Op festivals is het soms funest om te kiezen voor herkenbare namen boven het ontdekken van nieuwe. Op de Incubate-woensdag wat het mijn beurt dat pijnlijk te ondervinden. Blijkbaar was Extase vandaag the place to be: de optredens van Sean Nicholas Savage en Fell kregen de meest positieve reacties.
Gelukkig weet het Nijmeegse garagerock-‘n-roll trio Suit and Tie Johns na een spetterend optreden op het Valkhof festival opnieuw te imponeren in Cul de Sac. Althans, de band begon als vierkoppige unit, maar tegenwoordig wisselt Xavier Teerling het bassen en gitaarspelen af. We krijgen een heerlijke lo-fi mix van rock-‘n-roll, sixties psychedelica (we zien twee behoorlijke effectenbakken op het podium) en de moderne garagerock die zich binnen de Bay Area in hoogconjunctuur bevindt dankzij bands als White Fence, Ty Segall en Thee Oh Sees. In tegenstelling tot jonge bevlogen honden als Mozes & The Firstborn of traumahelikopter bestaat Suit & Tie Johns uit drie ervaren, doorgewinterde muzikanten die inmiddels heel gewiekst de ins en outs van een spannende opbouwende rockshow kunnen beteugelen.
mij=Door: Jasper.
Het drietal springt regelmatig in een opwindende psychedelische jam, elkaar in het diepe sodemieterend met zichtbare plaisanterie. Nergens klinkt Suit and Tie Johns als een soort civiele versie van haar stijlgenoten, de liedjes worden allemaal met de ongerepte branie vertolkt die dit soort muziek ook vraagt. Met trammelant eigenen de twee voormannen elkaars effectenbakken toe. Het optreden charmeert ook in zijn ingetogen momenten, bijvoorbeeld wanneer een versterker veelvuldig kraakt tijdens een bedaarde bluescrooner. Bij veel andere bands zou dit storend zijn, maar hier klinkt het bijna alsof gewoon “part of the plan” is. Zo ‘nonchalant’ cool als de naam suggereert dus.
Emika is geboren als Ema Jolly, een Engelse jongedame van Tsjechische komaf opgevoed binnen de welbekende Bristol-scène, die uiteindelijk echter haar muzikale toevlucht zocht in Berlijn. Het Britse Ninja Tune vond het resultaat, een duistere, doorwrochte mix van dubstep, UK garage en triphop, aanlokkelijk genoeg om haar een platendeal aan te bieden. In de Kleine Zaal van 013 staan bezoekers met bedwelmde blik te heupwiegen op de maagomkerende baslijnen en beats. Jolly staat voor het grootste gedeelte als stoïcijnse dominatrix achter haar gear en laat de lichtshow het meeste werk doen. Tijdens “Sing To Me” krijgt ze de meute nog het meeste mee: “Are you feeling this one?”, spreekt ze de mensen toe, alsof ze haar eigen trots bij deze track nog eens extra wil onderstrepen. En dat is overigens niet meer dan terecht.
Zodra de schoffies van Afterpartees het podium betreden in Cul de Sac, schiet mij pardoes te binnen dat ik ze al eerder heb mogen bewonderen tijdens, jawel, de afterparty van de Onafhankelijke Labelmarkt in de Tolhuistuin begin deze maand. Toen stond er een gigantische kloof tussen band en publiek die niet te overbruggen was. Tsja, van industrievolk kun je niet verwachten dat ze meteen happen. Het was vooral een ongeïnteresseerd zootje smartphonevoyeurs dat maar half de aandacht erbij had. Ik was dus die zeverende imbeciel die als enige fervent met de meest awkward dance moves uit het zonnestelsel op de vrolijke deuntjes mee stuiterde. Gelukkig zijn er vanavond genoeg mensen die mijn affiniteit voor deze band delen.
Onder leiding van waaghals Niek Nellen vuurt Afterpartees onbevangen hit na hit af. Het is een van de weinige Nederlandse bands tijdens Incubate die best weleens de overstap naar de radio kan maken, indien ze dat zelf ook ambiëren. Want meejoelers en anthems hebben ze in overvloed. Met Nellen als bliksemafleider zorgt Afterpartees voor een aanstekelijke feestsfeer. Heerlijk, zo’n jonge band die in vroeg stadium zoveel bluf toont, hier in een donker hol veel beter in haar element dan bij zo’n snobistisch showcase-gebeuren. Een puntje van kritiek is dat de liedjes soms net iets te netjes en gezapig gespeeld worden; iets vaker het gevaar opzoeken – zoals Suit and Tie Johns en de volgende band vanavond demonstreerden – zou voor een Afterpartees positieve uitwerking hebben.
Night Beats is dus die ‘volgende band’. Als Afterpartees the Good was, Suit and Tie Johns the Bad, dan is Night Beats zonder twijfel the Ugly-variant van deze garagerock avond in Cul de Sac. De band vertolkt de catchy, donker getinte garagepop met een nonchalante coolheid, die bijna achteloos overslaat naar het publiek. Wat het drietal uit Seattle echter van soortgenoten onderscheidt zijn die abrupte tempowisselingen, die de luisteraar telkens weer overvallen als een soort Tourette-episode. Op die momenten krijg je van die opgefokte hals-over-kop-momenten. Dan ben je zó in trance door de muziek dat je vergeet dat bassist Tarek Wegner opeens midden in het publiek uit zijn plaat aan het gaan is. Night Beats is duidelijk een buitenbeetje binnen de garagerockscene, eentje die nog niet kan wennen aan het daglicht, die stuiptrekkingen krijgt binnen de muziek waar je het het allerminst verwacht. En dat zonder enige verslapping of de ambachtelijkheid van het liedje op te offeren. Beheerst Night Beats simpelweg de kunst van het vakkundig rammelen of zijn ze gewoon een beetje lukraak aan het aankloten? Wellicht is hier enige invloed te wijten aan de volle maan die vanavond boven Tilburg schijnt? Wat het ook is, de menigte heeft duidelijk geen moeite het vervreemde nachtelijke metronoom van Night Beats te volgen.
4 reacties