Erica Terpstra die dronken plaatsneemt achter de interviewmicrofoon, Tiger Woods die er een batterij minnaressen op na blijkt te houden; we smullen ervan. Vooral omdat deze misstappen van ogenschijnlijk onkreukbare publieke figuren ons tonen dat er wel degelijk iets menselijks in ze huist. Ook in de muziek zijn dat soort verfrissende inzichten altijd welkom. Zweden slaagt er al enige decennia in om een niet aflatende stroom kwaliteitspop op het vasteland los te laten. Abba natuurlijk, en later Roxette, The Cardigans, Kent. Ook de afgelopen jaren maakt het land met The Tallest Man On Earth, Lykke Li, The Knife en Jens Lekman zijn status waar. Hoe verfrissend is het dan om een keer een kutplaat uit Zweden te mogen verwelkomen. Hoe blij zullen we dan straks weer zijn met prachtplaten van nieuwe en oude Zweedse artiesten? We kunnen dus weinig anders dan het Zweedse [ingenting] op onze blote knieën te danken. Hun plaat Tomhet, Idel Tomhet begint nog aardig met het vlotte “Holiday”. Maar al bij het vierde nummer wordt de gedachte dat je er als luisteraar nog zes te gaan hebt welhaast ondraaglijk. Zeurende zang, liedjes zonder kop en staart en zelden voorzien van goede hooks of enig ander experiment. Dank dus, heren [ingenting]. We staan weer even met onze voetjes op de grond. We begonnen er al bijna aan te twijfelen, maar ook de Zweden blijkt muzikale misstappen niet vreemd.
mij=Labrador / Sonic