The Veils-frontman Finn Andrews is zo'n figuur die je al aan zijn silhouet herkent: het lange, spichtige postuur en (natuurlijk) die kenmerkende zwarte zigeunerhoed, waarmee de 29-jarige zanger zelden tot nooit in het openbaar te vinden is. 'Ik heb er in totaal drie', lacht Andrews verlegen, terwijl hij zijn aandacht vestigt op de GPS-app van zijn telefoon. Hij vertelt dat hij na afloop van deze persdag wat oude vrienden op wil zoeken.
Hij lacht om de vergelijking met een superheld, alsof de hoed het embleem is van Andrews' muzikale alter ego. Na vier jaar stilte komt The Veils namelijk met een nieuwe album Time Stays, We Go. Een nogal passende titel, want na voorganger Sun Gangs had Andrews eventjes genoeg van de muziekwereld. 'Ik leefde voor het grootste gedeelte een alledaags bestaan in Londen. Daarnaast probeerde ik zoveel mogelijk materiaal te schrijven. Ik wilde langer dan drie weken op een plek blijven hangen. Om wellicht eens wat borden en bestek te kopen voor in mijn flatje…en ze daadwerkelijk te gebruiken! En om mijn vriendin wat vaker te kunnen zien.' Andrews kijkt met aarzelende blik uit het raam. 'Ik tekende een platencontract toen ik pas 17 jaar oud was. Sindsdien ging het maar door en door. Ik ben opgegroeid met dit bestaan, dus alles wat daar van afwijkt voelt een beetje buitenaards.'
mij=Interview: Jasper Portretfoto: Jan Mulders
Finn beseft dankzij de rustpauze dat hij maar moeilijk stil kan zitten. Hij kijkt uit met The Veils na drie jaar terug te keren naar de plek waar het allemaal begon, Auckland, Nieuw-Zeeland, waar zijn moeder, broer en zus nog steeds woonachtig zijn. ‘Hoe ouder je wordt hoe meer je je schuldig voelt je ouders niet te zien. En mijn kleine broertje, die inmiddels aan het opgroeien is. Ik heb ook geen flauw idee hoe ik dit aan ga pakken. Mijn vader woont in Engeland, mijn vriendin is Italiaans. Hoe kan ik ooit ergens rustig blijven als ik constant de wereld rond trek?’
Andrews' achtergrond wijst uit dat zijn nomadenmentaliteit misschien met de paplepel ingegoten is: zijn vader is Barry Andrews, die ooit als toetsenist bij wavepop-legenden XTC speelde. Zelfs voor zijn tienerjaren werd hij relatief laissez faire opgevoed in een soort kunstzinnig klimaat. Dit nog voordat hij met zijn moeder naar Nieuw-Zeeland verhuisde en daar voor het eerst zelf muziek ging schrijven. Op zijn zachts gezegd geen klimaat voor een negen-tot-vijfmentaliteit. Andrews: 'Nou, muziek schrijven was de afgelopen jaren zo'n een beetje mijn negen-tot-vijfbezigheid. Maar ik heb het nooit omarmd, nee, die manier van leven. Ik vind familie erg belangrijk, maar ik denk dat ik een gezin en de muziek niet allebei kan onderhouden. ‘Alleen muziek maken kost al heel wat mentale energie. En wij als band zitten nog steeds in een diep dal. Misschien komt er ooit een dag waar ik besluit de hoed neer te leggen’
File Under: “Maar je had toch drie hoeden?”
Andrews:: “Drie hoeden…voor drie landen!” (lacht)
Honger
Sinds het oprichten van een eigen label, Pitch Beast Records, kiest The Veils liever voor een eigen creatieve pad boven de financiële zekerheid die misschien bij een groter label van toepassing is. De band begon haar loopbaan niet bepaald op de juiste voet: na de release van The Runaway Found besloot Andrews al zijn toenmalige bandgenoten te vervangen. Dit uiteindelijk ten goede: Sophia Burn (bas), Raife Burchell (drums) en Daniel Raishbrook (gitaar) zijn nog steeds vaste krachten in The Veils. 'Het is belangrijk geworden dat het maken van albums niet je hele leven in gijzeling neemt', legt Andrews uit. 'En om alles in je eigen tijd te kunnen doen. Het is allemaal zó gericht op dat hele circuit waar je in verzeild raakt. Zodra je afstapt, vergeten mensen je gewoon.'
Voelt Andrews bij The Veils eenzelfde soort lot aankomen? 'Ik voel me vreemd genoeg een beetje hetzelfde als tijdens mijn laatste schooljaar in Nieuw-Zeeland. Ik wilde niets liever dan zo snel mogelijk vertrekken en in een bandje spelen. En ik deed er álles aan om dat te realiseren. Het afgelopen jaar is een beetje hetzelfde gevoel: onze plaat – moest – af en we – moesten – een manier verzinnen hem uit te brengen. Maar om dat te kunnen doen – moesten – we een weg door al die vermoeiende bullshit banen.' Hij slaakt een diepe zucht van opluchting. 'Maar we hebben weer honger! Niet dat we dat voorheen NIET hadden – maar om drie platen op die manier te schrijven en vervolgens continu te toeren is het fijn de lei eens goed schoon te vegen.'
Volgens Finn heeft Pitch Beast slechts puur een praktische functie: ‘Ik zou heel graag een label willen beginnen om muziek uit te brengen. Maar momenteel blijft het nog een groot experiment. We kunnen nog compleet op onze bek gaan. Het is een kwestie van afwachten.’ Hij hoopt dat de live shows van The Veils uiteindelijk genoeg opleveren om stapsgewijs albums uit te kunnen brengen. ‘We zijn niet echt bezig met de financiële aspecten die elke dag van toepassing zijn. Wellicht meer de creatieve kant: zelf ben ik absoluut verschrikkelijk met geld, dus mij moet je er zo ver mogelijk vandaan houden (lacht). Onze manager is degene die de boel grotendeels overeind houdt.’
Deksel van de pan
Ondanks de hiatus en onzekerheden over toekomstige platen is Finn continu muziek blijven schrijven, zonder een specifiek concept voor ogen. Time Stays, We Go is een verzameling liedjes uit het songmateriaal van de afgelopen drie jaar: producers Adam Greenspan en Nick Launay hielpen Andrews de krenten uit de pap te halen. In het nummer “Dancing With The Tornado” beschrijft Finn een vrouw met gespleten persoonlijkheid: soms omarmt ze de burgerlijke en alledaagse, ‘normale’ dingen, maar een andere kant openbaart zich: eentje die het gevaar juist opzoekt. 'Dat is een grappige manier om er naar te kijken. Ik heb het nooit op die manier geïnterpreteerd.' Finn pauzeert en graaft verder, tevergeefs. '…ik weet het niet zeker. Deze plaat zit nog zó fris in het geheugen, het heeft tijd nodig te doorgronden wat ik precies bedoel. Ik schrijft niet zozeer met een bepaalde intentie. Het is een beetje als tasten in het duister. Er moeten wat jaren voorbij waaien voordat ik het zelf begrijp.'
Met lichte zelfspot beschrijft Andrews de eerste plaat The Runaway Found als “een donker dagboek over adolescentie”. De eerste single “Guiding Light” – waarmee de band wereldwijd doorbrak – was al typerend: een bijna romantische doo wop-gevoel in het kwadraat, terwijl Andrews de luisteraar de volle laag gaf met zijn zang, alsof zijn leven van die éne take afhing: this noose around my neck/is counting me out. Andrews: ‘Ik heb een hekel aan tweedimensionale muziek, of het nu vrolijk of depressief is. Het moet allebei aanwezig zijn.’
Binnen de thematiek van The Veils lonkt altijd die tegenstrijdigheid, die dubio. Andrews schetst vaak levendige verhaaltjes waar hij in de huid van een personage kruipt. ‘Ik denk dat het soms makkelijker om over jezelf te schrijven wanneer je het over een ander hebt. Maar af en toe schrijf ik daadwérkelijk over een ander. “Young Advice For Mothers To Be” bijvoorbeeld, al kun je het alleen maar vanuit je eigen ervaringen beschrijven. Op dat nummer deed ik alsof ik iemand anders was. Dat is het mooie aan muziek schrijven vind ik, je kunt er compleet in verdwijnen en tegelijkertijd meer waarheidsgetrouw zijn dan ooit.’
Is de verhalende thematiek een soort kanaal voor Finn om persoonlijke gevoelens te herbergen? Op het podium lijkt de zanger soms bijna van glas gemaakt, alsof je hem elk moment met veger en blik op moet vegen. Finn schudt zijn hoofd. ‘Nee, ik gebruik teksten niet om mezelf te sparen. Op het podium is het al erg confronterend, al zing je vanuit een ander perspectief. Mensen denken vaak dat ik verander in een zielig hoopje mens; zo voel ik mij nóóit. Het voelt juist als een enorme ontlading. Ik ben dan juist ontzettend enthousiast. Optredens zijn de enige momenten waar ik even nergens rekening mee hoef te houden. Je kunt de deksel van de pan blazen en alles loslaten.’
4 reacties