het gevoel dat het minder makkelijk verteerbaar is. Mijn eigen voorkeur gaat uit naar bands als Fever Ray en Lykke Li, maar ook David Bowie, David Sylvian en de samenzang van Crosby, Stills, Nash & Young. Ik zing op dit album samen met mijn zussen Anne en Kaat.
Er gaat weer getourd worden, de plaat zal ook in het buitenland worden uitgebracht. Maar alles op zijn tijd. Geike had duidelijk de tijd nodig om bij te komen van tien jaar Hooverphonic. ‘Het zal anders zijn, voorheen werd er veel voor me geregeld, nu moet ik alles zelf doen.’ Haar album verschijnt ook niet bij een groot label. ‘Wat ik in ieder geval gemerkt heb, en dat is ook de boodschap van de plaat, is dat een grote verandering niet het einde van de wereld hoeft te betekenen.’
Tot slot, en dit moet iemand als ik natuurlijk toch nog even vragen: is er een kans dat ze nog ‘s een liedje in het Frans gaat opnemen? Haar Franstalige duet met de inmiddels overleden Belgische volksheld (en pretparkeigenaar) Bobbejaan Schoepen was schitterend. Ze is een groot fan van Edith Piaf, in een interview met krant De Standaard zong ze voor de journalist nota bene een aantal regels uit een Piaf-nummer. ‘Wel, ik schrijf nummers in het Nederlands en in het Engels. Die Nederlandse teksten vertaal ik dan. Mijn vriend is Franstalig, ik spreek het goed genoeg. Maar toch niet zo goed dat ik een tekst in het Frans zou kunnen schrijven. Maar wie weet.’

2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven