Vrijdag
Na relatief korte Incubate-dagen op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag (waarbij ik gemiddeld hooguit drie optredens per avond zag) breekt het échte festivalgeweld natuurlijk pas op vrijdag los. Een vrijdag die voor mij eerder begint dan verwacht, omdat ik vandaag niet blijk te hoeven werken bij de Incubate Arcade, waar ik door vrijwilligers-coördinator Steph samen met nog twee anderen was ingeroosterd. Zo maak ik ‘s middags al kennis met het dit jaar voor het eerst georganiseerde Incubate Zero-programma. Daarbij is aanstormend Nederlands talent gratis te bewonderen in diverse café’s, koffiebarretjes en platenzaken in het Tilburgse centrum. Vooraf pak ik een terrasje met Hans en Brenda die ik van Iceland Airwaves ken (waar zo’n Zero-programma al sinds jaren gebruikelijk is). Uiteindelijk zie ik daardoor het eerste optreden pas twee uur na aanvang van het Zero-programma in het Tilburgse Factorium (het centrum voor de kunsten). Daar geeft Ode To The Quiet een prachtig verstild optreden. Na dit optreden is het tijd voor Bad Braids in Café Joris. Een met gitaar getooide dame die iets weg heeft van Liz Phair, alleen heeft ze zowel vocaal als qua zeggingskracht nog niet het niveau van deze Amerikaanse diva.
Hierna is het tijd voor een hapje eten in Café Dudok waar speciaal voor festivalgangers een overheerlijke en snel geserveerde pasta carbonara op het menu staat. Een klein half uurtje later kan ik al weer op weg naar mijn eerste act voor de avond. Dat wordt Sun Glitters in de NWE Vorst. Maar bij aankomst blijkt het optreden (als enige deze week) een half uur te vroeg aangekondigd te zijn. Dus ik hinkstap via de Stadskelder – waar de punkers van Fright Eye de kelderbar van het zo keurige Mercure Hotel onveilig maken – naar Cul De Sac voor de Shun Club. En zo pik ik nog net de laatste nummers van beide bands mee. Daarna wordt het toch echt tijd voor Sun Glitters; Belgische lounge waarbij de muziek visueel ondersteund wordt door splitscreen films van meisjes en jonge vrouwen, al dan niet in een Alice in Wonderland-enscenering. Ieder nummer is op die manier voorzien van zijn eigen videoclip. Maar na drie songs/films besluit ik verder te gaan naar Paradox, waar de postrockers van Alice In The City een optreden geven in ultieme sleazerock-bezetting. Net als bij de Groningse sleazerock-oppergoden Green Hornet bestaat de bezetting uit drums, gitaar en het door mij heilig verklaarde vintage Philicorda-orgel. Dat de band heel anders klinkt dan je op basis van een dergelijke bezetting zou mogen verwachten doet niets af aan de sterkte van het optreden.
Hierna spoed ik mij naar The Little Devil in de hoop nog een paar nummertjes mee te pikken van POW!. Maar bij aankomst blijkt het ‘fuzztastic psychedelic garage pop trio’ hun optreden (waar eigenlijk drie kwartier voor stond) er in een krap half uurtje door heen gejast te hebben. Het enthousiaste gedrang bij de merchandisetafel laat er geen twijfel over bestaan dat het een erg intens half uurtje geweest moet zijn. Dan maar weer terug naar Paradox, waar artist in residence Aiden Baker wederom een optreden zal geven met een andere Incubate-act. Ditmaal is zijn keus gevallen op Thisquietarmy. En hoewel ik weinig van het optreden te zien krijg (ik sta enkel tegen ruggen aan te kijken in de bomvolle Paradox) klinkt het weer lekker en ook stevig dankzij de toevoeging van de maar liefst drie drummers van het Hypnodrone Ensemble, drone met beats zeg maar… Ik kijk het optreden niet af omdat ik toch wel erg nieuwsgierig geworden ben naar de (volgens Tjeerd van Erve) jodelende singer-songwriter Angel Olsen die in de schouwburgzaal van TheatersTilburg haar opwachting maakt. Een mooie lokatie. Maar toch vraag ik me af of Angel Olsen zelf niet liever in MIDI, Paradox, of NWE Vorst gestaan zou hebben. Bij o.a. het verstilde optreden van Marissa Nadler begrijp ik de keuze voor de Schouwburg helemaal. Maar bij Angel Olsen heeft de lokatie niet echt meerwaarde. Dat gezegd hebbende blijf ik van mening dat het een goed optreden is dat ze op Incubate gaf. Maar een iets intiemere setting dan de grote schouwburgzaal had het optreden net dat beetje sfeer mee kunnen geven.
Het optreden van 65daysofstatic laat ik schieten omdat ik de Braziliaanse bard Rodrigo Amarante wil zien (hij zal een dag later als support-act van Angel Olsen in de Utrechtse Ekko staan). Ik versta er geen woord van, maar de liedjes de man zijn hartverscheurend mooi in al hun eenvoud. Na Amarante besluit ik dat het genoeg geweest is voor vandaag en ga ik mijn laatste trein halen. Kan ik tenminste enigszins uitgerust aan het slotweekeinde van Incubate beginnen. Vijf dagen festival op rij laten zich inmiddels toch een beetje voelen.
mij=Door: Theo
Zaterdag
De zaterdag beluit ik de Incubate-dag wederom te beginnen met Incubate Zero. Ik start in de Sounds waar de gedreven The T.S. Eliot Appreciation Society (het alias van singer songwriter Tom Gerritsen) een gedreven onversterkt optreden geeft. Compleet met ontstemde mondharmonica. De perfecte straathoek-artiest. Daarna pik ik nog een klein stukje mee van het Belgische Bonfire Lake. Maar hun ingetogen kabbelende folk kan mij ondanks het vroege tijdstip niet echt bekoren.
Na deze gratis middag optredens is het weer tijd voor het echte werk [dit schrijven we wel, maar op Facebook verdedigde Sietse van Erve fel dat je ook deze acts gewoon in het ‘normale’ programma moet opnemen, in plaats van als stiefmoederlijk zijdingetje -red.]
We trappen af met Spindrift. De Californiërs maken heerlijke spaghettiwesternrock die het goed zou doen in een Tarantino-film. Maar na verloop van tijd wordt hun sound toch een beetje eenvormig en besluiten we af te zakken naar Paradox voor het optreden van Thisquietarmy, waar de ambient/drone-artiest die gisteren nog glorieerde met artist in residence Aiden Baker wederom indruk weet te maken met zijn donkere geluidscollages. Omdat ik vandaag met twee vrienden op pad ben, besluiten we bij Dudok aan te schuiven voor een tweegangenmenu. Daardoor zijn we minstens een uur onder de pannen, maar kunnen we goed doorvoed aan de rest van het weekeinde beginnen. Na onze steaks en vegamaaltijden besluiten we ons naar MIDI te begeven voor Wovenhand. Een van de grootste namen op deze Incubate-editie. De tientallen meters lange rij doet bij ons al snel de hoop vervliegen dat we überhaupt nog binnenkomen. En dus stappen we op de bonnefooi de Cul De Sac binnen, waar Hippie Diktat al aan hun optreden bezig is. En dan besef ik weer waarom Incubate een van mijn favoriete festivals is. Je kunt op Incubate perfect van te voren uitstippelen wat je allemaal wilt gaan zien. Maar nog beter is het om spontaan ergens binnen te stappen en je te laten verrassen. Ik word in de Cul de Sac bijna letterlijk omvergeblazen door de combinatie van freejazz en metal van deze brute Fransen. Vind ik het jammer dat ik Wovenhand gemist heb? Jazeker! Maar ik durf te beweren dat ik het optreden wat ik er voor in de plaats gezien heb vele malen indrukwekkender was. Een hoogtepunt!
Nog natrillend van de intense show van Hippie Diktat besluiten we in de naast gelegen Ierse pub bij te komen met een glas Guinness alvorens we ons naar TheatersTilburg begeven voor misschien wel de meest illustere artiest van deze Incubate editie, namelijk David Tibet met zijn Current 93. Een even invloedrijke als mysterieuze artiest, die zelden optreedt en van invloed geweest is op grote namen als Nick Cave en Antony Hegarty. Daarnaast is Tibet bekend van samenwerkingen met de al even illustere neofolkband Death In June. Ik zit dus ook gespannen te wachten. Terwijl zijn band de eerste song al heeft ingezet verschijnt de man; kreukpak, hoed en een fles wijn in de hand. De sfeer is gezet. Wat volgt is een bijna twee uur durend ingetogen optreden. Waarbij de verhalende voordracht van Tibet alle ruimte krijgt van zijn band. Met een fraaie rol voor Jon Seagroatt’s (bas)klarinetspel en achtergrondzangeres Bobbie Watson. Tibet lijkt daarbij de archetypische grillige frontman. Maar de liefdevolle manier waarop hij zijn bandleden voorstelt tijdens de toegift aan het einde van de show doet toch vermoeden dat dit het publieke imago is van een zeer aimabele performer.
Na afloop pik ik nog een klein stukje mee van GOAT. Mijn vooroordeel over verklede bands mag gezien het muzikaal gebodene zeker overboord. Maar de vlag “ultieme headliner” waarmee buurweblog Kicking the Habit hun optreden betitelt is wat mij betreft teveel eer. Die titel is vandaag toch echt weggelegd voor Tibet’s Current 93. Na afloop van de show pikken we nog een klein stukje Woodsman mee in de Stadskelder. Na alle muzikale indrukken van vandaag maakt dat optreden echter geen blijvende indruk. Tijd om huiswaarts te keren.
Zondag
Zondag moet ik vroeg uit de veren omdat ik persé Iris Penning wil zien, geen typische Incubate artieste (voorzover je daar gezien de brede programmering van het festival al over kunt spreken). Maar de jonge Eindhovense singer-songwriter weet me keer op keer te betoveren met haar liedjes. En ondanks de informele setting van de Buut Vrij (een hipster-koffietent aan de stationsstraat) luisteren de meeste aanwezigen aandachtig. Als aan het einde van het optreden de gitaar aan de kant gaat en ze haar laatste song a capella zingt ondersteund door handgeklap en voetgestamp, ben ik er wederom getuige van hoe Iris Penning met bijna niets toch een prachtig optreden weet neer te zetten. Na Iris is het tijd voor Nausica, waar we enkele nummers van meepikken en Wooden Soldiers. Deze laatsten treden als trio volledig onversterkt op op het terras van de Spaarbank. In een nogal ongebruikelijke bezettingen van gitaar, Indiaas harmonium en viool. Een ideaal optreden voor op het terras in het nazomerzonnetje en zelfs uiterst meezingbaar, zo blijkt in het laatste nummer.
Dan is alweer het laatste optreden van die middag optreden aangebroken van de Virgin Army. Dit Zwolse duo maakt vorig jaar behoorlijke indruk op mij toen ik ze op Le Mini Who? in Utrecht zag (De Le Guess Who?-variant van Incubate Zero) en de intense voordracht van Teije Venema maakt gelijk weer duidelijk waarom. De tweede stem wordt fraai verzorgd door Jonne. Virgin Army treedt op als duo. Maar onwillekeurig eist Teije toch de hoofdrol op.
Het avondprogramma had ik eigenlijk willen beginnen met Woods. Maar vanwege het optreden van Virgin Army heb ik dat moeten missen. Daarom ga ik gelijk door naar de Schouwburg voor het optreden van Marissa Nadler. Waar de betoverende verschijning van Nadler gehuld in een prachtige rode jurk even voor vijven haar opwachting maakt. En de schaars uitgelichte diva’s stem is al even indrukwekkend als haar verschijning. Maar toch blijft er iets wringen. Incubate zelf omschrijft haar als “a peaceful voice that’s drowned in echo and space”. Maar juist deze echo zorgt ervoor dat haar spaarzame aankondigingen tussen de nummers door nauwelijks verstaanbaar zijn. Bovendien ontpopt de ravissante verschijning zich dan als een verlegen meisje. Het zou een klein smetje zijn op een verder prachtig optreden, ware het niet dat ik het hele optreden het idee heb dat de zaalmix niet is als zoals ze zou moeten zijn. Ik hoor het zaalgeluid enkel van het podium komen. Bovendien versterken de zware bassdrones verzorgd door haar celliste en tweede vocaliste bij het nummer ‘Anyone Else’ dit vermoeden. Dit klinkt op plaat toch allemaal heel wat subtieler. Jammer, want aan Nadlers stem en songmateriaal ligt het zeker niet!
Na afloop haast ik mij naar de Pauluskerk waar de frontmannen van The Black Atlantic en I Am Oak hun krachten bundelen onder de naam Black Oak (dat die naam niet bijster origineel is, geven de heren grif toe). Ondanks de wat formele setting van de kerk blijkt het optreden van Black Oak een van de meest ongedwongen optredens van het festival te zijn. Tussen de nummers door vertellen de heren veelvuldig over de songs die ze spelen en hoe deze tot stand gekomen zijn. Iets wat misschien niet persé noodzakelijk is, maar wel inzicht geeft in het waarom van de samenwerking. Dat de samenwerking naar meer smaakt bewijzen ze aan het einde van de set met een tweetal samen geschreven en gezongen songs. Na Black Oak is het voor mij tijd voor een van Dudok’s daghappen waarna ik mij snel naar de bovenverdieping spoed voor het optreden van Bombino. De Toeareg-gitaarheld. De bovenzaal van het voormalige patronaatsgebouw aan de Veemarktstraat in Tilburg is een prachtige setting voor de in traditinele kledij gehulde mannen van Bombino, die een bevlogen set ten beste geven. Het zichtbare plezier waarmee de verlegen ogende meestergitarist uit Niger en zijn band spelen geven het optreden naast de dwingend lome Afrikaanse ritmes net die extra meerwaarde die een goed concert van een geweldig concert onderscheiden. En zo is dit optreden gelijk een van de hoogtepunten van een fantastische tiende editie van Incubate.
Na afloop loop ik nog even langs bij MIDI voor de postrock voor God Is An Astronaut maar ik besluit af te sluiten met een heerlijk onpretentieuze set van southernrockers Natural Child in Extase. Incubate u was fijn! Ik hoop volgend jaar wederom van de partij te zijn.