Ze gaat bij het raam zitten op de bank tegenover me in de stoptrein. Het verwondert me dat het lijkt alsof ik de enige ben die haar binnen zag komen en mijn ogen sindsdien niet van haar af kan houden. De andere mannen in de trein moeten de koele bries die haar vergezelde vanaf het moment dat ze door de klapdeuren kwam toch ook opgemerkt hebben. Okee, ze liep met vederlichte tred – het leek wel of ze vloog-, maar dan nog had je haar lentebloesemgeur op moeten merken of anders had haar speelse zomerse kleding de rest van de coupé toch minstens moeten hebben doen opkijken? Ze kijkt me aan en lijkt zacht woorden mijn kant op te blazen. Ik probeer het te verstaan, maar ze fluistert zacht en ik heb mijn koptelefoon in. Daardoor hoor ik stemmige liedjes. Intieme pianodeuntjes, tintelende jazzy liedjes, wat zuidelijks ook. Af en toe lijkt het wel of al het keukengerei gebruikt wordt. Ik krijg het koud en warm tegelijkertijd. De lucht, verplaatst door haar fluisteren, zorgt voor kippenvel. Het geluid van mijn diskman zet ik zachter zodat ik haar nu wel verstaan. Ze zegt dat ze eigenlijk wil dansen en aan het soepel heen en weer bewegen van haar heupen kan ik aflezen dat ze er wel bedreven in moet zijn. Haar zien dansen moet iets moois zijn. Het laatste station voor Zwolle stapt ze uit. Ik knik haar gedag, ze glimlacht. Zo’n lieve lach zag ik eerder. Ze hadden zusjes kunnen zijn.
mij=Leaf / Konkurrent
ah! is het weer noorse elfjes-tijd? 😉
Echt wel! Helemaal bij dit soort temperaturen. Poei!
ik heb gister haar optreden gezien en ik was er ondersteboven van! zooo mooi !